Hoofdstuk 4

37 10 4
                                    


"Het karakter van de vrouw is mooier dan de prachtige haren en de zachte huid die jij bezit," antwoorde de man terug. Een antwoord wat Miryea goed deed, wat haar deed glimlachen voor even. Hij begreep wat ze zei, maar begreep hij dan ook dat hij stoppen moest met waar hij mee bezig was?
Ze voelde zijn lippen op haar voorhoofd. Ze waren warm, waren zacht maar ook ruw. Een traan rolde over Miryea haar wang, eentje die ze al die tijd had ingehouden. Eentje die haar gevoel eindelijk liet blijken. De ogen van Jonathan hadden die van Miryea weer ontmoet en met zijn vinger veegde hij teder die ene traan weg. Een glimlach sierde zijn lippen terwijl zijn verlangen bleef borrelen in zijn maag. "Dan doen we het niet schoonheid, maar ze zullen ons straffen," fluisterde hij in haar oor. Rustig haalde hij zijn hand door haar haar heen. Ondanks dat ze hét dan niet zouden doen, bleef hij haar toch liefkozingen geven. Ze was te mooi om te negeren. Ze was te teder, te liefjes en te onschuldig. Iets wat hem aantrok, vandaar de keuze.
"Ik wil niet voor de leeuwen gegooid worden, mijn heer. Maar wil ook niet dit doen," zei Miryea zachtjes en keek de man boven haar aan. Even voelde ze dat hij zijn lichaam tegen die van haar drukte, war haar ogen deed sluiten. Een zachte kreun klonk al hield ze het in. Een grijns sierde rond de mond van Jonathan en hij gleed even een stukje naar beneden. Hij zag dat ze genoot, maar dat ze ook in paniek raakte. Echter bleef ze zo onschuldig liggen dat hij zich niet inhouden kon. De man gaf haar een teder zacht kusje op haar bovenbeen en keek haar daarna weer aan. Recht in de ogen van de vrouw die anders was dan de andere in deze tempel. Die tranen bezat en enkel weg wilde. De eerste in de geschiedenis die zich zo voelde, voor zover hij kon weten. "We doen gewoon alsof we het gedaan hebben, zeggen niks. Ze gaan onze kamer toch niet grondig na of het gebeurd is. We slapen op onze eigen helft en raken elkaar niet bewust aan," zei hij toen zachtjes wat Miryea direct deed glimlachen. Al was het zwak. Al was het klein, het was een glimlach die warme was dan de zon.
"Dank u wel Jonathan," fluisterde ze tegen hem. Hij glimlachte weer naar haar en kroop rustig van haar af. In stilte viel zijn shirt op de grond. Met zijn sloffe stofachtige broek kroop hij in bed, op zijn helft. Miryea hield haar jurk en alles aan, bang voor het verlangen dat anders bij beide zal komen. Wat al ergens diep in haar borrelde, maar wat ze niet nogmaals wilde voelen deze avond. Ze keek de man aan die haar even aanstaarde terwijl ze beide op hun eigen helft lagen. "Noem me maar Jonah," fluisterde hij nog voordat zijn ogen zich sloten.
Met haar mond half open gezakt zocht Miryea haar woorden, maar ze leken op vakantie te zijn. Geen woord zou goed doen in deze conversatie die al ten einde was. Jonathan lag al te slapen, althans dat vermoeden had Miryea wel. En zij zelf was moe genoeg om haar ogen ook te doen sluiten.
Met haar gedachten elders verdween ze naar dromenland. Het land waar alles kon, maar wat haar ook angst deed brengen. Angst om voor de leeuwen gegooid te worden. De angst dat de hele maatschappij zou omvallen, enkel door haar koppigheid. Door haar verlangen die ze weigerde te voelen. Moest ze het dan toch doen? Spookte door haar hoofd. Maar telkens bij die vraag schudde ze haar hoofd en draaide ze om in haar slaap. Wat haar slaappartner maar vervelend leek te vinden.
Die ochtend wakker geworden had ze hem een tijdje aangestaard. De man naast haar die nog altijd diep aan het slapen was. Ze haalde haar hand eenmaal door zijn haar heen en glimlacht. "Schattig, heer," fluisterde ze onbedoeld. Niet wetend dat hij al wakker was en elk woord van haar steeds hoorde. Elk lief woordje die ze maar bleef geven hoorde hij. Maar hij had geen antwoord geven, hij had zijn ogen gesloten gehouden. Om haar, Miryea gerust te stellen. Om haar even rust te bieden die ze duidelijk nodig had. Na haar liefkozingen zouden ze beide de tempel verlaten, beide andere wegen nemen om thuis weer aan te komen. Om in haar geval te vertellen dat ze hét eindelijk gedaan had. En in zijn geval te zeggen dat hij weer een meid heerlijk had genomen. Beide zouden ze verder gaan met hun leven, hopend dat niemand hier achter zou komen. En met een gemis, aan zijn kant. Om haar lichaam nooit meer te mogen aanschouwen. "Goedemorgen schoonheid, we moeten gaan," Fluisterde hij na even, wat Miryea toch wel deed zuchten al knikte ze wel. Klaar om te gaan.


You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Nov 02, 2018 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

ἀγάπηWhere stories live. Discover now