1 • De geschiedenis herhaalt zich

20 4 2
                                    

Ondertussen was heel de planeet bij elkaar gekomen en keek naar het meetaalachtige ding dat net op de planeet was geland met verschillende emoties; angst, verbazing, maar ook wel wat nieuwsgierigheid.

Het ding was niet zo groot, maar kwam toch met aardig harde slag op de planeet terecht.

Ik stond voor het grote raam in deze best kleine kamer te staren naar het levenloze ding. Mijn hersenen maakten overuren en alle gedachten gingen door elkaar heen. Conclusie: ik kon niet helder nadenken. Duizenden vragen kwamen in mij op.

Niemand deed iets. Niemand bewoog of sprak. Zelfs Davant, de leider, verroerde geen vin.

Hier was niemand op voorbereid.

Na een lange tijd, toen iedereen weer besefte dat ze ook nog op de planeet waren, begon iedereen die buiten stond onze kant op te kijken. Waarschijnlijk naar Davant, maar toch voelde het een beetje alsof de blikken ook op mij gericht waren.

De monden van de aliëns begonnen te bewegen en ze leken haast boos. Ik keek opzij, naar Davant, die sprakeloos stond.

"Kom mee, Davant. Je moet hier even weg." Hielp Maith hem.

Ik volgde ze, voor mijn eigen veiligheid en omdat ik wilde weten waar ze naartoe gingen.

Rustig, maar erg oplettend liep ik Davant en Maith achterna.

Toen ik ook om de hoek was en ze weer zag, leek het nu of de rollen waren omgedraaid; Davant trok nu Maith een soort van mee, in plaats van andersom. Ik ging maar gewoon naast ze lopen, maar daar besteedden ze geen aandacht aan, dus het zou wel prima zijn.

We liepen een hoge trap op en kwamen uit op een soort reusachtig balkon.

Davant liep tot aan de rand, waar een niet zo'n hoog hekje stond. Hij pakte met één hand de reling en keek naar beneden. Maith bleef wat meer achter staan en hield mij daar ook, door mij tegen te houden met een arm.

Even bleef het doodsstil. Ik focuste op mijn trillende ademhaling en probeerde rustig te worden.

Op dat moment barstte de hel los. Aliëns begonnen te roepen en te schreeuwen. Nog even en het zou erger worden, misschien zouden er wel gewonden vallen. Ik rende automatisch zonder erbij na te denken naar voren en ik ging naast Davant staan.

"Is die paarse er nog steeds?"
"Zij heeft hiervoor gezorgd! Ze bregt alleen maar ongeluk!" Hoorde ik boven de menigte uitkomen.

Davant keek me hulpeloos aan. Ik deinsde achteruit. Ik heb dit niet gedaan. Wat denken die aliëns?

Zelfs Poekie zou dit niet kunnen helpen. Poekie was hier zelfs, alleen had ik geen idee waar. Misschien nog in die kamer waar we net nog stonden.

Gekwetst rende ik weg. Met tranen in mijn ogen, waardoor ik niet scherp kon zien. Ik wist niet waar ik naartoe rende, maar in ieder geval zo ver mogelijk van alle aliëns vandaan.

Plotseling viel ik op de grond, doordat ik ergens tegenaan botste. Ik dwong mijn tranen te verdwijnen om weer goed te kunnen zien. Het was - ja hoor, alweer - Dian. Geen idee waarom, maar ik schrok even.

'Gaat het wel?' Hij strekte zijn hand naar mij uit. Dankbaar nam ik het aan en trok mijzelf omhoog.

'Ja.' Zei ik terwijl ik zuchtte. Ik hield mijn hoofd een beetje naar beneden.

Met een glimlach vol medelijden keek hij mij aan. Het was een paar minuten stil.

'Ze bedoelen het vast niet zo. Ze zijn gewoon bang.' Ik merkte dat hij erg zijn best deed om mij op te fleuren, maar niet wist wat hij moest zeggen. Niet dat dat uit maakt. Ik snap het wel, ik waardeer het ook echt wel. Het werkte alleen niet.

'Kom nu meteen mee. Allebei.' Hoorde ik de bekende stem van Maith een paar meter achter mij zeggen.


~•~

Ik dacht laat ik gewoon al publiceren zodat ik hopelijk ook zelf snel verder schrijf xD Dit betekent wel dat er hele random uploadtijden zijn, maar dit werkte de vorige keer bij mij ook het beste hahaha. Hebben jullie weer zin in dit boek? :) Het voelt best raar om weer met Aliëns bezig te zijn xd

Aliëns: Een nieuwe soortWhere stories live. Discover now