hoofdstuk 5

4 0 0
                                    

Mijn moeder en ik liepen richting het kasteel, alles komt goed dat beloof ik. Dit was de 5e keer dat ze dat tegen me had gezegd en. Overal was chaos en toch ging iedereen ons uit de weg, ik herinner me dat mijn moeder me overhandigde aan een mevrouw die ik nog nooit gezien had, ik weet nog dat mijn moeder zei dat dit mijn moeder was en dat alles goed kwam. Dit was alles dat ik nog wist, alles dat ik mocht weten.

Nadat we onze route voorzichtig hadden in geplant, gingen we op pad. We liepen langs de Klifline op zoek naar een brug, en ja hoor na ongeveer een halfuur lopen kwamen we bij een brug die recht over de Klifline ging. Emma ging eerst, toen ging ik, daarna Dannie, Hendrik en als laatste vloog twinkel er galant over heen.

Over de Klifline voelde het anders, donkerder, alsof er een grote wolk over heen hing. Het punt was alleen dat het hier licht was, en dat de zon scheen net als elke andere dag. 'Als we deze weg volgen komen we vanzelf bij haar kasteel.' Zei twinkel.

Ik knikte instemmend. Na wat leek dagen te lopen kwamen we aan bij een groot en duister voelend kasteel, haar kasteel.

'Waar denk je dat ze ons dorp houden?' Fluisterde Hendrik. 'In de kelder.' Antwoordde Dannie. We slopen het kasteel binnen richting de kerkers. Toen we beneden aankwamen vroeg ik me af hoe het mogelijk was dat we zo snel binnen waren gekomen, en opeens wist ik het. 'Het is een val.' Fluisterde ik.

'Wat zei je?' vroeg Hendrik. 'Het is een val!' Riep ik geschokt. Ik schrok achter me kwam een gedaante langzaam klappend uit de schaduw. 'Heel goed Mabelle!' zei Katherine.

'H-hoe weet je mijn naam?!' Ik was geschokt en vol met haat.

'Och kindje, weetje het egt niet meer?' zei ze neerbuigend. Ik had eerlijk gezegd geen idee waar ze het over had, tot ze in haar vingers knipte en er een spiegel voor mijn ogen verscheen. Ik zag mijn lange zwarte haar langs mijn bleke gezicht, mijn groene ogen leken te glimmen in dit licht en mijn puntige neus zag er raar uit.

'Nee...' fluisterde ik zacht. 'Nee, nee, nee!'

'Heel goed kindje.' zei Katherine zacht. Maar voor ze ook maar een stap onze richting in kon zetten schreeuwde Hendrik Waar is ons dorp! Jij heks!' Ze keek hem raar aan. 'Denk je nou werkelijk dat ik ze laat leven? Ik bedoel alles waar ze goed voor waren was jullie hier halen?' Zei Katherine grijnzend.

'Nee...' Fluisterde Emma. Op dat moment kwam er nog een gedaante uit de schaduw, de man richtte zijn boog op Katherine en schoot haar neer. 'Dat was voor tien jaar uit mijn leven jij vieze beren likker!' Zei de man terwijl hij toekeek hoe ze stierf. Het bloed liep uit de grote wond, er ontstond een grote plas bloed om de heks heen. Iedereen keek toe hoe ze bloed ophoestte en daarna viel ze op de grond.

'Pap?' Bracht ik moeilijk uit. 'Belle...' Zei de man glimlachend. Hij nam me in zijn armen. 'Sorry dat ik er zo lang niet was, maar je moeder had me gevangen genomen.'

'Wacht heb je net mijn moeder vermoord?'

'Je bent nu de rechtmatige eigenaar van Flaria.'

FlariaWhere stories live. Discover now