♦ Hoofdstuk Drie ♦

525 45 26
                                    

Hoofdstuk Drie:  'Hij keek me aan... En verdween, zonder ook maar iets te zeggen.'

● POV. Hannah ●

Ik hield altijd al van regen en storm.

Het maakte me rustig, alsof ik in beslag werd genomen door de regen.

Toen ik vroeger nog klein was, keek ik altijd uit het raam terwijl het regende. 

Mijn moeder, die nog niet alcoholverslaafde was, verbood me om naar buiten te gaan in het plensweer, maar soms deed ik mijn regenlaarzen aan en rende naar buiten, de koude druppels verwelkomend.

Het verbaasde me dan ook dat het begon te regenen na al die dagen toen ik afscheid nam van James, Jess en Yannick op het vliegveld. James zou een week later zijn vlucht nemen naar Engeland, nadat hij al zijn zaken hier had afgerond. Inmiddels was het avond, wat betekende dat ik in na middernacht aan zou komen in Engeland. Met wanhopige ogen keek ik James, Jess en Yannick aan. Ik moest dit doen. Als ik wilde studeren en een goede baan wilde vinden, moest ik afscheid nemen. 

'Zorg goed voor mijn zusje en kwets haar niet, anders kom ik je persoonlijk vermoorden, begrepen?'zei ik half lachend, half met betraande ogen tegen Yannick, terwijl ik hem knuffelde. We hadden het met z'n drieën uitgepraat en Yannick had "beloofd" dat hij goed voor Jess zou zorgen. Als Jess zwanger zou zijn, zouden ze het kindje houden. Ze wilden beiden niet dat Jess het kindje weg zou doen. Ik kon er niets tegen in brengen; het was immers hun keus. En ik hield van kleine kinderen, dus maakte het mij uiteindelijk ook niets uit.

Het bekende intercom geluidje van het vliegveld klonk en even later hoorden we een stewardess praten, die zei dat de mensen, die naar Engeland zouden gaan, al aan boord van het vliegtuig konden. Doods keken we elkaar aan, niemand durfde iets te zeggen.

Jess viel me huilend om de hals. Troostend sloeg ik mijn armen om haar heen en wreef over haar rug. 'We bellen, skypen en appen wel elke dag. En in de vakanties kom ik hier naar toe, ik beloof het.' fluisterde ik met een brok in mijn keel. Ze knikte en liet me bedroefd los. Mijn hart sloeg een slag over toen ik James zag. Zijn schouders waren gezakt, zijn rug was een beetje gekromd en zijn ogen waren half dicht. We wisten allebei dat we maar een week gescheiden zouden zijn, maar er kon nog van alles gebeuren. Het weer kon omslaan, het vliegtuig kon crashen... 

James trok me naar zich toe en leunde zijn voorhoofd tegen de mijne. 'Goede reis, Hannah. En doe voorzichtig.' Ik knikte een keer en knuffelde hem, de tranen brandden in mijn ogen. 'Het komt goed.' klonk de zwakke stem van James. Ik gaf hem een korte kus op zijn lippen, om vervolgens om te draaien. Als ik me om zou draaien, wist ik zeker dat ik niet meer wilde gaan. Ik had maar een paar stappen gezet, maar het duurde niet lang voordat James me terug trok en zijn lippen op de mijne crashten. We zoenden elkaar alsof onze levens er van af hing, vol wanhoop en verdriet. Op de een of andere manier voelde het alsof het nooit meer hetzelfde zou zijn, dat alles zou veranderen...

Uiteindelijk liet James me los, drukte een laatste kus op mijn lippen en deed een paar stappen achteruit. Langzaam wuifde ik naar de betraande Jess, de met medelijden kijkende Yannick en de gebroken James, terwijl ik begon te lopen. net voor ik door de beveiliging ging, fluisterde ik: 'Tot ziens...'

Huiverend trok ik mijn jas aan in het vliegtuig. Het was koud in het vliegtuig. Dat was niet eens het enige; want er rook iemand in het vliegtuig zo verschrikkelijk lekker dat ik moeite deed om de geur niet diep in en uit te ademen. Een stewardess galmde door de intercom: 'Beste passagiers, wij verzoeken u vriendelijk uw mobiele telefoon op vliegtuigmodus te plaatsen of uit te doen gedurende het opstijgen en landen, wegens mogelijke storingen.' 

Checkmate or Soulmate? || #Netties2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu