er lopen 2 mannen op het strand.
zegt de een tegen de ander,lekker windje he.
zegt de ander zal ik er nog laten.
11
er lopen 2 mannen op het strand.
zegt de een tegen de ander,lekker windje he.
zegt de ander zal ik er nog laten.
er lopen 2 mannen op het strand.
zegt de een tegen de ander,lekker windje he.
zegt de ander zal ik er nog laten.