Hoofdstuk 17

31 3 0
                                    

VICTORIA

Lachend kijken ze me aan. Wachtend op een vervolg. Het is al zo laat dat Noah in slaap is gevallen. Mijn andere kleinkindjes zullen dit ook niet meer lang volhouden, net zoals mijn stem. Het is al veel te laat om nog verhaaltjes te vertellen.

'Nu,' zeg ik. 'Nu, is het bedtijd.'

'Oma Viccie!' zeggen ze zeurend.

'Ik duld geen tegenspraak! Iedereen gaat nu mooi zijn eigen bedje in en dan kan ik jullie morgen nog een hele dag verder vertellen.'

'Dat lijkt me goed,' zegt Bram. 'Ik ben doodop.'

'Hoe kan jij nu moe zijn?' zegt Julia. 'Jij doet nooit iets.'

'Ik doe meer dan jou!'

'We gaan nu toch geen ruzie maken? Of wel soms?' zegt Sarah. 'Dit zou een mooi weekendje bij oma Viccie moeten worden.'

'Je hebt gelijk,' zegt Julia. 'Geen ruzie, Bram.'

'Maar jij begon!' roept Bram.

'Nu is het genoeg!' zeg ik streng. 'Iedereen naar bed.'

'Wat doen we met Noah?' vraagt Lucas bezorgd.

'Die laten we hier wel in de zetel slapen,' zeg ik. 'Of nee, Julia en Bram dragen hem wel even naar boven.'

'Oma Viccie,' zeggen ze in samen zeurend.

'Ik duld geen tegenspraak.'

Iedereen staat moe op. Geven me allemaal, één voor één een kusje op mijn wang en slenteren dan de trap op naar boven. Wanneer ook eindelijk Bram, Julia en Noah boven zijn sta ik langzaam op. Ik ruim de restjes pizza op, de kartonnen dozen gooi ik in de vuilbak, en ik begin aan de afwas. Er staan maar liefst tien glazen. Allemaal klaar om af te wassen. Ik laat warm water lopen en spoel de glazen dan één voor één af in het warme water. Daarna droog ik ze af en zet ze in de kast, zoals het hoort. En wanneer alles opgeruimd is ga ik ook maar eens slapen. Helemaal klaar om weg te dromen, loop ik de trap rustig op. Ik ga nog even bij iedereen kijken of ze wel écht slapen en kruip daarna mijn eigen bedje in. En met een heerlijk gevoel in mijn buik, en een warm lakentje over me heen, droom ik weg, op een weg naar Dromenland.

De volgende ochtend wordt ik laat wakker. Om tien uur om precies te zijn. En ja, dat is laat voor iemand zoals ik. Wanneer ik eindelijk uit mijn heerlijke bed kom, om tien over tien, ga ik even langs in alle kinderkamers. Alle bedden zijn al leeg. Ze zullen al naar beneden zijn en een beetje tv aan het kijken zijn, zeker. Wanneer ik beneden ben blijkt dat echter niet zo te zijn. Ik wil net naar de keuken lopen wanneer Emma me kruist. Ze komt van de tuin naar binnen.

'Goeie morgen, Oma Viccie,' zegt Emma. 'Geen zorgen, vandaag zorgen wij voor ontbijt.'

Ik glimlach mijn sprakenloosheid weg en volg haar naar de tuin-picknickplek. Als je in een Villa woont, dan moet je het goed doen. Dat is toch wat ik mijn kinderen altijd aangeleerd heb. Ik heb voor iedereen een kamer, maar een picknick plekje was ik zeker niet vergeten. Emma gaat me voor. We lopen over het gras naar het plekje. Iedereen zit al aan tafel, behalve Bram en Julia.

'Ze zijn toch geen ruzie aan het maken, hoop ik?' zeg ik.

'Ik hoop ook van niet,' zegt ze.

Ze glimlacht kleintjes.

Het gras onder mijn voeten is vochtig, maar aangenaam om op te lopen. Ik ruik de heerlijke geur van de bomen. Maar ook van eten. Ik kom dichter bij de picknicktafel en iedereen staart me lachend aan.

'Goede morgen, Oma Viccie,' zeggen ze in koor.

Zelfs Milan is er, de jongste. Hij zit op Lotte haar schoot en kijkt me vragend aan.

'Goeie morgen, kleine schatjes van me,' antwoord ik.

Ik ga rond en geef iedereen een zoen. Daarna neem ik ook plaats aan de picknicktafel. Julia en Bram komen aanrennen.

'Goede morgen!' zeggen ze in koor.

'Jullie zijn blijkbaar allemaal familie,' zeg ik lachend.

Ze kijken elkaar vragend aan.

Ik inspecteer de tafel eens. Een kan versgeperst fruitsap, een mand vol fruit, twee korfen vol met allerlei bruin brood, een bord vol met pannekoeken, een kookpot met gebakken eitjes, allerlei soorten confituur en charcutrie en nog meer van al dat lekkers.

'Dit ziet er echt heerlijk uit,' zeg ik. 'Bedankt allemaal, en tast toe, zou ik zeggen.'

Meteen doet iedereen wat ik zeg. Iedereen propt zijn buikje vol, zo heb ik het graag. Zelfs Milan eet al volop mee. Zo schattig.

Na het ontbijt blijven we nog even aan de tafel zitten.

'Wil je misschien verder vertellen, Oma Viccie?' vraagt Noah.

'Natuurlijk,' zeg ik. 'Wie weet er nog waar ik was?'

'Je was niet thuis komen slapen en Bompi Gus maakte zich daar zorgen om, toch?' vraagt Noah.

'Neen, we waren al een stukje verder.'

'Je had net je eerste afspraakje met Opa gehad,' verbeterd Lotte.

En toen herinnerde ik het me weer.

'Wel,' zeg ik. 'Dan is het nu de dag dat...'

How did you meet him ?Where stories live. Discover now