Meisje uit het Rood

X.

Je bent vrij,
Je loopt weg van de put,
Loopt naar huis,
Knuffelt je zusje, lacht met je ouders.

Je loopt je kamer in,
Doet de gordijnen open,
Stoft je bureau af,
Hangt vrolijke foto's op.

Een straal zonlicht valt je kamer in,
Weerkaatst in de spiegel die daar hangt,
Je spiegelbeeld spreekt je toe,
Vertelt je dat je niets bent.

Ik zie je twijfelen, 
Ik ren naar je toe, 
Maar je houdt me op afstand.
Wat ga je doen.

Je loopt naar de spiegel,
Kijkt naar je spiegelbeeld,
Wat je vertelt dat je niets bent.
Je glimlacht bitter.

Je heft je hand en slaat het glas,
Barsten verspreiden zich,
Stukjes glas vallen op de grond,
Je spiegelbeeld verdwijnt.

Je bent jezelf,
Je hebt de depressie overwonnen. 
Je bent weer vrij,
Nu kan je leven opnieuw beginnen.

Meisje uit het rood,
Je hebt gevochten,
Je hebt geschreeuwd, 
Je hebt gehuild.

Maar nu is alles beter,
Nu kan je genieten van het leven,
Nu is alles beter,
En het wordt alleen nog maar beter. 

Meisje uit het rood,
Onthoud dat ik er altijd ben.
Je hebt de strijd gewonnen,
Jij, meisje uit het rood, Roux.