02 | V e r z w i j g e n

Start from the beginning
                                    

Ze zou willen dat ze het antwoord niet wist. Storm kende zichzelf. Van al haar andere leugens en wandaden hing niks af. Ditmaal ging het om haar leven.

Ze liep richting de tafel met eten en pakte snel een schaaltje. Ze had geen zin in eten, toch moest ze nu iets pakken. Als ze met lege handen terug kwam zouden haar vrienden haar excuus niet geloven. Ze schepte een klein bodempje muesli in de kom en goot de yoghurt er langzaam overheen.

'Kun je even opschieten? Ik moet er ook nog bij,' hoorde ze een kattige stem achter zich zeggen.

Ze draaide zich met een ruk om. 'Je kunt best even wachten,' snauwde ze, bijna direct spijt hebbend van die woorden. Tot ze recht in de groene ogen van Linsay keek. Slangenogen die haar aanstaarden, alsof ze de waarheid kenden.

'Oké, als jij dat zo graag wil, dan wacht ik.' Linsay sloeg haar armen over elkaar en leunde tegen de tafel. Ze was intimiderend lang en dat haar drie kamergenoten Sylvie, Amber en Celeste achter haar stonden, maakte het niet beter. Als een roedel trouwe wolven volgden ze hun leider. Ze hadden eens moeten weten wie die mooie blondine van binnen was

Storm schonk de rest van de yoghurt in. De ogen van het viertal brandden in haar rug. Nu begonnen de problemen.

'Jij hebt het gedaan, hè?' Linsay deed geen moeite om haar woede te verbergen. 

'Ik heb niks gedaan.' Storm draaide zich voor de tweede keer om. Dat Linsay door zou hebben van wie de brief kwam, had ze al gegokt. Alleen dat ze haar midden in een volle kantine zou confronteren niet. Haar ogen gleden over de meisjes. De meesten hadden een pokerface op gezet. Enkel de kleine Celeste, met wie Linsay had staan praten, had rimpels in haar voorhoofd. 

Linsay gooide haar hoofd in haar nek en lachte luid, waardoor haar gelige tanden zichtbaar werden. Het was te overdreven, maar haar vriendinnen lachten aarzelend mee tot Linsays blik bloedserieus werd. 'Geen grapjes, Stormie, ik weet hoe je schrijft. Denk nu niet dat ik je niet ken.'

Stormie... Een koosnaampje. Linsay had duidelijk geen idee wie Storm was. Ze was niet meer het kind van vroeger. Woede probeerde haar angst aan de kant te duwen. Ze probeerde het gevoel geen ruimte te geven. Toch klonken de woorden die uit haar mond vlogen akelig kil. 'Waarom zou ik iets aan jou schrijven?'

'Omdat je stiekem verliefd bent,' mengde Sylvie zich in de discussie. Haar tengere vingers gleden naar Storms zwarte haren die ze met een simpele beweging warrig maakte, waarna haar perfect gelakte nagels terug gleden.

'Blijf van me af!' Storm stapte achteruit. Bijna verkocht ze de brunette een harde duw. Ze kon zich nog net inhouden. Het gelach van Celeste en Amber galmde door haar hoofd. 

Linsay schudde haar ronde hoofd zacht heen en weer. 'Als je niks te verbergen had, werd je niet zo boos. Ik weet dat je die brief onder mijn deur hebt doorgeschoven.'

'Hoe kom je bij die onzin?' Storms vingers klemden zich steviger om het pak yoghurt. 'Ik ben veel te druk voor grappen. Bovendien ben je mijn tijd niet waard.' Ze zette de yoghurt neer, griste haar kom van de tafel en liep zonder Linsay nog een blik waardig te keuren weg. 

Achter zich hoorde hoe het meisje iets tegen haar vriendinnen fluisterde, maar verstaan deed Stom het niet. Even had ze de neiging om zich om te keren en nog een boze opmerking te maken, maar ze wist dat dat niet verstandig was. Nu had Linsay geen grond om op te staan. Als ze zich te veel zou verdedigen, zou ze haar eigen graf graven, dus baande ze zich met ingehouden woede een weg door de zaal. 

Nieuwsgierige blikken volgden haar. Waarschijnlijk wist de hele school binnen een half uur van de woordenwisseling. Gelukkig zou niemand hem begrijpen. Niemand wist van de littekens en de in het verleden begraven vriendschap. Zelfs Linsays "roedel" niet.

Bij haar vriendinnen aangekomen, zette Storm haar kom met een luide klap op de tafel. 'Ik haat die feeks!' Haar hand zocht naar een lepel en toen hij die niet vond gleden haar ogen naar het tafelblad. Een scheldwoord rolde over haar tong. Nu was ze dat ook nog vergeten. 

'Wat moest ze nu weer van je?' vroeg Yusra bezorgd. Het meisje prutste aan de donkerrode kraag van haar schooluniform in een poging een van de vele kreukels eruit te trekken.

'Iemand heeft een grap bij haar uitgehaald,' verzuchtte  Storm. 'Natuurlijk dacht ze dat ik de dader was.'

'En was je dat?' Emily trok een wenkbrauw op. Ze leek erg serieus, alsof het een ernstige misdaad was. Enkel de fonkeling in haar ogen liet zien dat ze het stiekem best wel leuk vond. Ze moest eens weten.

Yusra volgde Emily's voorbeeld en trok haar wenkbrauwen wat verbaasd omhoog. Haar donkerbruine ogen waren op Storm gefixeerd. 

Die schudde direct haar hoofd. 'Ik was aan het hardlopen, daar had ik toch helemaal geen tijd voor?'

'Wat voor een grap was het dan?' vroeg Emily nieuwsgierig. Ze vouwde haar handen samen en leunde wat dichter naar haar toe. 

'Iets met een of andere vage rotbrief,' vertelde Storm met ingehouden woede. Ze zou opgelucht moeten zijn dat haar vriendinnen het slechts als een grap zagen, maar dat lukte haar niet. Ze wilde serieus genomen worden, hoe bang dat haar ook maakte.

'Een brief kun je toch gewoon ophangen en daarna weglopen?' vroeg Emily met een klein lachje. 'Was je het echt niet?'

Yusra duwde haar elleboog in de zij van het meisje. 'Plaag haar niet zo, Em.'

'Auw! Plaag mij niet zo.' Emily schoof het meisje lachend naar de hoek van de bank. Yusra's zwarte sneakers piepten over de vloer. Toen gleden haar ogen weer naar Storm. 'Zeg dat jij het was of ik kietel Yusra dood.' 

Zweet parelde over Storms rug. Nu kwam het. Ergens op de achtergrond hoorde ze nog een "Dat is niet eerlijk" uit Yusra's mond komen. Koortsachtig zocht ze naar woorden. 'Ik ben onschuldig. Als ik iets had gedaan, had de schoonmaakploeg het ongetwijfeld gezien. Tegen de tijd dat ik ga hardlopen zijn ze altijd bij onze gang,' wist ze uit te brengen. Geloof het, wenste ze. Met ingehouden adem keek ze het tweetal aan. Ze probeerde haar mondhoeken omhoog te duwen. 

Yusra keek naar Emily en grinnikte. 'Nou, Em! Stuur al je vriendinnen erop uit om de schoonmakers te ondervragen.' Ze deed een poging de hoge stem van haar vriendin te imiteren. 'Ik wil alles over ze weten, ik moet ontdekken wie deze liefdesbrief op mijn deur gespijkerd heeft, begrepen?'

Storm schoot in de lach. Ze hoorde in haar hoofd de studenten al fluisteren over Linsay die een mysterieuze liefdesbrief had gekregen en hopeloos op zoek ging naar de dader. Ze vond het niet erg dat het verhaal zijn eigen leven zou gaan leiden. Als het ging om een 'liefdesbrief' zou ze nooit verdacht worden. Toch voelde het dubbel. 'Wat mij betreft mag je hen vragen, ik heb niks te verbergen.'

Emily schudde haar hoofd, waardoor haar lange haren voor haar ogen vielen. 'Ik vertrouw je toch, Stormie.' Uit haar mond klonk de koosnaam beter dan uit die van Linsay. 'Bovendien is het een geweldige grap.'

Storm voelde een vlaag van opluchting door haar lichaam gaan. Voor nu was ze veilig. Want "Stormie" was te vertrouwen. Zij was niet iemand die grappen uithaalde en al helemaal niet iemand die dreigbrieven schreef. 'Zullen we ons klaarmaken voor de les?' veranderde ze van onderwerp. De twee meiden knikten instemmend en samen liepen ze naar hun kamer. Voor hen was het gewoon een normale donderdagmorgen. Ze wisten nog niet wat er zou gaan gebeuren. Het schaaltje yoghurt dat onaangeraakt op de tafel achterbleef, had een waarschuwing moeten zijn, maar Storm was de enige die het zag.

Ik weet wie je bentWhere stories live. Discover now