'Ze praat nog niet veel,' sprak Remus voor me. Hij schoof een stoel voor me opzij en ik ging dankbaar zitten. Ik keek naar de rest en ik zag dat de meeste me met een dubbel gevoel aankeken. De aardige professor was voor hun veranderd in de kwade Deatheater.

'Heb je het brood opgegeten, lieverd?' vroeg Molly aan me. Ik schudde zacht mijn hoofd. 'Je moet wel eten, anders word je nooit beter.' Remus ging weer terug naar boven om het brood te halen en ik probeerde te praten.

'S-S,' probeerde ik terwijl ik de pijn wegslikte. 'S-Sir.' Mijn stem kraakte enorm en het was ook nog nauwelijks hoorbaar. 'S-Si-ri-us.' Hij had me de hele tijd nog niet aangekeken. Zijn blik gevestigd op zijn bord. Toch keek hij op bij het horen van zijn naam. Zijn stormachtige ogen, die normaal vol zaten met emotie en kattenkwaad, waren nu leeg.

'Het s-spijt me,' fluisterde ik. Hij keek weer naar zijn bord en schoof het opzij. Hij verliet de keuken en Harry volgde hem.

~*~*~

In de gang werd Sirius tegengehouden door Remus, die met het plankje brood in zijn handen de trap blokkeerde.

'Laat me erdoor,' zei Sirius terwijl hij een weg probeerde te zoeken. Harry haalde hem in en keek smekend naar Remus, die zijn pijn begreep.

'Wat ben je aan het doen?' siste hij tegen zijn peetoom.

'Ik ga naar boven,' zei hij emotieloos. 'Als Moony zo vriendelijk zou willen zijn om me erdoor te laten.'

'Ik bedoelde tegenover Lucy,' zuchtte Harry.

'Ze is een Deatheater en dat heeft ze voor ons verzwegen,' reageerde Sirius.

'Hoe had ze het dan moeten zeggen? 'Oh, Sirius. Wat leuk je weer te zien na al die jaren. Oh ja, en ik ben een Deatheater'. Had je het dan wel beter opgepakt?' Sirius keek naar zijn voeten en schudde toen langzaam zijn hoofd.

'Misschien is er wel iets ergs gebeurd, waardoor ze verplicht was het te doen. Je kent haar vader! Je kent jouw familie! Haar hele omgeving stikte van de Deatheaters.'

'Maar toch...' probeerde Sirius nog, die voelde dat zijn eigen emoties tegen hem begonnen te spelen.

'Je hebt zelf ooit gezegd: De wereld is niet verdeeld in goede mensen en Deatheaters. We hebben allemaal zowel licht als duisternis in ons. Wat het belangrijkste is, is de kracht die we kiezen om op voort te leven,' zei Remus die zich ermee ging bemoeien. Sirius zuchtte verslagen.

'Hoe nu verder?' vroeg hij.

'Nou, aangezien Lucy overal gezocht wordt, door zowel Deatheaters als het ministerie, en jullie hier samen moeten onderduiken. Zou ik het gezellig maken,' stelde Remus grijnzend voor. 'Biedt je excuses aan, vraag naar haar kant van het verhaal.' Remus liep met zijn brood naar de keuken, maar draaide nog één keer om. 'Oh ja, en kus haar niet in haar nek. Dat is nogal een gevoelig onderwerp op dit moment.' Als Sirius een voorwerp naar zijn vriend had kunnen gooien, deed hij het. De lach van Harry vulde de gang en Sirius kreeg weer wat positiviteit binnen.

'Je hebt gelijk. Ik heb te snel geoordeeld,' gaf hij toe.

'Ik neem het je niet kwalijk,' zei Harry. 'Ik schrok er ook van. Maar het is wel Lucy waar we het over hebben.' Sirius knikte en lachte om de wijze woorden van zijn petekind.

'Dat is het zeker. Misschien moet ik me van mijn beste kant laten zien. Misschien kunnen we langzaam opnieuw beginnen.' Harry knikte en liep weer terug naar de keuken met Sirius op zijn hielen. Sirius bleef echter in de deuropening staan en leunde tegen de deurpost. Zijn oude bekende grijns verscheen weer op zijn gezicht en hij wachtte totdat Lucy oogcontact met hem maakte.

Sirius Black ~ Black and White 《Voltooid》Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu