Angstig keek ze om zich heen. Niet wetend waar ze heen moest gaan. De gedachtes raasde door haar hoofd. Het was om gek van te worden. Niet wetend waar ze heen kon gaan besloot ze het bos in te rennen. Weg van alles, weg van iedereen. Na voor iets wat uren leek te duren zakte ze neer tegen een boom aan. Haar benen deden pijn van het rennen en het was verbazingwekkend dat ze dat nog niet eerder had opgemerkt. De angstgevoelens waren haar de baas geweest. Het op gejaagde gevoel was haar de baas geworden. Ze kon zich de ogen en gezichten van de andere nog met gemak voor zich halen. De doodsangst had ze van hun gezichten af kunnen lezen. Ze waren bang van iets. En dat iets was zij. Haar gedachten dwaalde af en het werd haar te veel. Ze bleef de gezichten voor zich zien, zij was de oorzaak. Zij had die mensen de dood in kunnen jagen. Een monster dat is wat ze was. Nooit had ze kunnen bedenken dat zij zoiets zou gaan veroorzaken maar toch het was der gelukt. En nu zat ze hier. Radeloos wat nu te doen en te bang om terug te gaan naar de bewoonde wereld.
YOU ARE READING
One shot
Non-FictionIk heb geen idee waarom ik dit hierop zit en heb geen idee of ik het je aanraad dit te lezen Het zijn wat los staande dingen die ik ooit geschreven heb toen ik me verveelde.