3

22 3 6
                                    

Ik sla in een keer de steen door midden. Alle woede komt er uit. Om me heen zijn er allemaal jongens aan het hakken, trainen of wat dan ook. Guma loopt op me af.

'Je was... best wel brutaal tegen de koning.'

Ik sla nog een steen door midden. Ik haal een pluk haar uit mijn gezicht.

'Die... die... eikel heeft mijn ouders vermoord! Hij zal boeten hoor je me!'

Hij zet een stapje achteruit.

'Sorry...' mompel ik als ik nog een steen door hak.

Hij pakt mijn pikhouweel af en legt hem op de grond. Hij pakt mijn arm vast en trekt me mee naar het grasveld. Er staat een groepje jongens te sparren. Mijn oog valt op een paard. Een bruin paard. Ze is prachtig. Ik loop er op af en aai haae over haar kop. Ze blijft gewoon staan.

'Dus... wat doet een meisje op mist Mountain?' Ik kijk op en zie een jongen met blonden haren en blauwe ogen. Hij draagt de zelfde kleding als Guma.

'Ik heb iemand vermoord.' Zeg ik zo stoer mogelijk.

Hij bekijkt me helemaal en schiet dan in de lach.

'Even serieus, wat heb je gedaan?'

'2 soldaten van Radan vermoord.'

Weer begint hij te lachen.

'Zeker, een meisje kan mensen vermoorden!'

Irritaties hopen zich op. Van net en van deze gast.

'Want meiden zijn sterk en kunnen met wapens om gaan.' Zegt hij sarcastisch.

Ik draai me om en loop weg.

'Ja loop maar weg. Doen alle meiden.'

Oké, hij lokt het uit. Ik sta bij het wapen rek en pak een mes. Ik draai me op en ren op hem af. Ik duw hem tegen de muur van de stal met het mes bij zijn keel.

'Maak nog een smerige opmerking over meiden en ik zorg dat dit mes de volgende keer in je keel zit.' Zegt ik dreigend. Hij knikt en ik laat hem los.

Ik draai het mes in mijn hand terwijl ik weg loop. Ik zet hem terug in de houder. Ik word bij mijn arm gepakt.

'Ben je gek geworden! Als je hier vecht ben je dood! Vechten is verboden!'

'Wat kan jou het schelen? Ik ben een van de vele hier!'

'Je bent een meisje! Meisjes zijn kwetsbaar! Je wordt omringd Door moordenaars!'

'Ik ben zelf een moordenaar!'

Hij kijkt me aan. Ik kijk naar de grond. Het dringt nu pas tot me door... ik heb 2 mannen vermoord. 2 soldaten... uit woeden... uit wraak. Ik kijk Guma aan.

'I...ik ben een moordenaar.' Zeg ik zachtjes.

'Elena, het was een impuls. Je was boos. Het gebeurt.. geen zorgen.'

Ik kijk naar mijn handen. Ik kan het niet bevatten... ik heb mensen vermoord. De koning gaat me nooit vergeven!

'Ik gaf het nooit mogen doen...'

'Elena! Kijk me aan.'

Ik kijk op.

'Zij hebben je ouders vermoord. Je gaf het recht om ze te vermoorden.'

'Dat had ik niet. Ik had me over moeten geven... ik had met mijn ouders mee naar de hemel moeten gaan...'

'Nee Elena! Je bent een inwoner van Tzar! Laat die koning zien dat je het bos niet op geeft! Dat je voor je ouders vecht! Je gaat ze verslaan! Het bos moet van Tzar blijven!'

Hij pakt iets uit zijn zak en legt het in mijn hand. Het is een gouden munt. Hij vouwt bij hand dicht.

'Laat dit je geluks munt zijn. Je kunt het Elena!'

Ik kijk hem aan en knik...

ConnectionsWhere stories live. Discover now