Een lerares in het zesde leerjaar is een hevige Genk-supporter. Op een dag vraagt ze in de klas wie er allemaal voor Genk supportert. En ja hoor,alle handjes gaan de lucht in,behalve eentje. De juffrouw vraagt voor welke ploeg Jantje dan wel is. Hij zegt:Voor Club Brugge juffrouw. De lerares is duidelijk kwaad dat hij niet voor Genk is en vraagt:Waarom ben jij dan wel voor Brugge? Jantje antwoordt:Mijn vader en moeder zijn voor Club Brugge dus ben ik dat automatisch ook De lerares zegt:en als je moeder een hoer was,en je vader een drugsverslaafde,voor welke ploeg zou je dan zijn? Zegt Jantje:Ja,dan zou ik een Genk-supporter zijn. ( Genk is een voetbal club )
