Hoofdstuk 1

15 0 0
                                    

1. "Jij gaat niet van die brug springen! Je kan wel dood gaan!" Inderdaad, ik kán dood gaan, maar ik kán het ook overleven. Als je het goed doet tenminste. Ik recht mijn rug en werp mezelf over de reling van de brug. Als een rechte torpedo plons ik in het water en duw ik mezelf door het water omhoog, en zo zwem ik naar de oppervlakte.

2. Het is 's avonds laat als ik nog in m'n eentje een film zit te kijken, totdat mijn computer spontaan aan gaat. Ik zucht en sta op, het is niet de eerste keer dat het spontaan aan gaat. Als ik mijn computer heb afgesloten hoor ik gekraak. Ik draai me langzaam om maar zie niks. Ik haal mijn schouders op en richt me dan weer op mijn bureau. Mijn hart schiet in de 100e versnelling als ik ineens een ijselijke gil van beneden hoor komen. Ik schiet van m'n stoel af en ren de trap af. "Mam?" Niks. Ik open de deur naar de woonkamer. "Mama?" Geen reactie. Ik loop de woonkamer in, maar er is niemand te bekenen. "M-mama?" Tranen wellen op en lichte snikken vullen de ruimte. Het licht begint te knipperen en valt niet veel later uit. Twee handen grijpen me beet en trekken me mee de duisternis in...

3. "Skere boyfriend? Ik heb toch niet gezegd dat ze mijn vriendin is!" Zo te zien is Jason een beetje beledigd. "aw das nou jammer. ik heb net een boot gekocht voor jullie." Zeg ik met een pruillipje. "Maar ze is mijn vriendin niet!" "Wat was dat dan wat ik op het schoolplein zag? volgens mij stonden jullie daar toch echt te zoenen, en lekker tegen elkaar aangeplakt." Ik zie dat Jason staat te blozen. "Zie je nou wel." "Ben je niet gewoon Jaloers dat je niet zo'n knappe jongen als mij hebt?" Grijnst Jason.

4. Ik trek de deur open en sla hem direct in zijn gezicht. "Au! Waar was dat nou voor?" "Dat weet je best!" Tranen prikten achter mijn ogen. "Ik zweer het ik weet-" "Rot op!" Ik duwde hem naar achter en gooide de deur met een smak dicht. Toen hield ik het niet meer. Ik zakte via de deur op de grond en barste in tranen uit.

5. Als ik en Melisa buiten lopen, loopt ze ineens richting de telefoon. "Wat ga je doen?" Vraag ik aan haar. "Ik heb een plan." "Wat? Wie ga je bellen dan?" Ze vormt met haar lippen een naam terwijl ze een nummer belt. "Wacht Jason?!" "Ssht!" Ze kijkt om d'r heen om er zeker van te zijn dat er niemand meeluistert. "Ik weet dat hij een serie moordenaar is, maar dat kan juist van pas komen, hij is een meester crimineel, hij is sluw en hoe erg ik het ook wil ontkennen, hij is slim. Hij heeft niet zomaar zoveel moorden kunnen plegen zonder gepakt te worden. Zijn plannen zijn waterdicht!" "Melisa, Jason en je ouders zijn naar Canada verhuist." "W-wat?" Melisa klint alsof ze elk moment in tranen kan uitbarsten totdat we ineens gekraak horen aan de andere kant van de lijn. "H-hallo? Wie is dit?" We kijken bijden fronzend naar de telefoon. "Wie ben jij?" Vraagt Melisa aan de onbekende stem uit de telefoon. Dan horen we een bekende stem. "Ben daar in een kwartier." Jason... "Een kwartier?" Vraag ik verbaast. "Hoe kan hij nou helemaal vanuit Canada naar hier rijden in een kwartiertje?" Melisa haalt haar schouders op. "Geen idee."

6. 'De sleutel!' Verwart schud ik mijn hoofd en kijk ik Marthe aan. 'Sleutel?' 'Ja sleu-' Ze stopt midden in haar zin en zucht. 'Ik sta al een half uur tegen je te praten!' 'Oh sorry, ik lette even niet op. Zou je het kunnen herhalen?' 'Het zal eens niet zo zijn.' Zuchte ze met een geïrriteerde blik op haar gezicht. Geërgerd draait ze zich om en begint tot 10 te tellen om vervolgens zich weer om te draaien met een wat vriendelijker gezicht. 'Wat ik dus om vroeg was de sleutel, dus heb je nou die sleutel?' 'Welke sleutel?' 'Die sleutel die we nodig hebben voor dat ene ding wat we van plan zijn!' 'Oh die sleutel! Die heb ik ergens.' Ik bijt op m'n lip en kijk naar beneden. 'Maar ik weet niet meer waar...' Woede kookt op en een schreeuw verlaat Marthe's mond. 'Jij idioot! Jij vergeet zelf na 3 sec wat je aan het doen bent! Laat staan dat je weet waar de sleutel ligt! Ik had het kunnen weten!' Snauwt ze me toe. 'Ik ga het al zoeken.' Piep ik. Met een rotvaart ren ik de trap op en zoek ik op de bovenverdieping en op zolder, maar mijn zoektocht is tevergeefs. Als ik beneden aankom heeft Marthe alles al op de benedenverdieping doorzocht. 'Eh, ik kijk nog even in de tuin, misschien ben ik em daar verloren.' Vervolgens loop ik de tuin in.

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Jun 08, 2020 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

Story Shorts Where stories live. Discover now