Sluipwegwijzer

13 0 0
                                    

en aan het einde van de les stemde hij ermee in dat hij Harry en Anna zou helpen met hun Patronus.
Een nieuwe dag brak aan waarop ze Zweinsveld mochten bezoeken. Harry had zich erbij neergelegd dat hij deze keer de enige derdejaars zou zijn die achterbleef. Harry had Mare gevraagd of ze samen iets konden doen, maar Mare had gezegd dat ze de vorige keer alleen eenmalig was achtergebleven en dat ze deze keer al met haar vrienden had afgesproken in Zweinsveld. Harry leende De Bezemkampioen van Plank en nam zich voor zich wat meer te verdiepen in de verschillende types Bezemstelen.
Tijdens de training gebruikte hij nu een schoolbezem, een stokoude Vallende Ster die traag en schokkerig was. Hij had dringend behoefte aan een nieuwe.
Op de Zaterdagochtend van het uitstapje naar Zweinsveld nam Harry afscheid van Hermelien en Ron, die dik ingepakt waren in mantels en sjaals en liep toen in zijn eentje de marmeren trap op, terug naar de toren van Griffoendor. Buiten dwarrelde sneeuw neer en binnen was het doodstil.
'Psst, Harry!'
Halverwege de gang op de derde verdieping draaide hij zich om en zag Fred en George om het standbeeld van een eenoogige heks met een bochel gluren.
'Wat doen jullie daar?' Vroeg Harry nieuwsgierig. 'Moeten jullie niet naar Zweinsveld?'
'We wilden jou eerst even in kerststemming brengen.' Zei Fred met een mysterieuze knipoog. 'Kom mee...' Hij knikte naar een leeg lokaal links van het beeld en Harry volgde hen.
George deed de deur dicht, keerde zich om en keek Harry grijnzend aan.
'We hebben alvast een kerstcadeautje voor je, Harry.' Zei hij.
Met een zwierig gebaar haalde Fred iets onder zijn mantel vandaan en legde het op tafel. Het was een groot, vierkant en versleten vel perkament waar niets op stond. Harry, die een grap van Fred en George vermoedde, staarde ernaar.
'Wat moet dat voorstellen?'
'Dit, Harry, is het geheim van ons succes.' Zei George, die liefdevol op het perkament klopte. 'Het kost ons moeite om er afstand van te doen.' Zei Fred. 'Maar gisterenavond besloten we dat jij er leer behoefte aan hebt dan wij.'
'En bovendien kennen we het toch al uit ons hoofd.' Zei George. 'We laten het aan jou na. Wij hebben het echt niet meer nodig.'
'Wat moet ik met een stuk oud perkament?' Vroeg Harry.
'Een stuk oud perkament!' Zei Fred, die een gezicht trok en zijn ogen dichtkneep alsof Harry hem zwaar beledigd had.
'Leg jij het maar uit, George.'
'Nou... toen wij eerstejaars waren, Harry, jong, zorgeloos en onschuldig...'
Harry snoof. Hij betwijfelde sterk of Fred en George ooit onschuldig waren geweest.
'... of in elk geval onschuldiger dan we nu zijn, kwamen we op een keer in aanvaring met Vilder.'
'We hadden een mestbom afgestoken op de gang en om de een of andere reden vond hij dat niet leuk.'
'En dus sleurde hij ons mee naar z'n kantoortje en bedreigde ons met het gebruikelijke-'
'-Strafwerk-'
'-Vierendelen-'
'-maar plots viel ons oog op een la van een archiefkast, een la met het opschrift Geconfisqueerd en Levensgevaarlijk.'
'Je gaat me toch niet vertellen...' Zei Harry met een grijns.
'Nou ja, wat zou jij hebben gedaan?' Zei Fred. 'George zorgde voor afleiding door nog een mestbom te gooien en ik trok gauw die la open en griste daar... Dit uit.'
'Het is niet zo gevaarlijk als je zou denken.' Zei George. 'Volgens ons is Vilder er nooit achtergekomen hoe het werkte, maar waarschijnlijk vermoedde hij wel wat het was, anders zou hij het niet in beslag hebben genomen.'
'En jullie weten wel hoe het werkt?'
'Uiteraard!' Zei Fred grijnzend. 'We hebben van dit prachtexemplaar meer geleerd dan van alle leraren bij elkaar.'
'Ga weg.' Zei Harry, die naar het rafelige perkament keek.
'Oh ja?' Zei George.
Hij pakte zijn toverstok, tikte zacht op het perkament en zei: 'Ik zweer plechtig dat ik snode plannen heb.'
Onmiddellijk begonnen zich vanaf de plek waar Fred getikt had dunne inktlijntjes over het perkament te verspreiden. Ze sloten zich aaneen, ze kruisten elkaar, ze drongen tot alle hoeken van het perkament door en toen begonnen er bovenaan letters te vrescheinen. Grote, groene, krullerige letters die verkondigde: De heren Moony, Wormtail, Padfoot en Prongs, Toeleveraars van Technische trucks voor toverstreken presenteren met gepaste trots: DE SLUIPWEGWIJZER.
Het was een plattegrond waarop het kasteel en het schoolterrein tot in de kleinste details waren afgebeeld, maar het opmerkelijkste waren de minuscule inktstipjes die over de kaart bewogen en die stuk voor stuk in piepkleine lettertjes een naam droegen. Verbijsterd boog Harry zich over de kaart. Volgens het opschrift bij een stipje in de linkerbovenhoek ijsbeerde Professor Perkamentus op dat moment door zijn studeerkamer, sloop Mevrouw Norks, de kat van de conciërge, rond op de tweede verdieping, danste Foppe de klopgeest door de prijzenkamer en zat Mare's hond Dog trouw bij de ingang van het kasteel op zijn baasje te wachten. En terwijl Harry zijn blik over de vertrouwde lokalen en gangen liet gaan, viel hem nog iets op: op de kaart stond een heel gangenstelsel afgebeeld waar hij nog nooit geweest was en diverse gangen leidde zo te zien rechtstreeks-
'Rechtstreeks naar Zweinsveld.' Zei Fred die de loop van een gang volgde met zijn vinger. 'In totaal zijn er zeven geheime gangen. Vilder weet van deze vier...' hij wees ze aan, 'Maar we zijn ervan overtuigd dat wij de enigen zijn die deze drie kennen. Die achter de spiegel op de vierde verdieping hoef je niet te proberen. Die hebben we tot aan vorige winter gebruikt, maar hij is ingestort, totaal geblokkeerd. En we denken dat nooit iemand gebruik maakt van deze gang, omdat ze de Beukwilg precies boven de ingang hebben geplant. Maar deze loopt rechtstreeks naar de kelder van Zacharinus. Zo zijn wij heel vaak gegaan. En zoals je misschien al gezien hebt, bevindt de ingang zich vlak bij dit lokaal, namelijk achter de bochel van die oude heks.'
'Moony, Wormtail, Padfoot en Prongs.' Verzuchtte George, die op de titel van de kaart klopte. 'We zijn hun veel dank verschuldigd.'
'Nobele mannen, die onvermoeibaar hebben gezwoegd om nieuwe generaties wetsovertreders van dienst te zijn.' Zei Fred plechtig.
'Oke.' Zei George. 'Vergeet vooral niet op hem schoon te vegen als je hem gebruikt hebt-'
'-anders kan iedereen hem lezen.' Voegde Fred er waarschuwend aan toe.
'Je tikt er gewoon opnieuw op en zegt: "Snode plannen uitgevoerd!" En dan wordt hij weer blanco.'
'Dus, Harry, jonge vriend.' Zei Fred die een griezelig goede imitatie van Percy gaf. 'Zorg dat je je gedraagt!'
'En we zien je wel bij Zacharinus.' Zei George met een knipoog. Voldaan grijnzend verlieten ze het lokaal.
Harry bleef nog even achter en staarde naar de wonderbaarlijke kaart. Hij zag hoe de piepkleine, getekende mevrouw Norks linksafsloeg en aan iets op de grond snoof. Als Vilder die gang echt niet kende... dan hoefde hij helemaal niet langs de Dementors... Maar terwijl hij dat opgewonden bedacht, welde iets wat Meneer Wemel ooit had gezegd op in zijn geheugen. "Vertrouw nooit iets wat zelf kan denken als je niet kunt zien waar zijn brein zich bevindt." Die kaart was duidelijk een van de voorwerpen waar meneer Wemel voor gewaarschuwd had... Technische Trucks voor Toverstreken... Maar hij wilde hem alleen gebruiken om bij Zacharinus' Zoetwarenhuis te komen, redeneerde Harry. Hij was niet van plan om iets te stelen of iemand aan te vallen... En Fred en George hadden hem blijkbaar jarenlang gebruikt zonder dat er iets vreselijks was gebeurd... Harry ging met zijn vinger langs de geheime gang naar Zacharinus.
Plotseling, alsof hij een bevel had gekregen, rolde hij de kaart op, stopte hem in zijn gewaad, liep haastig naar de deur van het lokaal en opende hem op een kiertje. Niemand te zien. Heel voorzichtig ging hij naar Buiten en sloop achter het standbeeld van de eenoogige heks. Harry ging door de ingang en liep door de ellenlange tunnel naar Zacharinus, maar het resultaat mocht er zijn. Hij kwam uit in de kelder en liep naar boven, de winkel in.

De zus van Anna ZwartsWhere stories live. Discover now