Zoals normaal

9 0 0
                                    

Gisteren is het bekend gemaakt, we zijn nu zo ver van de aarde verwijderd dat zij niet meer levend zullen terugkeren. Vanaf nu zullen ze minder op hun hoede zijn en sneller risico's nemen. We waren aan het begin van de reis gewaarschuwd over de lange duur ervan, maar volgens mij hebben ze niet geluisterd. Amateurs, volgens mij dringt het nu pas tot hen door waar ze zich voor hebben aangemeld. Het nieuws dat ze niet meer levend zullen terugkeren een openbaring, waar ze niet op waren voorbereid. Nu moeten ze namelijk hun beslissing onder ogen zien, hun beslissing om hun families achter te laten, om de held te spelen voor zowel de mensheid als het heelal.

Ik heb al vaker deel uitgemaakt van een reis zoals deze, een reis waar mensen zich voor aanmelden zonder te weten wat er werkelijk zal gebeuren en waar ze de gevolgen van hun beslissingen te laat onder ogen zien. Dit soort reizen zijn zo oud als de mensheid zelf, mensen worden overgehaald om iets te doen, om de mensheid te redden van een zogenaamd gevaar en iedere keer keert niemand levend terug. Ik wel, ik leef al langer dan alle mensen op dit schip samen. Ik heb de mensen dezelfde fouten keer op keer zien maken, fouten waar ze nooit van leren. Iedere keer weer huren ze mij in, omdat ze bescherming willen van monsters die ze misschien zullen tegenkomen, terwijl zij zelf met de eer zullen strijken voor het verslaan van deze zogenaamde monsters, maar ik kan hen niet beschermen van de monsters die hen uiteindelijk te pakken zullen krijgen, die monsters zijn er namelijk al vanaf dag 1.

Opeens klinkt er een harde knal en het schip schudt hevig heen en weer. Vanuit mijn zit plek kijk ik om mij heen, niemand lijkt in paniek en het alarm gaat ook niet af, de ijzeren vloer is niet gebaad in rood licht zoals gebeurt in een alarm situatie. "Dames en heren, we bereiden ons voor om te landen, gaat u alstublieft allemaal zitten en doe uw riemen om. Alvast hartelijk bedankt", zodra de robotische vrouwenstem stopt met praten komt iedereen in beweging. De bemanningsleden gaan staan in groepen van vier en marcheren naar hun toegewezen zitplaatsen.

Ik sta op van mijn zit plaats en baan me een weg door de georganiseerde menigte. Via een zilver gekleurde gang kom ik bij de brug aan. De deuren gaan met een suisgeluid open en ik loop naar binnen, waarna de deuren met hetzelfde geluid weer dicht gaan. "Wat is de bedoeling van deze landing?", vraag ik ongeduldig, "Waarom weet ik er niets vanaf?", "Omdat het een recente verandering is natuurlijk, anders had u het echt wel eerder geweten. We hebben net een melding gekregen vanuit district 997, het district waar we nu in zitten, over vreemde verdwijningen. Blijkbaar zijn er de afgelopen tijd meerdere wezens op mysterieuze wijze verdwenen. Wij hebben de opdracht gekregen om deze oorzaak uit te zoeken." De kapitein klinkt veel te optimistisch. "En wat zou ik dan moeten doen?" vraag ik, "Oh, gewoon zoals normaal." Dit is namelijk niet de eerste keer dat we ergens zijn geland tijdens deze reis, omdat er een onverwacht probleem optreedt, meestal moet er dan met een wezen worden afgerekend dat zij gecategoriseerd hebben als gevaarlijk. Dit is waarom ik ben ingehuurd, om de zaken af te handelen die zij niet onder ogen willen zien, het doden van een wezen bijvoorbeeld.

"Nu moet ik toch echt vragen of u uzelf wilt vastmaken", zegt de kapitein vrolijk, "We gaan namelijk landen". Ik knik, draai mij om en loop naar de dichtstbijzijnde stoel, ga zitten en maak mezelf vast. "Dames en heren, wij gaan nu landen. Ik herhaal, wij gaan nu landen".

De planeet ziet er uitgedroogd uit, rood zand met om de zoveel meter het witte skelet van een lang vergane boom. In de verte zijn bergen te zien en er waait een droge wind. "Volg mij!" roept de kapitein, in zijn hand heeft hij een apparaat dat hem moet helpen met het vinden van ons doel, hoe het werkt weet ik niet, dat hoef ik niet te weten. Vol zelfvertrouwen begint hij met grote stappen naar voren te lopen, richting de bergen.

Na een paar uur lopen roept de kapitein: "Halt, niet verder!" en iedereen stopt met lopen. Wij zijn bij de bergen aangekomen, maar het blijken helemaal geen bergen te zijn. Het zijn openingen naar een ondergronds grottenstelsel. De openingen zijn wel zeven man groot, vijf man wijd en zo donker als de vervuilde nacht op aarde. "Wie gaat eerst?", vraagt de kapitein opgewekt. Waarom hij dat zo blij kan zeggen weet ik niet, misschien omdat hij inmiddels ook doorheeft dat zijn bemanningsleden dankzij het nieuws van gisteren minder waarde zullen hechten aan hun eigen leven? Dat zij vanwege het nieuws eindelijk door hebben dat zij hun familieleden verlaten hebben voor een onzinnig doel. Ik denk dat de kapitein ook door heeft dat zijn bemanningsleden hierdoor minder waarde zullen hechten aan hun levens, omdat ze het gevoel hebben dat zij niks meer te verliezen hebben. Inmiddels is een jong bemanningslid van rond de twintig zomers naar voren gestapt en met een licht in de handen loopt hij voorzichtig via de opening de grot in. Dit mens zal de eerste zijn van velen die hun leven zullen wagen. De kapitein wacht een paar minuten, luistert aandachtig en tuurt naar de donkere opening. "Alles oké daarbinnen?". Een paar seconden later roept de stem van het avontuurlijke bemanningslid terug dat alles goed gaat. "Iedereen volg mij!", roept de kapitein en met zijn eigen licht in handen loopt hij net zoals het bemanningslid van een paar minuten geleden de grot in met de andere bemanningsleden op zijn hielen en ik sluit de rij.

Zoals normaalWhere stories live. Discover now