Two minutes with Peter Parker [DUTCH]

1. De nieuwe jongen

je word wakker, beseft dat het de eerste schooldag is. Je wil niet gaan want jouw klas is niet erg leuk, je word genegeerd door iedereen. Niemand mag jou.

Je fietst naar school, hebt er geen zin in, en kijkt er echt heel erg tegenop, maar je moet. Er moet wel een wonder gebeuren wil jou klas/school nog leuk worden.

je loopt de hal in en ziet een jongen bij de balie staan, je kent hem niet. Hij draagt een spijkerbroek met daarop een lichtblauwe blouse met een grijsbruine Colbert. Je loopt naar hem toe, maar zodra hij je ziet loopt hij snel weg.

Je loopt de klas in, iedereen negeert je nog steeds. De docent loopt binnen.

Docent: hallo allemaal, wat fijn dat jullie deze vakantie allemaal hebben overleefd. En dan nog een mededeling: we hebben een nieuwe leerling, Peter kom je binnen?

er komt een jongen binnengelopen, niet zomaar een jongen, het is de jongen van de balie.

Docent: Peter stel je maar voor.

Peter: h..hallo ik b..ben Peter Parker.

Docent: en Peter wat vind jij leuk om te doen?

Peter: ik hou van lezen, wiskunde, computers maken en..Lego.

de klas moest lachen en vooral Vanessa, de populaire meid van de school, en oja.. ze is ook nog een bitch.

Docent: Peter wat fijn dat je er bent, ga maar naast jazmin zitten.

hij liep naar jou toe en ging naast je zitten.

Jij: hey, ik zag je net bij de balie.

Peter: owja, sorry nog van dat, ik wist niet dat we klasgenoten waren. Ik ben niet zo goed met mensen en vooral niet met meisjes.

Jij: dat maakt niet uit, ben ik wel gewend hoor.

Peter: hoezo? Ben je zo gehaat?

Jij: nou.., eigenlijk ben ik best loner.

voor we het wisten praatten we de hele les, en de rest van de dag.

de dag ging vandaag super snel, Peter en ik zaten nog even op een bankje bij school

Peter: ik vond het leuk vandaag.

Jij: ja ik ook

Peter: maar ik moet gaan, zie ik je morgen?

Jij: ja, welke kant moet jij op?

peter wijst naar rechts.

Peter: die kant.

Jij: kunnen we samen lopen, ik moet die kant ook op.

we liepen samen richting zijn huis.

Jij: nou Peter ik woon hier, morgen samen naar school lopen?

Peter: o ja hoe laat moet ik hier zijn?

Jij: maakt niet uit ik zie je wel verschijnen.

jullie nemen afscheid en jij loopt naar binnen