1. Kaj van der Voort

152 5 1
                                    

Heel langzaam open ik mijn ogen van een geluid. Een vreselijk geluid, maar oh zo herkenbaar. Gepiep. Nee, alsjeblieft. Ik draai me moeizaam om naar mijn nachtkastje. Mijn wekker is flink aan het knipperen en geluid aan het maken. Ja, ik snap het. Ik moet eruit. Ik druk met mijn hand hard op mijn wekker die abrupt stopt met piepen en knipperen. Gelukkig. Ik wrijf in mijn ogen. Ik voel me nog slechter dan voor ik ging slapen. Zo vermoeid als ik ben na deze zomer is ongelofelijk. Maar dat is niet zo vreemd als je beseft wat ik heb meegemaakt. Ik moet nu weer naar school en ik wil helemaal niet. Normaal zou iemand dat zeggen, omdat ze de verplichtingen van school zat zijn, het huiswerk teveel is of de docenten teveel aan je hoofd zeuren, maar nee, dat is niet mijn reden. Mijn reden is er eentje die je niemand toewenst. Moeizaam sla ik de dekens van me af. Mijn voeten voelen als lood en ik krijg ze maar met moeite uit mijn bed gesleurd. Als ik de grond raak, trek ik mezelf als het ware overeind en staar naar een foto op mijn bureau. Een foto van ons. Ons samen aan het strand. Ik sleur mijn blik weg en duw mezelf van het bed af en sta overeind. Nog een beetje wankelend, terwijl ik in mijn ogen wrijf, loop ik in de richting van mijn kledingkast. Eigenlijk zou ik altijd mijn best willen doen als het gaat om de eerste schooldag van een nieuw jaar en al helemaal van je laatste jaar, maar nee. Nee. Gewoon niet. Ik heb niemand om mijn best voor te doen. Ik trek het meest simpele witte shirt dat ik zie hangen uit mijn kast en een lelijke blauwe spijkerbroek, waarvan de gaten al zichtbaar worden. Het interesseert me echt totaal niet meer. Ik ga richting de badkamer en gooi mijn kleding op de wasmand. Ik werp een blik op de spiegel, iets dat ik beter niet had kunnen doen. Ik schrik. Ik schrik van mijn eigen weerspiegeling. Zo slecht zie ik eruit. Ik draai de kraan open, laat even het lauwe water over mijn handen stromen en gooi dan een plens water in mijn gezicht. Ik kijk weer op naar de spiegel en zie de stralen over mijn gezicht lopen. Veel beter dan dit zal het wel niet worden. Moeizaam veeg ik mijn gezicht droog en trek mijn kleding voor vandaag aan. Ik loop terug naar mijn kamer en zie mijn rugzak op mijn stoel liggen. Ik loop er naartoe en blijf even stilstaan voor ik het oppak. Ik houd de sleutelhanger vast die aan de tas hangt. Ik wrijf met mijn duim over het beertje dat naar me lacht. Het voelt altijd alsof zij dan naar mij lacht. Ik kan er geen afstand van nemen. Ik laat het beertje weer los en til mijn rugzak op. Ik loop de gang op en de trap af naar beneden. Ik leg mijn tas op de bank en loop door naar de keuken waar mijn vader tegen het aanrecht staat geleund met een kop zwarte koffie in zijn rechterhand en de ochtendkrant van vandaag in zijn linkerhand. Hij merkt niet op dat ik binnen ben gelopen, totdat ik een kast opentrek om brood te zoeken. 'Kaj?' Ik zie brood en leg het neer op het aanrecht. Ik haal twee sneetjes uit de zak. 'Kaj?' Zegt mijn vader nogmaals. Ik wil niet praten. Ik smeer een dikke laag chocoladepasta op mijn brood en doe de broodjes op elkaar, waarna ik ze door midden snij. 'We weten hoe ellendig dit voor je is.' Ik leg het mes op het aanrecht en zucht even. Ik draai me om en kijk mijn vader aan. 'Je weet niet hoe het is.' Zeg ik met een brok in mijn keel. 'Praat er niet meer over, alsjeblieft.' Ik smeek het bijna. Ik stop ondertussen de broodjes in een zakje, zeg mijn vader alvast gedag en neem het mee naar de woonkamer. Ik werp een blik op de klok die boven de televisie hangt. Het is tijd om te gaan. Daar gaan we dan. Een nieuw schooljaar. Met lood in mijn schoenen til ik mijn rugtas op en zwaai hem over mijn schouder. 'Dag mam!' Roep ik naar boven bij de trap. Ik hoor gehaaste voetstappen en mijn moeder komt snel de trap af gerend. 'Kaj, jongen. Houd je sterk! Ik weet dat het moeilijk voor je is. Maar... Het komt wel goed schat!' Zegt mijn moeder terwijl ze haar handen op mijn wangen legt. Ik knik moeizaam, maar ik weet ook wel dat ik lieg. Het komt niet goed! Het kan nooit meer goed komen! Het kan nooit meer worden zoals vroeger! Bij deze gedachten voel ik een traan uit mijn oog schieten en over mijn wang lopen. Mijn moeder wrijft hem weg. 'Moet ik je dan ziek melden op de eerste schooldag?' Ik hoor de bezorgdheid in mijn moeders stem. Ik schud mijn hoofd. 'Je hebt wel gelijk. Ik moet gewoon doorgaan. Het leven gaat ook door. Voor mij in ieder geval wel.'Mijn moeder glimlacht zwakjes. 'Ik ben trots op je. Zo trots... Zo trots dat je mijn zoon bent!' Ik zie mijn moeder ook emotioneel worden. 'Mam... Ik hou van je.' Fluister ik en nu is het mijn beurt om de traan op haar wang weg te wrijven. Ik geef mijn moeder nog een knuffel. 'Ik moet nu echt gaan. Het zou niet zo handig zijn om te laat te komen op de eerste schooldag.' Zeg ik lachend. Mijn moeder knikt en ze laat me weer los. 'Drie uurtjes mam. Dan ga ik nog even bij haar langs. Daarna kom ik weer naar thuis.' Ik geef mijn moeder een kus op haar wang en haal de deur van het slot. Ik trek de deur open en kijk nog een keer om naar mijn moeder. Ze glimlacht naar me. Ik glimlach zwakjes terug en stap naar buiten waar de warmte van het zonnetje op mijn huid schijnt. Ik trek de voordeur achter me dicht en loop richting mijn scooter die voor de deur staat.    

Zwarte Gaten ~ B-Brave (NL)Where stories live. Discover now