hoofdstuk 1

14 1 3
                                    

Veel kan ik me niet meer herinneren, wel weet ik nog dat ik heel bang was. Het ene moment lag ik nog in bed te slapen en het andere hoorde we mensen overal schreeuwen. Het was erg koud en donker en ik had geen idee wat er aan de hand was. Mijn vader rende mijn kamer binnen en hij nam mij mee, ver weg van hier. Althans dat was het plan. Vreemde figuren namen mijn vader mee. Ik weet nog dat ik aan het schreeuwen was, maar ik hoorde geen geluid. ik probeerde me te bewegen, alleen ik zat vast.

'Mabel, Hendrik!' Roept mijn moeder, we gaan weer weg.

Ik zuchtte, elke week lopen we naar een andere plek waar we kamp op zetten, en als er dan ook maar een gerucht was dat ze onze kant op kwam, dan gingen we weer weg. Het was zwaar, leven in constante angst, op de vlucht voor iemand die waarschijnlijk niet eens wist dat we bestonden. Hendrik en ik liepen naar de rest van ons dorp. Die zich klaar aan maken waren voor de tocht. Dit zou een van de langste worden in tijden, winter kwam en het was te koud in dit stuk van Flaria.

We trokken richting het westen, en we zouden door lopen tot de meest westelijke grotten waar het warmer zou zijn. Het enige gevaar was dat de snelste route door het Berenbos was en dat het al te laat in het seizoen was om een omweg te maken. We begonnen te lopen richting het westen.

Ik hoorde onze stamhoofd praten met mijn moeder over de gevaren die de tocht zou brengen en dat Ze steeds dichter bij kwam.

Ik keek Hendrik aan. 'Het word tijd dat we gaan, dit is onze beste kans.'

Hendrik keek me verbaasd aan, 'ik dacht dat we zouden wachten tot mijn zusje oud genoeg was voor zelfstandigheid.' Zei hij behoorlijk geïrriteerd. Soms was hij zo achterlijk als een kokosnoot. 'Nee maar...' Ik keek achterom en ik zag het zusje van Hendrik in zijn moeders armen.

'Je had het beloofd!' Mijn stem vast.

'Sorry Mabel, ik kan mijn moeder niet alleen met mijn zusje laten, mijn moeder kan het niet aan.' Hij keek me gefrustreed aan, alsof hij niet wist hoe hij hiermee om moest gaan, we hadden het er al zo vaak over gehad, dat als de tijd kwam we weg zouden gaan, weg van ons dorp, weg van deze angst. Ik voelde een steek in mijn maag, ik vond het niet leuk om hem in deze positie te zetten

'Okay dan, ik zal wachten.' Zei ik teleurgesteld. We liepen in middels al uren en het beren bos kwam steeds dichterbij. Ik begon te twijfelen over mijn beslissing, zou ik nou wel op hem wachten? Of zal ik alleen gaan..

Ik keek om me heen en zag Hendrik en zijn zusje, kan ik hun wel hier achterlaten? Straks worden ze opgegeten door een beer of zo. Ik lachte in mezelf, wie maak ik dat nou wijs? Er is hier maar een iemand gevaarlijk, en dat is zij, zij die het rijk van Flaria tien jaar geleden heeft veroverd. Ze is machtig en gevreesd door het hele land. Mensen zijn zo bang voor haar, dat het gerucht gaat dat als je ook maar aan haar naam denkt, dat ze je komt halen. Ik daarin tegen? Ik ben niet bang voorhaar, laat Katherine maar komen. Het was inmiddels tegen de avond aan en we moesten kamp opslaan voor de nacht, iedereen had zijn eigen taak, de een deed het vuur, de ander het eten of de slaap vertrekken.

'Mabelle? Willen jij en Hendrik opzoek naar een rivier om vis te zoeken?' Hoorde ik mijn moeder roepen. Zuchtend liep richting Hendrik, Kom je mee?

'Waarheen?' Zei Hendrik verbaast. 'Blijkbaar moeten we eten zoeken.' zei ik zuchtend. Hendrik tilde zijn zusje op en samen liepen we richting de rivier waar we elk jaar rond deze tijd zalm zochten en waar hendrik en ik elk jaar de zelfde discussie hadden. Elke keer weer het zelfde liedje, ik schreeuw dat hij zijn zusje gewoon mee moet nemen en hij schreeuwt dan dat het niet gaat en dat ze te jong is.

'Waarom neem je haar niet gewoon mee!' Schreeuwde ik. 'Denk je dat mijn moeder haar laat gaan?' Zei hendrik inmiddels een beetje boos.

'Weetje als je bang bent, als je denkt dat we het niet alleen redden dan, dan moetje dat gewoon zeggen!'

'Denk je nou echt dat ik niet mee wil?' Zei hij, ik hoorde zijn stem afbreken. Denkt hij nou echt dat hij hier gelukkiger zou zijn? Leven in constante angst om niks? Ik lachte en zij dat hij moest kiezen. We hebben het er hier al vaak genoeg over gehad.., 'Ik wil weg! Ik ga weg, en als je niet mee wil dan mag je dat zelf weten.'

'Mabelle.. zei hij schokkend. Laat me hier niet achter...'

'Het is nu of nooit.' Zei ik. Ik zag Hendrik omkijken naar zijn kleine zusje en ik draaide me om en liep weg.

FlariaWhere stories live. Discover now