Hoofdstuk 1 - Verleden

481 11 2
                                    

1. Verleden - Passato

Ik stond thuis in mijn kamer. De gymles was verder soepel verlopen, en tijdens het omkleden ging ik natuurlijk weer als laatste weg. Zoals gewoonlijk kon Corina het weer niet laten daar een opmerking over te maken, maar ik was het gewend en besteedde er geen aandacht aan.

Nu was ik alleen, terwijl ik mijn littekens bekeek. Het was bijna een dagelijkse bezigheid geworden.

Er waren zat dingen waar ik niet goed in was. Ik had allerlei zwaktes. Zo huilde ik als kind al om het kleinste akkefietje. Daar ben ik uiteindelijk overheen gegroeid. Over het ontdekken van mysteries ben ik nooit heen gegroeid. Ik kan onbeantwoorde vragen niet uitstaan. Mijn wonden waren eén groot gapend gat. Niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk. Ik wist niet hoe ik er aan ben gekomen, en ook al zou ik dat misschien niet moeten willen weten, ik voelde gewoon de drang om aan antwoorden te komen. Antwoorden die ik wellicht nooit zou kunnen krijgen.

Ik was vroeger best een wijs kind, dat mocht gezegd worden. Ik praatte bijna eerder dan ik liep, en kon altijd prima aangeven wat ik ergens mee bedoelde. Niet alleen mijn uitgesproken woorden waren duidelijk, ook in mijn gedachten was alles – voor mij – overduidelijk. Ik had dingen snel door, wist wanneer ik me gedeisd moest houden en wanneer ik rustig mijn gang kon gaan.

Al gauw had ik ook door dat er iets niet klopte aan de wonden – ik kon erg opmerkzaam zijn, tot vervelens aan toe. Mijn vocabulaire was groot voor mijn leeftijd en ik kon al vragen wat voor vreemde wonden dat op mijn schouders waren. Mijn ouders gedroegen zich dan ongemakkelijk en zeiden dat ze niet begrepen wat ik bedoelde.

‘Waarom doen jullie zo?’ had ik na een aantal keer gevraagd – ik was immers erg opmerkzaam.

‘Hoe doen we?’ vroeg mijn vader, die van Italiaanse afkomst is, dan schijnheilig. Dat maakte me alleen maar boos, maar ik hield mijn poot stijf.

Naarmate de jaren verstreken begon ik te vermoeden dat mijn ouders probeerden de herinnering aan wat er ook was voorgevallen, te verdringen. Toch bleef ik hen er aan herinneren door mijn vragen, maar jaren geleden heb ik uiteindelijk de hoop laten varen.

Ik vond dat ik recht had op antwoorden, maar ik zag dat mijn ouders pijn leden als ik vroeg over het verleden. Mijn ouders en ik hadden verder een best goede band, en ik wilde ze geen pijn doen.

Toch heeft het mysterie rond mijn wonden, mijn verminking, ervoor gezocht dat die band niet op zijn sterkst is. Als een mand die niet waterdicht is. Als rotsen vol scheuren en kloven. Omdat mijn ouders deden of ik gek was, telkens als ik ernaar vroeg.

Op school ging het niet veel beter. Ik vertelde andere kinderen over de vleugels van mijn ouders; die hadden ze namelijk. Echte engelenvleugels, met witte veren en een lichte gloed. Ze waren prachtig, en dat vind ik nog steeds. Eén van mijn vele theorieën – en eén van de meest voor de hand liggende, op mishandeling na – is dat ik zelf ook vleugels heb gehad, of zou moeten hebben.

Toen ik klein was geloofden andere kinderen me nog wel. We zaten nog in de fase dat we in spoken geloofden, en in de kerstman. Ik werd reuzeninteressant gevonden en iedereen wilde weten hoe die vleugels er uitzagen, wat ik ze dan uitgebreid vertelde.

Een aantal jaar later, toen ik rond de acht jaar was, werd de groep geïnteresseerden kleiner. Alleen de kinderen die toen nog steeds in de kerstman geloofden wilden erover horen. En het kleine groepje dat gek was op elfjes en feeën.

Elfjes en feeën. Dat werden op mijn twaalfde mijn kenmerken. Ik was het elvenmeisje, een bijnaam die me gegeven werd door de verhalen over vleugels die ik altijd vertelde. Kinderen lachte me uit, waaronder Caitlin, al is zij nu eén van mijn beste vriendinnen.

‘Vleugels? Echt Ariana? Kom op, dat zie je alleen in films,’ zei ze dan lachend.

Films ja. En in die films werd dat ook tegen de hoofdpersoon gezegd, maar uiteindelijk had die altijd gelijk gehad. Er zat echt een moordenaar achter haar aan. Of ze had echt magische krachten, of iets anders stoms. Achter mij zat weliswaar geen moordenaar aan voor zover ik wist, en ik had ook geen speciale gaven – maar ik had de vleugels met mijn eigen ogen gezien. Ik zag ze bijna dagelijks. Maar mijn ouders hadden altijd gezegd dat het van groot belang was dat niemand ze mocht zien. Als het aan de buitenwereld vertoond werd, zat niet alleen ik in de problemen, maar zij zelf ook.

Ondanks het feit dat ik best slim was, begreep ik dat niet goed. Toch deed ik braaf wat me werd opgedragen. Ik zou het nooit iemand laten zien, ook al werd ik gepest als het elvenmeisje.

Ik strooide geen verhalen meer rond over mijn ouders en hun vleugels, en hield mijn kaken stijf op elkaar als er opmerkingen gemaakt werden. Langzaam stopte het geplaag, en nu lijkt zowat iedereen het te zijn vergeten. Alleen mijn vrienden – en uiteraard Corina – maakten er soms nog een opmerking over, maar de grapjes van mijn vrienden waren nooit gemeen bedoeld, dus ik kon het hebben.

Ik zou nog steeds dolgraag willen laten zien dat ik al die jaren gelijk had, maar telkens als ik de neiging had dat te doen, zweeg ik als de nacht.

Ik mocht verder niet klagen; echte, grote tegenslagen heb ik nooit gekend, en dat wilde ik maar wat graag zo houden. Nadat het geplaag en geruzie tussen mij en Caitlin was uitgepraat, leerden we elkaar veel beter kennen.

Dan had je nog Mason, de enige jongen die op mijn twaalfde nog had gezegd dat hij me geloofde, al weet ik niet dat was omdat hij het meende, of omdat hij me wilde opbeuren. We beloofden elkaar dat we nooit aan anderen zouden vertellen dat we mijn ‘gebazel’ voor waar aannamen, en hij werd mijn beste vriend.

Caitlin kreeg een vriend, Parker, en ook hij sloot zich aan bij onze vriendengroep. En dan had je Madison nog, waar ik het ook heel goed mee kon vinden. Ik had niks te klagen. Helemaal niks. Maar het verleden knaagde nog aan me.

‘Ariana, eten!’ riep mijn moeder, waarmee ze me weer in het heden bracht. Was het al zo laat? Denken was een goede bezigheid voor me om de tijd voorbij te laten vliegen. Kon hij me ook maar terugbrengen naar vroeger, misschien had ik dan iets kunnen veranderen aan de onbeantwoorde vragen.

Donker LichtWhere stories live. Discover now