----

17 5 2
                                    

Beste Sam,

Ik weet nog dat we in mijn kamer lagen en dat we samen naar de sterrenhemel keken.

Je zei dat je de nacht haatte. Je zei dat de nacht lelijk was en onaardig.

Ik snapte niet waarom je dat zei, omdat ik juist opleefde zodra de zon verdween en de maan zijn stralen op mijn huid liet spelen.

Je zei: 'Hoe kan ik iets dat jou heeft laten vallen nou mooi vinden?'

Ik had me vertederd in je armen genesteld, had me zo rozig gevoeld dat ik simpelweg niet had nagedacht.

De nacht had me namelijk niet laten vallen. Het had alleen maar gedacht dat ik sterk genoeg was om op beide benen te staan. Had het een goed moment gevonden om iemand het geluk te brengen dat ik meebracht.

Maar jij, besef ik me nu, jij bent dat geluk nooit waard geweest.

Rijzende ster #2Where stories live. Discover now