1. Kip met rijst

18 3 0
                                    

Sofie p.o.v.

Eindelijk was de blauwe schuur die naast ons huis stond in zicht. Met mijn rode oranje fiets fietste ik het pad op. Joey begroette me al. “Hallo lieffi” zei ik. Ik kriebelde hem onder zijn kin en hij begon te spinnen. Ik weet nog wel toen hij weer de deur kwam mauwen 2 jaar geleden. We wilden hem eerst geen eten geven, maar hij bleef de hele dag in onze tuin. Die ochtend daarna was hij er nog steeds. Ik vond hem zo zielig dat ik hem binnen liet en hem wat eten gaf. Eerst waren mijn ouders boos, maar al snel waren ze om. Zijn aandacht werd afgeleid door een vliegje die voorbij vloog. Zijn kop in een cirkelvormige beweging in de richting van de vlieg.

Ik stak mijn sleutel in het slot. Waarom was dit slot altijd zo stroef? Wat een rot dag. Ik gooide mijn rugzak op de trap en keek in de spiegel die boven het kastje in de hal hangt. Wat ben ik ook een pipo. Eerst mijn presentatie voor economie die ik helemaal verkloot heb en dan Luuk nog. Waarom is hij dan ook zo perfect? Als hij lacht zie je zijn mooie tanden en ontstaan er hele lieve kuiltjes in zijn wangen. Zijn haar zit altijd warrig, lief door de war en hij heeft vaak warme vesten aan waar ik op mijn beurt dicht tegen aan kruip. Hij maakt de grappigste opmerkingen die me altijd op het goede moment aan het lachen maken en hij gaat 2 keer per week naar de sportschool met zijn broer. Ik heb hem leren kennen op een feest van mijn vriendin. Hij kwam naast me op de bank zitten en bood me een drankje aan. Hij heeft de hele avond zijn arm om me heen gehad, waarop ik op mijn beurt tegen hem aan lag. Hij is gewoon perfect. Maar vanmiddag heeft hij het uitgemaakt.

“Zullen we vanmiddag wat leuks gaan doen?” vroeg ik.

“Eehm Sofie. Eigenlijk heb ik geen zin.”

“Sofie? Wat is er met Soof gebeurd?” Ik keek hem aan met een glimlach, maar de kuiltjes in zijn wangen verdwijnen en zijn gezicht werd serieus.

“Wat is er?”

“Sofie, ik kan het niet meer.”

“Je kan het niet meer? Hoe bedoel je? Als je geen zin hebt kan je dat ook gewoon zeggen.” Ik keek Luuk verward aan.

“Ik kan dit niet meer. Wij, ons. Ik voel het niet meer. Voor mij is het over tussen ons.”

Hoe kon hij dit nou doen? Eigenlijk wilde ik hem slaan en uitschelden. Maar ik bedacht me. Hij is het niet waard. “Dus het is nu over tussen ons? Zoek het dan maar uit.” Boos stapte ik op mijn fiets en reed weg. “Sofie, wacht nou even” hoorde ik hem nog naroepen, maar ik luisterde al niet meer. Uiteindelijk was het ook mijn eigen schuld. Moest ik maar niet zo dom doen.

Ik loop naar de woonkamer en zet de tv aan. “Ja, dat heb ik wel verdiend na zo’n dag” zeg ik tegen mezelf. Ik loop naar de keuken en pak de fles cola uit de koelkast. Helaas, bijna op. Ik pak een pen en een klapblokje uit de la en schrijf: ‘Boodschappenlijstje Cola’. Ik loop terug naar de tv en plof neer op de bank. School kan me nu echt niks schelen. ‘Pling.’ Nee he, dat is het geluid van de wasmachine. Op dit moment is er niemand thuis, wat betekend dat ik de wastrommel moet leeghalen. En ik lig net zo lekker. Mijn vader is nog aan het werk en mijn oudere broer Kelvin zit nog op school. Hij studeert wiskunde in Utrecht en komt pas rond het avondeten thuis. Moeizaam sta ik op en loop naar de wasmachine. Even kijken welk knopje ‘openen’ betekend. Ik twijfel even, maar druk uiteindelijk op de gele knop vlak naast het deurtje. Bingo, het deurtje gaat open. Ik pak het eerst kledingstuk uit de wastrommel en hang die aan de waslijn die aan de muur van hoek naar hoek hangt. Mijn gedachten dwalen af en ik denk terug aan een paar maanden geleden.

-----------flashback-----------

Moeizaam sta ik op. Ik wil deze dag niet meemaken. Ik wil in bed blijven liggen.

Your Mind Is MineWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu