Hoofdstuk 4:

45 6 0
                                    

Evie:

Zachtjes open ik de voordeur. Ik ben helemaal buiten adem van het rennen en mijn blauwe plekken doen pijn.

Hoe kan het dat ik nog steeds aan Caleb denk?

Aan zijn prachtige grijze ogen en aan zijn schattige glimlach.

Eurgh.

Ik begin gek te worden.

Waarom heb ik nu sterk de neiging om morgen gewoon weer naar het park te gaan.

Alleen om te kijken of Caleb er is.

Maar ik ken hem niet eens. Misschien heeft hij wel allerlei slechte bedoelingen met me!

Ik sluit de deur en loop op mijn tenen naar de woonkamer.

Mijn vader ligt languit op de bank met een halfvolle whiskyfles in zijn hand. Op de tafel staan nog drie flessen. Maar dan leeg.

Kan hij nou nooit eens stoppen met drinken? Ik schud mijn hoofd en loop naar de keuken waar ik een bakje yoghurt pak en loop naar mijn geïmproviseerde kamer.

Het is eerder de zolder met een matras en een raam.

Een beetje simpel dus.

In tegenstelling tot de andere huizen hier in de buurt is het onze erg armoedig.

Het ziet er gewoon niet uit.

Toen mama er nog was wel . Zij verzorgde de tuin en het huis. Er stond altijd een vaas met fleurige bloemen. Alles was netjes opgeruimd en er stonden nooit, maar dan ook NOOIT lege whisky-flessen op tafel. Nu zijn de bloemen verwelkt (al maanden), is het een rommel en staan er overal flessen van wijn, sterke drank of bier. Het ruikt hier dan ook sterk naar alcohol. Gelukkig niet op mijn kamer. Ik heb altijd mijn klein-maar-fijne raam openstaan, zodat er altijd frisse lucht binnen komt. Serieus, in de woonkamer stik je gewoon bijna. Gewoon omdat mijn vader te lui is om de ramen open te zetten. En als ik het doe, word hij boos. Ik heb geen idee waarom.

Misschien wil hij gewoon alles zo houden van mama. Dat hij niks durft te veranderen. Nou, dat is hem niet zo goed gelukt. Alles staat er nog, maar het is een grote puinzooi! Mam zou dat nooit goed vinden! Ik neem een hap van mijn yoghurt en kijk naar buiten. Een oud stelletje lopen door de straten, twee voetballende jongens schreeuwen naar elkaar. Allemaal heel normaal.

Waarom kan het bij mij nou nooit eens normaal zijn.

Na een uurtje naar buiten kijken en yoghurt eten zie ik iets dat me wel interreseert

Caleb.

Met zijn hond.

Zou ik naar hem toe gaan?

Hij ziet er wel heel schattig uit van deze afstand.

Nou ja, waarom niet?

Stilletjes loop ik de trap af, hopend mijn vader niet wakker te maken. Ik gooi het lege bekertje in de prullenbak en doe mijn jas aan. Voor de tweede keer vandaag maak ik de deur open en ga ik naar buiten.

(A /N Caleb. Sla je slag. Ze komt gewoon naar je toe! :P

Net wiskunde proefwerk gehad. Het is als in BLEEEEEEHHHH :(

Waarvoor hebben we in vredesnaam wiskunde nodig in ons leven?

Nergens voor. 

Precies!

Xxx Maura en Yara

Toekomstige Maura: Hehe, toen we dit schreven hadden we écht een wiskunde proefwerk gehad. Alleen is dat nu wel een lange tijd geleden XD Ik had er een 6 voor geloof ik, maar dat weet ik niet zeker. ) 


HopeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu