'Pijnlijk, maar niet onaangenaam,' zegt hij met een stem die net zo donker is als zijn ogen.

Mijn wangen worden warm. Snel ga ik door met mijn handelingen, probeer zo mijn emoties onder controle te krijgen, maar mijn hart beukt in mijn keel, mijn ademhaling versnelt en mijn vingers trillen. Ik knijp een seconde mijn handen in een vuist voordat ik verder ga.

Hij laat bijna onhoorbaar een beetje lucht ontsnappen als hij zijn lichaam iets terugtrekt, weg van mijn handen.

'Sorry,' mompel ik.

Met zijn ellebogen duwt hij zijn lichaam omhoog van de tafel, bungelt zijn benen over de rand. Nu hij zit lijkt hij nog groter en massiever. Zijn dansende ogen glijden over mijn lichaam en ik voel me naakt, ondanks mijn spijkerbroek en hoodie.

'Je moet blijven liggen, ik weet niet of je...'

Zijn grove hand omsluit de mijne. Ik staar naar de kapotte knokkels. Ik wil de vingers van mijn andere hand naar de gewonde huid brengen, maar het kneepje dat erop volgt voorkomt de aanraking. Langzaam begeleidt hij mijn hand naar de rode plek, verstevigt zijn greep en tegelijkertijd de druk op de pijnlijke plek. Ik kan het hematoom voelen.

'Je rib is gekneusd.' Mijn stem klinkt hees. Wat gebeurt er met me? Elke aanraking is als olie die op het gloeiende vuur in mijn buik wordt gegoten.

'Ik help je wel, Dok.' Hij beweegt mijn hand in een strelende beweging naar beneden.

Ik hap naar adem, hij zal toch niet...? Het satijn voelt zo glad, kietelt mijn handpalm. Zijn ademhaling hapert als mijn hand over zijn lies gaat, slechts een centimeter verwijderd van zijn groeiende verlangen. Ik kijk op, hij slikt een lach in. Halverwege zijn been laat hij mijn hand een paar seconden op de huid rusten en stuurt hem dan naar de binnenkant toe. 'Daar.' Zijn stem is schor, zijn hete adem kietelt mijn wang.

Ik schraap mijn keel. 'Kun je je been bewegen?'

Hij kreunt als hij zijn knie optrekt, maar ik vraag me af of het een kreun van pijn of van genot is.

'Ik denk dat je een spier hebt verrekt, wil je even gaan staan?'

Nog voordat ik mijn zin heb afgemaakt, springt hij van de tafel. Zijn lichaam raakt het mijne, zijn armen omsluiten mijn middel als ik achteruit dreig te wankelen. In een reflex leg ik mijn handen tegen zijn borstkas.

'Doet het pijn?' probeer ik in een poging mijzelf niet te verliezen.

Hij verlaagt zijn blik naar mijn handen, zijn krachtige armen nog steeds om mijn lichaam.

'Integendeel,' zegt hij zonnig.

Even weet ik niet meer wat ik moet zeggen of wat ik moet doen. Hij is sexy en hoffelijk tegelijk, mannelijk op een tedere manier en dan dat krachtige, gespierde lichaam dat schreeuwt om... Ik duw me van hem af. 'Dan zal het wel meevallen.'

Hij houdt mijn blik vast, terwijl hij met zijn tong over zijn onderlip gaat. Er verschijnen rimpeltjes om zijn ogen.

'Ga maar weer zitten.' Ik strijk een lok achter mijn oor en roep vanbinnen mijn lichaam tot de orde. Even aarzel ik voordat ik dichterbij kom. Het liefste wil ik iedere aanraking vermijden, zijn geur, als natgeregende aarde, ik kan nauwelijks meer helder denken. Ik probeer me te concentreren op de snee bij zijn wenkbrauw, maar het lijkt alsof zijn ogen magneten zijn. 'Ik ga het eerst even schoonmaken, dat kan vervelend aanvoelen,' zeg ik, blij dat ik een reden heb om de afstand tussen ons weer te vergroten.

'Ik denk het niet, Dok.' Op zijn gezicht verschijnt een boosaardig genoegen.

Ik smoor een vinnige reactie. Met trillende vingers bevochtig ik een watje met alcohol. Zonder hem aan te kijken begin ik de wond te deppen, eigenlijk iets harder dan nodig is en hij gromt als de vloeistof zich vermengt met de kapotte huid.

Fronsend kijk ik hem aan.

'Volgens mij geniet je hiervan.' Geen vraag, een bevestiging.

'Waarvan?' flap ik eruit.

Zijn antwoord dat uitblijft laat de spanning tussen ons groeien. Ik begin het hechtdraad door de naald te rijgen als ik over mijn schouder naar hem kijk. 'Wil je verdoving?'

Zijn blik rust op mijn billen, strakgespannen in de vale spijkerbroek die ik allang naar de kringloop had moeten brengen. Als ik had geweten dat ik op een zondagavond nog op pad moest, dan had ik wel wat anders aangetrokken. Hij kijkt goedkeurend naar me op. 'Nee, maar wel iets anders.'

Ik draai me met een ruk om. 'Doen we het zonder.'

De eerste steek moet pijnlijk zijn maar hij geeft geen kik. Bij de derde kijk ik opzij. Hij bestudeert me aandachtig, zijn gezicht is een mengeling van verlangen en pijn.

'We kunnen even rusten als het nodig is?'

Hij perst zijn lippen tot een smalle streep. 'Het gaat prima.'

Razor slaakt een diepe zucht als ik verder ga. Ik kijk naar de verschillende littekens die zijn gezicht ontsieren. 'Waarom doe je dit?'

Langzaam ontspant hij zich onder mijn handen. 'Omdat dit het enige is waar ik goed in ben.'

Ik verplaats mijn blik naar de bobbel op zijn neus. 'Gebroken?'

'Soms loop ik een blauwtje.' Zijn ogen twinkelen gevaarlijk als hij zijn hand losjes tegen mijn heup legt.

Ik smoor een kreetje en concentreer me op de laatste knoop die ik leg. 'Dat krijg je als je te brutaal wordt.' Ik gluur zijdelings naar de hand die nog steeds op mijn heup rust.

'Ik vind dit niet brutaal.'

Smalend trek ik een wenkbrauw op.

Zijn lach bevat een sensuele belofte als hij zijn hand over de ronding van mijn bil naar beneden laat glijden. 'Dat is brutaal,' hijgt hij in mijn nek en knijpt tegelijkertijd in mijn bil.

Mijn hart mist een slag, een aantal centimeter onder mijn navel groeit een niet te stillen honger die zich kloppend verspreid. 'Dat klopt,' fluister ik.

Aangemoedigd door mijn gebrek aan weerstand brengt hij zijn lippen naar mijn hals en laat het puntje van zijn tong omhooggaan tot net onder mijn kaaklijn. 'En dat,' mompelt hij in mijn haar

Ik kan niet helder meer denken, mijn mond is kurkdroog geworden en er spat iets uiteen in mijn lichaam. Het voelt alsof de vloer onder mijn voeten wegzakt. 'Ja,' kreun ik, 'Veel te brutaal.'

Zijn lippen beginnen een zoektocht over mijn kin en als hij de welvingen vindt, aarzelt hij, alsof hij serieus overweegt om nu te stoppen.

Als antwoord open ik mijn mond een beetje en ga ik op mijn tenen staan. De uitnodiging is onmiskenbaar, het verlangen, bijna pijnlijk, raast als een stom door mijn binnenste. Hoe onprofessioneel dit ook is, ik kan het niet stoppen, ik moet hem kussen. Ik voel elk woord dat van zijn mond naar mijn lippen vloeit, een stroom hete, uitzinnige lucht.

Ik laat het even toe dat hij zijn tong plagend langs de rondingen van mijn lippen streelt tot hij dwingend naar binnen dringt. Zijn kus is warm, vol liefde en smaakt naar meer. Ik druk mijn heupen tegen hem aan en tegen het kloppende gevoel van zijn lichaam. De kus wordt intens, vurig en hij hijgt van genot als hij tenslotte een klein beetje afstand neemt.

'En, Dok?' mompelt hij tegen mijn lippen. 'Moet je mij nog verder onderzoeken of laten we het hierbij?'

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Dec 19, 2019 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

Invalbeurt {Contemporary Short Story - Dutch}Where stories live. Discover now