hoofdstuk 12: Mijn moeder vertelt de beste bedtime story ever. Ik neem afscheid

Start from the beginning
                                    

‘Ik kan het nog steeds niet geloven dat je vader de koning van de goden is en dat jij een godin bent.’ Zijn blauwe ogen schitterden in het maanlicht. O ja, ik was het maanlicht…

Ik hield zo veel van hem. Van zijn lichtgebruinde huid, van zijn gouden haar, van die vreselijk mooie ogen…

Het was een van deze nachten dat ik mijn eed verbrak…

Natuurlijk bleef dat niet ongemerkt mijn broer, die me het beter kende dan wie dan ook.

‘Art, echt waar wat is er met je?’ Ap keek onderzoekend naar me. ‘Volgens mij wordt je dikker. Je moet echt gaan afvallen of…’ Opeens leek het tot hem door te dringen. Zijn ogen werden groot en schitterden gevaarlijk goud.

‘Nee…’ Ontzet keek hij naar mijn buik. ‘Nee… HOE DURFT HIJ!’ Vol woede nam hij zijn goddelijke vorm aan.

‘Ap! Alsjeblieft…’ Ik probeerde hem te kalmeren maar dat leek niet te lukken.

‘NEE ARTEMIS! WAT HEEFT HIJ GEDAAN!’ Zijn ogen stonden letterlijk vol vuur. Opeens was hij niet meer de knappe zon god want de woede maakte hem lelijk.

‘Echt waar, het is niet zijn schuld. Ik…’

‘JIJ HEBT NOG TOEGEGEVEN OOK?’ Vol ongeloof keek hij naar mij. ‘Nee… Nee…’ Nu leek het pas echt tot hem door te dringen en hij zakte neer op de grond.

‘Oh kom op Ap, zo erg is het toch niet? Ik hou van Orion!’

Dit leek zijn woede weer aan te wakkeren en hij vatte weer vlam. ‘VERVLOEKT IS DIE ORION. NAAR DE TARTARUS MET HEM!!!’

Ik wou hem nog tegenhouden maar hij verdween in een waas van vlammen.

De dagen die daarop volgde gingen eigenlijk best normaal. Apollo leek het steeds meer te accepteren dat ik van Orion hield en Orion van mij. We gingen zelfs een keer met zijn drieën jagen. Het leek echt alsof mijn broer aardig tegen hem deed, maar ergens voelde het fout.

Ik was alleen met Ap aan het jagen toen we samen naar de zee gingen. Hij glimlachte en we gingen in het zand zitten.

‘Zie je dat stipje daar?’ Hij wees naar een klein stipje in de verte. Ik knikte.

‘Hee ik heb een idee. Zin in een wedstrijdje? Om te laten zien dat zelfs een zwangere Artemis nog steeds de beste jager is van heel Griekenland en alles daar omheen.’

Ik had wel zin in een wedstrijdje en ik wou laten zien dat ik nog steeds dezelfde oude Artemis was, zus van Apollo.

‘Oké.’ Ik stond op, pakte mijn boog en legde er een zilveren pijl op. Een pijl die Orion voor me had gemaakt. Hij had me verteld dat hij altijd zijn doel raakte en nu kon ik hem goed gebruiken om mezelf te bewijzen.

Iets voelde verkeerd maar Apollo spoorde me aan. ‘Kom op zus, laat zien dat je nog steeds mijn zus bent!’

Deze woorden waren genoeg en ik schoot. De pijl verdween in de verte en de stip viel neer.

Op dat moment besefte ik wat ik gedaan had. Het was alsof ik door tweeën werd gescheurd, alsof de lucht op me neer viel en de grond onder mijn voeten verdween. Wat had Apollo, mijn bloedeigen broer, mijn Ap, me laten doen? Hij had het geweten. Ik had het idee dat er een deel van me weg was en alles om me heen donker werd. Degene van wie ik had gehouden, de enige van wie ik had gehouden was dood. Neergeschoten door Artemis. Orion was dood.’

Mijn standbeeld moeder leek neer te willen zakken op de grond, maar dat ging niet zo makkelijk omdat ze van marmer was gemaakt. Er stroomden zilveren tranen uit de ogen en ik voelde al het verdriet.

‘Die dag nog heb ik hem aan de hemel geplaatst. Samen met onze hond, Sirius. Daar staat hij, voor eeuwig zodat niemand hem ooit zal vergeten.’

Ik keek naar het plafond, en zag daarzo het bekende sterrenbeeld. Mijn vader was een sterrenbeeld (ja dat was echt vreemd). Maar de maan stond in het midden van het plafond en ik wist dat mijn moeder voor altijd over hem zou waken.

De frisse wind liet mijn haar opwapperen en ik zwaaide naar de mensen die op de steiger stonden. Chiron glimlachte en Livia kwam naast me staan.

Ik was blij dat ze met mij mee gingen op queeste, anders had ik me zo eenzaam gevoeld. Een luide toeter kondigde aan dat we gingen vertrekken.

‘We gaan!’ Riep Elian en nu liepen al mijn vrienden naar de reling om Camp Half-Blood uit te zwaaien. Ik hoopte dat ik ze snel weer zou zien en dat ik deze queeste ging overleven. Naar Atlantis gaan was niet niks. Toen zag ik de gezichten van mijn vrienden en wist ik dat waar ik ook heen ging, ze er altijd zouden zijn. Net als sterren, net als mijn vader. Soms zie je ze niet maar je weet dat ze er altijd zijn.

~ The End ~

To be continued...

Thanx voor het lezen van dit verhaal! Ik hoop dat je het leuk vond en laat alsjeblieft een bericht achter met commentaar en/of kritiek! Als je het leuk vond kan je ook deel 2 in de Hunter's Daughter serie lezen:  http://www.wattpad.com/story/1033962-the-hunter%27s-daughter- The Moon's Dagger :D

Deel 3:  http://www.wattpad.com/story/1261257-the-hunter%27s-daughter-3 Princess of Atlantis

The Hunter's Daughter 1Where stories live. Discover now