Mysterie

23 0 0
                                    

Langzaam aan slenterde ik door de slecht verlichte straat. Er waren maar weinig mensen op straat te vinden, niet raar eigenlijk. Het was een regenachtige dag geweest. De meeste mensen zouden dan wel drie keer nadenken voor ze naar buiten gaan. Maar ik niet, ik ben altijd al anders geweest. Ik denk te weinig na voor ik dingen, als mijn gevoel er goed bij is doe ik het ook. De meeste mensen hier denken juist eindeloos lang na over alles. Deze keer, liep ik net als de vele andere keren weer mijn gevoel achterna en deze zei dat het goed was. Ik had geen idee mee waar ik heen liep. Mijn hart zou me wel naar mijn doel leiden. Hoewel ik niet kon bedenken wat dit doel was. Ik liet me leidden door mijn hart en bleef doorlopen. De lucht werd donkerder en de maan verdween achter de wolken. Elke straat die ik inging leek donkerder te zijn dan de vorige. Het gaf me een slecht gevoel. En om alles nog enger te maken begon de wind te suizen en leek het net of het elk moment kon gaan stormen. Uit angst voor het donker versnelde ik mijn pas, nog altijd wist ik niet waar ik heen liep. Het leek wel uren te duren voor ik eindelijk stil stond. Helemaal verkleumd door de kou en de wind. Het gevoel in mijn handen leek haast verdwenen en toen ik ze langs mijn gezicht haalde voelde ze als twee stukken ijs die aan mijn lichaam zaten. Schijnbaar was de uitvinding van de handschoen toch niet voor niks geweest. Ik stopte mijn handen in mijn jaszakken om te zorgen dat mijn handen minder koud zouden worden. Wanneer dit ook het geval was, keek ik om me heen. De huizen waren moeilijk te herkennen in het donker. De tuinen waren omringd door zwarte hoge dingen, waarschijnlijk heggen of een schutting. Boven de stoep hingen enkele donkere takken, dat was althans het meest aannemelijke. Het gaf de straat in elk geval een eng gezicht. Met slome passen liep ik het pad van één van de huizen op. Zonder na te denken drukte ik op de bel. Mijn hart ging als een gek te keer. Ik hoorde voetstappen naar de deur komen, iemand de klink pakken en deze omlaag duwen. Ergens tussen het horen van de voetstappen en het pakken van de klink dacht ik mijn hart verloren te zijn. Ik staarde naar de deur toen deze openging. De secondes leken wel uren te duren. Toen de deur eenmaal open was keek ik recht in het gezicht van een man, het bekende gezicht van een man. Ik dacht in zijn gezicht te kunnen aflezen dat hij geschrokken was van mijn verschijning en er kwamen voor het eerst in mijn leven twijfels omhoog of ik wel de goede keuze had gemaakt. Pas toen er langzaam een glimlach verscheen op zijn gezicht en hij me uitnodigde binnen te komen werd het gevoel minder. Ja, het zou nog welis een hele goede keuze kunnen zijn geweest om naar hem te gaan.

One shotWhere stories live. Discover now