Proloog

16 0 0
                                    

De markt was gevuld met mensen, het had meer weg van een mierenhoop dan van een illegale markt. Ik vloekte zacht en probeerde me tussen de krioelende massa heen te wringen, op zoek naar een comfortabel uitkijkpunt.

Lagos was een bruisende stand met meer dan twintig miljoen inwoners. Althans, dat was het officiële aantal. Het was ook een vuilnisbelt.
Het was een grote stad die zich verspreidde over meerdere eilanden, met kleine centra en grote krottenwijken waarvan ik de aandrang kreeg te kotsen. De centra van de eilanden waren daarentegen goed schoongehouden, met dank aan de vele rijke inwoners. Daar was ik nu helaas niet echt in de buurt, het merendeel van de bewoners van Lagos moest namelijk rondkomen van ongeveer 400 NGN (1 euro) per dag.

Dat was niet de reden voor mijn bezoek. Als ik in Nigeria was geweest om mensen te helpen had ik waarschijnlijk een ander paspoort nodig gehad. Mijn valse identiteitsbewijs zat in mijn zak, samen met een lang mes en een revolver waarvan ik de betrouwbaarheid in twijfel trok: het wapen zag eruit alsof het rechtstreeks uit een negentiendeeeuws museum was gevist. Ik besloot dus van mijn mes uit te gaan voor het geval ik in de problemen zou komen. Ik zou het waarschijnlijk toch niet nodig hebben.
In mijn rugzak zat een AW50, Dit was een wapen voor verre afstanden, en ideaal voor de gelegenheid.
Dit wapen is namelijk ontworpen door Britten, en Nigeria is een vroegere kolonie van Groot-Brittannië, in het geval dat mensen die de moord zouden onderzoeken erachter kwamen met welk wapen de moord was gepleegd, zou het een politieke discussie laten opwaaien die een stok in het mierennest dat Lagos heette zou steken.

Ik wurmde me tussen de mensen door terwijl ik God dankte voor de drukte; geen van de mensen die zich verzamelden voor de veiling had een reden om op het kleine meisje met de witte huid te letten dat op het nauwe marktplein de weg probeerde te vinden. Ik probeerde om me heen te kijken op zoek naar een manier om omhoog te komen om uitzicht te hebben op de markt, maar mijn zicht werd geblokkeerd door langere mannen. Met mijn schamele 1 meter 50 was het vaker lastig om tussen mensenmassa's heen te komen, ik ga er vanuit dat dat is hoe brugklassers zich voelen op hun eerste dag.
Het had wel voordelen; geen van de lange mannen keken omlaag om te zien dat ik een witte huid had, en dus kwam ik vrij onopgemerkt door de menigte heen.

Ik vond een paar kisten waar ik op sprong, en ik had eindelijk wat overzicht van de situatie: de schreeuwende verkopers die probeerden zoveel mogelijk waren te verkopen voordat de chaos uit zou breken die uiteindelijk het merendeel van hun goederen zou vernietigen hadden zich opgesteld in een lange lijn van kraampjes, tegenover die lijn was een podium waar de mooiste spullen werden verkocht. Hoger zag je gebouwen, hoge gebouwen, daar was ik naar op zoek. Achter het podium was een hoger, bakstenen gebouw. Het zag eruit als een herenhuis, waarschijnlijk een overblijfsel uit de tijd van de kolonisatie. Oude bakstenen zijn niet moeilijk om op te steunen, als ik zou moeten klimmen, en dus besloot ik me weer in de krioelende mensenmassa te storten om me een weg te banen naar het gebouw.

Eenmaal aangekomen probeerde ik een weg te vinden naar boven, eenmaal op het dak zou ik me goed kunnen plaatsen en overzicht hebben voor het geval dat iemand naar boven zou willen komen. Het huis ernaast had een trap, ik stapte erop en trok mezelf op aan het dakje boven de deur, toen ik op het dakje stond zag ik dat er een lantaarn op een afstandje hing. Ik inspecteerde de lantaarn: het zag er betrouwbaar uit, maar wanneer ik er eenmaal aan zou hangen zou ik snel weer verder moeten kunnen klimmen: ik besloot het mes uit mijn zak te halen en het ik het cement tussen de bakstenen te steken. Het lukte; het cement was oud, net als het gebouw, ik zou het als houvast kunnen gebruiken samen met uitstekende bakstenen.
Ik trok het mes uit het cement en waagde de kleine sprong naar de lantaarn. Ik greep de lantaarn met een hand vast en stak mijn mes in het cement een paar bakstenen hoger, ik trok me op en ging op de stalen lantaarn staan terwijl ik het mes eruit trok. Ik haalde diep adem en keek om me heen: ik was nu meerdere meters boven de grond, in een klein steegje om de hoek van het marktplein. De kans dat iemand op de grond me nu nog zou zien was klein, en mensen in Lagos kijken niet graag uit het raam. Ik haalde diep adem en bereide me voor op de klim met alleen mijn met en mijn vingers als hulpmiddel.

---

Ik greep de dakrand vast en trok me een laatste keer vloeiend op om mijn been over de rand te slaan. Voor het eerst keek ik naar beneden: de grond leek schrikwekkend ver van me verwijderd.

De meeste herenhuizen uit de negentiende en twintigste eeuw hebben hekken op het dak, vraag me niet waarom maar ook in Nederland en Engeland, in de delen waar ik was geweest waren de huizen op die manier gebouwd. Ik haalde nog een keer diep adem om bij te komen van de drukte van het marktplein en haalde toen mijn rugzak van mijn rug af, trok de fles water eruit en dronk een paar slokken. Toen pakte ik mijn wapen en kroop naar de andere kant van het dak.

Ik verbaas me er altijd over hoe weinig aandacht mensen hebben voor wat er boven hen afspeelt. De mensen beneden hadden alleen maar aandacht voor het slecht opgebouwde podium, en ik voelde van boven de spanning nog groter worden toen er een smalle man het podium opstapte. De man stak zijn armen omhoog en het plein werd stil, met alleen nog wat geroezemoes vanuit de kraampjes.

Ik kreeg het gevoel dat ik altijd krijg voordat ik schiet: onzekerheid. Wat als?

Het is een vervelend gevoel, dat zeker. Maar wat als is geen vraag die iemand zichzelf moet stellen: Angst is een illusie en een angst is geen garantie dat die illusie word waargemaakt, ik heb nu al drie jaar niet meer misgeschoten op een missie, en ik zou me geen zorgen moeten maken als ik zou misschieten: alles wat het zou doen is een gat maken ik het houten platvorm waar de man op stond, en ik zou alleen overnieuw hoeven richten om hem te doden.
Het vervelende was alleen het gevoel.
En ik wilde niet langer in Lagos blijven.

De man was beneden aan zijn toespraak begonnen, maar ik lette niet op de man, ik had mijn ogen gericht op de vrouw die de deur had geopend om de man naar buiten te laten. Naar wat ik wist speelde zij de spelletjes, en was de man niet veel meer dan een marionet. Niet dat het heel belangrijk was; iemand wilde haar dood, en ik was degene met het geweer.

Ik keek nog even naar haar: niet veel langer dan ik, maar een knapper gezicht, bredere heupen ook. Ik vroeg me even af hoe ze de man had overgehaald om op het podium te presenteren, besloot dat ik het niet wilde weten en verschoof mijn geweer zodat het in haar richting stond.

Ik haalde nog een keer diep adem en keek langs het vizier om te zien of het doelwit al in de buurt was, toen ik tevreden was over de manier waarop mijn geweer stond stelde ik het vizier in op haar borst.

Het hoofd beweegt altijd teveel, en met een geweer als de AW50 zou ik me geen zorgen hoeven maken over hoe dodelijk het schot zou zijn. Ze liep in de richting van de menigte, en ik liet mijn geweer meebewegen. Ik wist dat ze van het podium af wilde klimmen en in de menigte zou willen verdwijnen. Ik werd bang van het idee: ik zou haar kwijt kunnen raken in de massa of kunnen missen. Met die angst maakte ik de fout: ik schokte met mijn schouder voor het schot.

Het voelde alsof het allemaal in slowmotion gebeurde: het schot dat haar schouder schampte en de kogel die zich dichtbij haar voeten in de grond boorde. Ik vloekte en probeerde te herladen, maar het geweer duurde te lang en ik gaf op. Ik keek toe hoe de vrouw geschrokken haar schouder vastgreep en in mijn richting keek. Ik moest haar respecteren; niet veel mensen reageren zo snel wanneer ze een aanslag overleven. Ik zag haar het gebied achter het podium, waarvan ze wist dat het schot vandaag moest komen scannen, en ik drukte me zo dicht mogelijk op het dak, in de hoop dat ze me niet zou zien. Onze ogen kruisten elkaar en ik zag haar lippen bewegen.
'Shit....' mompelde ik, en ik draaide me om, liet mijn wapen liggen, greep mijn mes en rugzak en liet me van het dak afglijden, op zoek naar een manier om beneden te komen en weer samen te kunnen smelten met de chaos beneden.

---
A/N
Ik heb hier echt heel lang niks meer geschreven jongens... Laat even weten wat je ervan vind!

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Feb 04, 2020 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

ShotWhere stories live. Discover now