Pas toen ze op Zweinstein aankwamen hoorde ze het verhaal van de vliegende auto. Ze besloot per direct om op Harry en Ron te wachten voor het portret van de dikke dame. Mare was haar gevolgd omdat ze zelf niet wist waar de leerlingenkamer van Griffoendor was. Ze vlogen overeind toen Harry en Ron aan kwamen sloffen. Anna keek hen grijnzend aan en Mare eerder opgelucht omdat ze niet van school waren gestuurd. 'Ik geloof dat een dubbele felicitatie wel op z'n plaats is.' Zei Anna. 'Een voor de ingenieuze aankomst en ook een voor het feit dat jullie hier nog steeds rondlopen.' Anna's grijns was aanstekelijk en ook Harry en Ron keken elkaar nu enig sinds nerveus grijnzend aan. Maar toen ze haastige voetstappen hoorden en zich omdraaiden, kwam Hermelien aanhollen.
'Dus daar zijn jullie! Waar waren jullie toch? Er gaan de meest idiote geruchten rond. Iemand zei dat jullie van school waren gestuurd omdat jullie waren neergestort met een vliegende auto.'
'Nou, we zijn niet van school gestuurd.' Stelde Harry haar gerust. 'Je wilt toch niet zeggen dat jullie inderdaad naar school zijn gevlogen?' Zei Hermelien bijna net zo streng als professor Anderling.
'Je wilt dat ze liegen?' Vroeg Anna, bijna oprecht verbaasd. 'Geen gepreek, graag.' Zei Ron ongeduldig. 'Zeg liever wat het nieuwe wachtwoord is.'
'Het wachtwoord is "knorhaan", maar daar gaat het niet om.' Zei Hermelien. Haar woorden werden afgekapt door de dikke dame. 'Ja, heel slim. Zeg even het wachtwoord voor iedereen als er andere afdelingen bij zijn.' Zei de dikke dame nijdig met een knikje naar Mare. 'Maakt u zich maar geen zorgen hoor. Ik heb niks te zoeken in de leerlingenkamer van Griffoendor, Mevrouw.' Zei Mare beleefd. 'Ik mag jou wel, maar dat betekend niet dat ik je binnenlaat.' Zei de dikke dame en ze zwaaide open voor de andere. Er barste een stormachtig applaus los. Anna begon nog breeder te grijnzen. Zo te zien was heel Griffoendor nog op en samengepakt in de ronde leerlingenkamer. Mensen stonden op de scheve tafeltjes en vormeloze fauteuils te wachten tot ze zouden arriveren en armen reikten door het portretgat en hesen Harry en Ron naar binnen. Hermelien en Anna moesten in hun eentje achter hen aan klauteren en Mare liep weg in de richting van de leerlingenkamer van Huffelpuf. De andere Huffelpufs zouden vast willen weten wat er gebeurd was.
'Briljant!' Riep Leo Jordaan. 'Perfect! Wat een entree! Met een vliegende auto tegen de beukwilg vliegen! Daar wordt over tien jaar nog over gepraat!'
'Meesterlijk!' Zei een vijfdejaars die Harry nog nooit eerder had gesproken. Iemand klopte op Harry's rug alsof hij een marathon had gewonnen. Fred en George wrongen zich door de menigte en zeiden in koor: 'Waarom hebben jullie ons niet terug laten komen?' Ron had een kop als vuur en grijnsde opgelaten, maar Anna zag één persoon die heel wat minder blij leek. Boven de hoofden van een stel opgewonden eerstejaars zag ze Percy, die blijkbaar bij hen in de buurt probeerde te komen om hen eens goed de les te lezen. Anna gaf Ron en Harry een por en knikte naar Percy. Ze begrepen de hint meteen. 'We gaan maar eens naar boven, we zijn een beetje moe.' Zei Ron en ze baanden zich een weg naar de deur aan de andere kant van de kamer, die naar de wenteltrap en de slaapzalen leidde. 'Welterusten!' Riep Harry over zijn schouder naar Hermelien, die even afkeurend keek als Percy, waardoor Anna zo mogelijk nog breder grijnsde.
Terwijl handen nog steeds op hun schouders sloegen wisten ze eindelijk de andere kant van de leerlingenkamer en de rust van de wenteltrap te bereiken. Ze liepen haastig de trap op, helemaal tot boven in de toren en de deur van hun oude slaapzaal, waar nu een bordje met "Tweedejaars" op hing. Ze gingen de vertrouwde ronde kamer binnen, met vijf hemelbedden met rode fluwelen gordijnen en hoge, smalle raampjes. Hun hutkoffers waren al naar boven gebracht en stonden aan het voeteneinde van hun bed. Ron grijnsde schuldbewust tegen Harry. 'Ik weet dat ik daar eigenlijk niet van mocht genieten, maar...' De deur van de slaapzaal vloog open en de andere Tweedejaars Griffoendors kwamen binnen: Simon Filister, Daan Thomans en Marcel Lubbermans.
'Ongeloofelijk!' Zei Simon met een grijns van oor tor oor.
'Cool!' Zei Daan.
'Te gek!' Zei Marcel vol ontzag.
Harry kon het niet helpen. Hij grijnsde ook.

De volgende dag viel er echter bitter weinig te grijnzen voor Harry. Het begon al aan het ontbijt en werd alleen maar erger. De lange tafels van de grote zaal, waaraan de vier afdelingen aten, waren afgeladen met kommen havermout, schalen bakharing, stapels toast en bergen eieren met spek, onder het betoverde plafond dat die ochtend dof en grijsbewolkt was. Harry en Ron gingen aan de tafel van Griffoendor zitten, naast Hermelien, die haar exemplaar van Vakanties met Vampieren opengeslagen tegen de melkkan had gezet. Aan haar nogal stijve 'Morgen,' hoorde Harry dat ze nog steeds boos was om hun vliegende entree, maar Marcel groette hen vrolijk. Marcel had een rond gezicht, het slechtste geheugen dat Harry ooit had meegemaakt en een uitgesproken talent voor ongelukken.
'De post komt zo, ik denk dat oma een paar dingen nastuurt die ik vergeten ben.' Op dat moment kwam Anna letterlijk de Grote Zaal binnen huppelen, met Fred, die haar boekentas droeg, en Mare, die met een grijns naar de vrolijke Anna keek, achter zich aan. 'Waarop draagt Fred Anna's tas?' Vroeg Ron.
'Hij heeft de weddenschap verloren.' Antwoordde Hermelien. 'De nieuwe docent Verweer Tegen De Zwarte Kunsten is een man.' Harry herinnerde zich dat Fred en Anna die weddenschap in het nest gesloten hadden. Als Fred won moest Anna een maand lang doen wat hij zei en omgekeerd.

Harry had net zijn eerste hap havermout genomen toen er inderdaad een geruis klonk boven zijn hoofd en wel honderd uilen de zaal binnenvlogen, door de ruimte cirkelden en brieven en pakjes bij opgewonde pratende leerlingen lieten neervallen. Een groot, bobbelig pak stuitte van Marcel's hoofd en een tel later viel er een grijs ding in Hermeliens melkkan, zodat iedereen met melk werd bespat. 'Egidius!' Zei Ron en hij trok de verfomfaaide uil aan zijn poten uit de melk. Egidius plofte bewusteloos op tafel neer, met zijn poten in de lucht en een natte, rode enveloppe in zijn snavel. Geamuseerd keek Anna ernaar en zelfs vanaf de tafel van Huffelpuf kon Mare de rode enveloppe herkennen.
'Oh, nee.' Zei Ron geschrokken.
'Maak je niet ongerust, hij leeft nog.' Zei Hermelien die zachtjes met haar vinger tegen Egidius duwde. 'Dat is het niet. Het is dat.' Ron wees naar de rode enveloppe. Harry vondt hem er heel gewoon uitzien, maar Ron en Marcel staarden ernaar alsof hij elk moment kon ontploffen.
'Wat is er?' Vroeg Harry.
'Ze-ze heeft een Brulbrief gestuurd.' Zei Ron zwakjes.
'Ik zou hem maar openmaken als ik jou was, Ron.' Fluisterde Marcel schuchter. 'Als je dat niet doet, wordt het alleen maar erger. Oma heeft me er ook 'ns een gestuurd en die heb ik toen niet open gemaakt en...' Hij slikte moeizaam. 'Dat was echt vreselijk.' Harry keek van hun angstige, strakke gezichten naar de rode enveloppe.
'Wat is een Brulbrief?' Vroeg hij, maar Ron had alleen aandacht voor de brief, waarvan de hoeken nu zachtjes begonnen te roken.
'Maak nou maar open.' Drong Marcel aan. 'Dan is het binnen een paar minuten voorbij.'
Ron stak een trillende hand uit, trok de enveloppe voorzichtig uit de snavel van Egidius en scheurde hem open. 'Oren dicht!' Zei Mare tegen Hannah en Susanne. Mare had alles gevolgd vanaf de tafel van Huffelpuf, die naast de tafel van Griffoendor stond. Marcel stopte ook zijn vingers in zijn oren en een fractie van een seconde later later besefte Harry waarom. Even dacht hij dat de brief echt ontploft was. Er daverde zo'n orkaan van geluid door de enorme zaal dat het stof van het plafond viel.

'... DE AUTO STELEN! HET ZOU ME NIKS VERBAASD HEBBEN ALS JE VAN SCHOOL WAS GESTUURD! WACHT MAAR TOT IK JE TE PAKKEN KRIJG, JE STOND ER NATUURLIJK GEEN SECONDE BIJ STIL WAT JE VADER EN IK ZOUDEN DOORMAKEN TOEN WE ZAGEN DAT HIJ WEG WAS...'
Het geschreeuw van Mevrouw Wemel honderd keer keer harder dan normaal, weerkaatste oorverdovend tussen de stenen muren zodat de borden en lepels rammelden. Overal draaide mensen zich om, om te zien wie de Brulbrief gekregen had. Ron zakte zo diep onderuit dat alleen zijn vuurrode voorhoofd nog te zien was. Anna wist dat haar hoofd ook rood was, maar dat was omdat ze heel erg haar best moest doen om niet te lachen. Ze wilde niet lachen, deze keer niet. Uit respect voor Ron. Dit was al erg genoeg. Mare keek alleen met een blik vol medelijden naar Ron. Het was niet oké wat ze gedaan hadden, maar dit verdiende hij toch niet.
'... GISTERENAVOND EEN BRIEF VAN PERKAMENTUS. IK DACHT DAT JE VADER DOOR DE GROND ZOU GAAN VAN SCHAAMTE! ZO HEBBEN WE JE NIET OPGEVOED! JIJ EN HARRY HADDEN WEL KUNNEN VERONGELUKKEN!...'
Harry had zich al afgevraagd wanneer zijn naam genoemd zou worden en hij deed zijn uiterste best om de indruk te geven dat hij de stem die zijn trommelvliezen teisterde niet kon horen.
'ECHT WOEDEND! ER KOMT EEN OFFICIEEL ONDERZOEK NAAR JE VADER EN DAT IS ALLEMAAL JOUW SCHULD! ALS JE NOG EEN KEER OVER DE SCHREEF GAAT HALEN WE JE DIRECT VAN SCHOOL!'
Er viel een galmende stilte. De rode enveloppe, die uit Ron's krachteloze hand was gevallen, vatte vlam en krulde op tot een hoopje as. Harry en Ron bleven verbijsterd voor zich uitstaren, alsof ze overspoeld waren door een vloedgolf. Een paar mensen lachten en geleidelijk begon er weer geroezemoes te klinken. Hermelien sloeg vakanties met vampiers dicht en keek naar Ron's kruin.
'Nou, Ron, ik weet niet wat je verwacht had, maar...'
'Zeg niet dat ik het verdient heb!' Snauwde Ron.
'Ze wil alleen zeggen dat het misschien voor iedereen een tikkeltje comfortabeler was geweest als je die brief op de gang had geopend en niet midden in de Grote Zaal.' Zei Anna.

De zus van Anna ZwartsWhere stories live. Discover now