2. Negativiteit

48 4 3
                                    

Ik spring vlug de bosjes in, en hoop dat ik niet ben gespot. Ik wil niet terug naar mijn miserabele leven. Niemand mag me, iedereen verstoot me. Mijn bloedeigen familie vindt me raar, eng, schokkend om te zien. Al mijn vrienden keren zich tegen me, om dezelfde reden als mijn familie. Ze zien me als een gestoord iemand. Maar dat deert me niet. Ik kan prima op mijn eigen benen staan. Ik ben dan wel 16, maar ik ben volwassen genoeg om het te overleven in de wildernis. Het geritsel is weg, en ik kom langzaam omhoog. Mijn been doet pijn, maar ik trek me er niets van aan. Ik loop stug door.



'Is ze weg? Sinds wanneer?'

'Sinds vanochtend.'

'Dat kind is gek!'

'Nee, ze is bang. We duwen haar weg Miles.'

'Dat heeft ze aan zichzelf te danken.'

'Miles, we moeten haar helpen.'

'Ik moet helemaal niets!'



Ik slenter door het bos, alleen. Het is mijn eigen keuze, mijn lot. Ik ben voorbestemd rond te zwerven, zonder begrip en respect. Ik kijk naar mijn hand. Mijn tatoeage verbleekt door het zweet. Mijn ouders waren ziedend, toen ik hem liet zien. Ze geloofden dat hij echt was, maar hij was nep. De woorden, die ik hoorde, galmen nog na in mijn hoofd. ''Gestoord, die inkt op je huid!'' schreeuwde mijn moeder. ''Onmenselijk, walgelijk'', zei mijn vader. Het was nep, zo nep als dat ik ben. Plotseling hoor ik een ringtone. Ik duik meteen achter een boom. Ik hoor wat gemompel, maar ik kan niemand zien. Ben ik gevolgd?

Wordt vervolgd

Gevaar uit onbekende hoekWhere stories live. Discover now