Dat was ook waar Celeste me meetrok naar de bar. 'Jij gaat vanavond minstens een jongen zoenen. Je hebt lang genoeg getreurd om dat Nederlandse vriendje van je.'

Een leugen. Ik had geen vriendje, ook niet pas gehad. Niet in Nederland, nergens. Maar dat had ik niet tegen Celeste durven zeggen en dus had ik een jongen verzonnen. Eentje die eigenlijk helemaal niet bestond. Eigenlijk had ik verwacht dat ze het meteen weer vergeten was, maar ze had het onthouden. En de dramatische break-up die ik een paar dagen later verzonnen had, was ze ook niet vergeten.

Ik schaamde me elke keer dood als ze het weer ter sprake bracht. 'Ex-vriendje,' bromde ik.

'Vriendje, ex-vriendje, een pot nat. Op je achttiende hoef je niet monogaam te zijn.' Ze haalde haar schouders op. 'Minstens een jongen, Flinn. Ik vraag niets onmogelijks.'

Wel voor mij. Voor het meisje die in haar hele leven pas twee jongens gekust had. De kus van mijn kleuterliefde Sander niet meegeteld. 'Twee bier,' zei ze tegen de barkeeper en ze leunde een stukje naar voren, zodat de barjongen goed uitzicht had op Celeste's borsten.

Ik wist dat ze die inzette als ze iets van iemand wilde. Als ze iets van een man wilde. En ook deze keer lukte het, want twee tellen later schoof de jongen twee biertjes in onze richting met een knipoog en een 'van het huis, maar aan niemand vertellen, hoor.' Celeste glimlachte en knipoogde terug.

'Natuurlijk vertel ik het aan niemand.' Ze liet een vinger over de kaak van de jongen glijden.

Ik opende mijn mond om iets te zeggen, maar op dat moment ving iets mijn oog en voor ik het wist, zei ik tegen Celeste: 'Ik ben zo terug.'

Doe alsof je toneelspeelt. Doe alsof het allemaal niets voorstelt.

Ik slikte bij die woorden, terwijl ik me probeerde in te beelden waarom ik dit gedaan had. Waarom ik dit keer niet naar mijn eigen instinct geluisterd had, maar gehandeld had uit een soort medelijden. Ik wist niet zo goed waarom, maar uiteindelijk maakte het toch niets uit, deed het er niet toe.

Nu stond ik hier, een arm om de schouders van een jongen die ik amper kende, terwijl mijn lippen zijn wang aanraakten. Ik kuste de jongen op zijn wang, voelde de stoppels onder mijn lippen. Waarom had ik dit in vredesnaam gedaan? Waarom had ik het gezien? Als ik gewoon naar mijn vriendin was blijven kijken, dan zou ik hem niet gezien hebben en had ik niet in deze ongemakkelijke situatie gezeten.

Waarom, Flinn? Waarom vond je dit een goed idee?

Mijn vingers gleden nog even door zijn haar om het af te maken. Haar dat zijdezacht was, dat door mijn vingers gleed alsof het water was. Ik had eraan gedacht hoe het zou voelen om zijn haren aan te raken, maar ik had niet verwacht dat ik het ook echt aan zou raken.

Ik kende hem nog niet eens een dag. En als je al nooit zo goed overweg kunt met mensen is binnen een dag echt heel erg snel.

In mijn buik kriebelde iets, maar ik weigerde om me eraan over te geven. Dat kon ik gewoon niet. Dat mocht niet.

Ik glimlachte naar het meisje tegenover me. Het was een klein lachje, misschien te klein om te worden opgemerkt, maar dat maakte niet uit.

'Sorry,' zei ik.

Het meisje trok haar neus op, keek naar me of ik poep onder haar schoen was en zei toen: 'Blijkbaar ben ik te goed voor jou als jij met dit soort types het bed induikt. Of misschien ben je stiekem wel homo en duik je daarom met jongensachtige meisjes het bed in.'

Op haar hoge hakken draaide ze zich om en ik zweerde dat ik die schoenen over een eeuw nog altijd zou horen in mijn nachtmerries.

'Jongensachtig?' stamelde ik op hetzelfde moment dat hij 'Sorry' zei. Toen keken we elkaar aan en ik zag een klein lachje om zijn lippen verschijnen.

'Vertel me alsjeblieft dat ik niet je vriendinnetje heb weggejaafd en dat ze nu denkt dat je vreemdgaat.' Bij die woorden namen mijn wangen de kleur van een rode loper aan en ik kon het niet tegenhouden. Hij grinnikte en schudde zijn hoofd.

'Nee, hoor. Je hebt alleen een vervelend mens weggejaagd, dus dankjewel.' Hij draaide zijn hoofd een stukje en ik realiseerde me dat hij dichterbij was dan ik dacht. En dat zijn ogen blauwer waren. 'Waarom kwam je me eigenlijk redden? Dacht je dat het zelf niet af kon handelen?'

'Je keek zo benauwd dat ik bang was dat je het niet zou redden.'

Hij trok zijn wenkbrauwen naar me op en liet nadenkend zijn tong over het ringetje in zijn lip glijden. Opnieuw gingen er tintelingen door mijn lichaam, al wilde ik dat het niet gebeurde. 'Hoe kijk je dan?'

'Als je elk moment over kon gaan geven.'

Goeie zin, Flinn. Lekker bezig.

Zijn mondhoeken krulden nu ook op en even liet hij zijn ogen over me heenglijden. Over mijn houthakkersblouse met rode en zwarte blokjes, over het witte topje eronder, over mijn zwarte skinny jeans met gaten, al zag hij dat vast niet in het donker. Toen keek hij me recht aan. 'Je bent helemaal niet jongensachtig. Niet echt.'

'Niet echt? Wel een beetje dan?' Toch klonk het niet beledigend uit zijn mond en ik moest lachen, ook al was het niet bepaald op zijn plaats.

Hij plukte aan de mouw van mijn shirt. 'Dit soort dingen draagt mijn beste vriend Mikey vaak. En wat betreft je broek ... ik woon zo ongeveer in dat soort broeken. Maar jou staat het beter. Veel beter.'

Inktzwart hartWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu