de storm

"Goeie middag Tessa", groet Bor vriendelijk. "Ga je mee varen op het meer? Ik heb eindelijk een speedboot." "Ja leuk", antwoord Tessa. "Hij ligt al in het meer achter het bos." "Oke." Even later zijn ze bij het meer. Ze stappen in en Bor stapt achter het stuur. "Gave boot. Hoe snel gaat hij?" "Kijk maar!" En Bor geeft vervolgens vol gas. Als ze midden op het meer zijn zet Bor de motor uit. "Laten we maar teruggaan, het wordt slecht weer", zegt Tessa. "Okidoki", antwoordt Bor. Maar de motor start niet. "O nee hé." "Wat?" "Bezine op. Welke kant moeten we eigenlijk op?" "Weet ik niet." Dan begint het keihard te waaiten. Ze waaien uit de boot. Gelukkig kunnen ze weer in de boot komen. "Ik ben bang", zegt Tessa. "Ik ook, antwoord Bor. Kijk een grote boot, Hou je vast!" Ze klappen bijna om. Het regent steeds harder. Dan komt uit de regen een reddingsboot... "Hier!! Hier!!" Roepen ze zo hard als ze kunnen. En gelukkig heeft de reddingsboot het gehoord. Ze maken de boten aan elkaar vast en ze gaan naar de kant. Ze worden ook nog thuis gebracht. "Eerst maar eens douchen", zeggen de ouders die inmiddels bij elkaar aan de koffie zaten. Daarna vertellen ze door elkaar hun avontuur. "1 voor 1", zegt de vader van Bor lachend. Dan vertellen ze, met een warme kop soep hun verhaal.

Einde.