Wie was het?

2.8K 133 10
                                    

Hoofdstuk 3

Toen ik voor de tweede keer wakker werd lag ik in een bed. Mijn eigen bed. Had ik het allemaal gedroomd? Nee ik wist zeker dat het echt was gebeurt. Ik hoorde aan de manier van lopen dat mijn moeder de trap op kwam gelopen. Toen ze zag dat ik wakker was kwam ze langs me op bed zitten en voelde aan mijn voorhoofd. 'Mooi de koorts is al wat gezakt.' Was haar conclusie. Koorts?? Waar had ze het over. Mijn moeder zag mijn bedenkelijke blik en gaf verdere uitleg. 'Toen school belde dat ik je moest komen halen ben ik meteen gekomen. Een jongen had je gevonden op het schoolterras. je hebt een zonnesteek opgelopen...' Nu snapte ik het. Natturlijk! Ik was ingedommeld in de zon en vervolgens in slaap gevallen. De rest was een veetje vaag. Mijn moeder zette een dienblad met een een boterham en een glaasje melk op mijn nachtkastje. terwijl ik van mijn melk dronk dacht ik na. Wie had mij van het terras gehaald??

-de volgende dag-

Weekend, mooizo. Geen school. Na een nachtje slapen voelde ik me weer helemaal fit. Onze hond Saartje had heel erg aangedrongen om te gaan wandelen. Dus daar was ik dan. In het bos met Saartje langs mijn zijde. Ik besloot het gewone wandelpad te volgen. Er waren de laatste dagen namelijk mensen verdwaald geraakt. Toen ik om de bocht van het pad kwam, kwam ik bij een splitsing. Het rechterpad was begroeid geraakt, maar nog goed bewandelbaar. Het linkerpad daarintegen zag er veepgebruikt uit. Ik koos natuurlijk voor het rechterpad. De kans was dan kleiner dat ik mensen tegen zou komen. Ik had gelijk gehad. Ik was nu al zo'n twintig minuten verder en was nogsteeds niemand tegen gekomen. Het was al middag. Ik moest maar eens naar huis. Toen ik me omdraaide om het pad terug te vinden zag ik het niet meer. Sh*t, ik was dus verdwaald.

Terwijl ik staarde naar wat ik niet meer kon zien, hoorde ik Saartje blaffen. Ik draaide me om. Recht voor Saartje's neus stond een jongen van mijn leeftijd. Blond haar, blauwe ogen. En hij was lang. Net zo lang als Dylan denk ik wel.

Hij keek ook naar mij. Na mij even in hem opgenomen te hebben zei hij iets tegen mij. Verdwaald? Ik knikte.  Wat anders had ik kunnen doen? Blijkbaar kende hij mijn reputatie niet. Hij stond nog steeds doodkalm voor me. Hij vroeg me nog wat. Hoe heet je?? Rosa antwoorde ik. Misschien da hij mijn naam herkende en weg zou gaan. Maar nee, helaas. Hij blijf. Aangezien hij verwachtte dat ik nog wat zou zeggen vroeg ik ook maar naar zijn naam. Steven. Zo heette hij. Ik knikte. Weet jij de weg terug? Hij lachte. Ja, kom maar mee. Hij begon te lopen. Zou ik hem wel volgen? Ik wist dat het gevaarlijk was om met vreemde mee te gaan. Maar ik had nu weinig andere keus. Ik tilde Saartje op en volgde Steven. Na een kwartier was ik weer terug bij de splitsing. Sneller als ik verdwaald was geraakt. Blijkbaar had Steven een kortere weg genomen.  Weet je de weg vanaf hier weer? Ja, ik bedankte Steven voor zijn hulp. Daarna liep ik terug richting huis. Toen ik nog een keer omdraaide was Steven al weg. Het pad zag ik ook niet meer. Alleen een spoor van dieren die er hadden gelopen. blijkbaar had ik straks dus gewoon niet opgelet. Het was geen pad geweest. Gewoon een dierenspoor.

Een meisje en haar (geheime) leven.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu