deel 8

531 10 2
                                    

De bel gaat. Daar zal Mark zijn. Ik loop de trap op en doe de deur open. Daar staat hij, hij ziet er anders uit dan gister, maar in de positieve zin. Hij heeft een joggingbroek aan met een T-shirt en daarover een vest. "Goeiemorgen."zegt hij opgewekt. "Goeiemorgen." "Zullen we dan maar." "Ja, is goed." We beginnen te rennen en gelukkig heeft hij hetzelfde tempo als ik. Na een tijdje gaan we rustig lopen om uit te rusten. We beginnen te praten. Hij lijkt oprecht geïnteresseerd in wat ik vertel. Ik vertel wat voor werk ik doe en we hebben het over sporten. Hij houd van hardlopen en voetbalt ook. "Zullen we nog een stukje door het bos rennen?" Vraagt hij na een tijdje. "Eh, ja, oké." Samen rennen we naar het bos. De takjes kraken en de bladeren knisperen onder mijn voeten. Hij begint zachter te rennen. Ik pas mijn tempo aan. Plotseling staat hij stil. Ik draai me om en kijk hem vragend aan. "Eva?" "Wat is er?"vraag ik hem. Hij loopt naar me toe en pakt mijn handen vast. "Eva, ik vind je echt heel leuk, lief, mooi." Z'n hoofd komt steeds dichterbij en ik voel zijn lippen op mijne drukken. Het voelt raar. Wil ik dit? "Mark, ik.." "sssstt, jij wilt dit ook, dat voel ik." Hij trekt me de bosjes in. Ik struikel over een boomstronk en val om m'n rug. Hij ziet het en gaat boven op me liggen. "Mark ga van me af." "Kom op Eva je wil dit." "Nee, Mark." Ik begin met mn benen te trappen maar ik kom niet los. Hij lacht en houd me nog steviger vast. De gevoelens van vroeger komen terug. De paniek, de angst, het verdriet. Ik wil dit niet. Niet Nog een keer, niet opnieuw. Ik geef hem een trap in zijn maag en hij krimpt in elkaar. Snel duw ik hem van me af, sta op en begin te rennen. Ik kijk om en zie dat hij achter me aan komt. "Eva, het spijt me!!!" Ik blijf rennen. Ik ren net zo lang totdat ik de eerste huizen weer zie. Ik kijk om en zie hem in de verte nog rennen. Ik ren zo hard ik kan naar huis. We hebben ver gelopen dus het duurt even voor ik thuis ben. Terwijl ik ren voel ik in mijn broekzakken naar de sleutel. Ik voel ze niet. Ik stop met rennen en begin een beetje in paniek in alle zakken te voelen. Ik zal ze toch niet verloren zijn. Als Wolfs nu maar thuis is. In de verte zie ik Mark lopen. Hij rent niet hard meer, maar ik begin toch weer te rennen. Ik hoef hem niet meer te zien en al zeker niet meer te spreken. Ik ren zo snel mogelijk naar huis en druk op de bel. Hij doet niet open. Ik druk nog een keer. En nog een keer. Ik hou de bel net zo lang ingedrukt totdat Wolfs de deur open doet. Hij doet de deur open en kijkt me raar aan. "Jezus Eef wat is er mis met je?" Ik kijk nog even om om te kijken of ik Mark zie. Ik hem het niet en stap snel naar binnen. Ik loop de trap af en pak een glas uit de kast en vul het met water. Ik hoor Wolfs de deur sluiten en de trap af komen. Als hij beneden is kijkt hij me vragend aan. "Wat is er nou?" Ik drink mn glas langzaam leeg om tijd te rekken. Hij merkt het. "Is er wat gebeurt?"Vraagt hij ene beetje ongerust. Ineens voel ik tranen opkomen. Ik voel mijn hart zo hard kloppen dat ik bang ben dat Wolfs het hoort. Ik draai me snel om zodat hij mijn tranen niet ziet. Ik wil niet dat hij denkt dat ik zwak ben. "Eef." Hij loopt naar me toe en legt een hand op mijn schouder. Waarom moest dit nou gebeuren? Waarom moest Mark dit nou doen? Die klootzak. Blijkbaar lopen de tranen over mijn gezicht want Wolfs veegt een traan van mijn wang. Hij draait mijn hoofd naar zich toe en kijkt me recht in mijn ogen aan. Ik kan er niks meer aan doen, hij heeft mijn tranen gezien. Hij ziet dat ik me op deze manier ongemakkelijk voel en sluit zijn armen om me heen. Ik leg mijn hoofd tegen zijn borst en hij wrijft zachtjes door mijn haar en ik kan nu de tranen niet meer binnen houden, maar ik wil niet in huilen uitbarsten zoals je altijd in films ziet. Wolfs merkt het en zegt:"Het is goed Eef." Dan kan ik me niet meer inhouden. Waarom moeten ze mij altijd hebben? Dan gaat de bel. Ik schrik op enz kijk Wolfs angstig aan. Hij kijkt me aan met een rustige blik. "Ik zal hem wegsturen." Ik knik goedkeurend. Wolfs loopt naar boven en ik hoor de deur open gaan. Ik ga aan tafel zitten met een glas water. Ik hoor ze praten, maar versta niet wat ze zeggen. Dan hoor ik de deur weer dichtgaan en Wolfs de trap af komen. "Hij is weg." Ik kijk hem dankbaar aan. "Dankje."  Hij kom naast me aan tafel zitten en kijkt me weer aan. "Ik wil het er niet over hebben, niet nu." "Oké." Hij staat op en loopt naar de keuken. "Wat wil je eten straks?" "Wat denk je?" Hij grinnikt. "Natuurlijk." Hij pakt de autosleutels en zwaait ermee. "Dan ga ik het even halen." Ik glimlach naar hem en hij loopt naar boven. Ik hoor de deur dicht gaan en loop ook naar boven. Ik draai de deur op slot en loop naar mijn kamer. Ik pak een handdoek van een plank en loop naar de badkamer om te gaan douchen.  Ik kijk naar mezelf in de spiegel en zie mijn betraande ogen. Snel kleed ik me uit en stap onder de douche. Als ik klaar ben stap ik onder de douche vandaan en hoor ik de voordeur open gaan. "Ik ben er weer!" Hoor ik Wolfs roepen. Ik kleed me snel aan en loop naar beneden. Daar zit Wolfs al klaar met het eten. Wat is hij toch lief voor me.

Naabot mo na ang dulo ng mga na-publish na parte.

⏰ Huling update: Nov 13, 2015 ⏰

Idagdag ang kuwentong ito sa iyong Library para ma-notify tungkol sa mga bagong parte!

Fleva (flikken Maastricht)Tahanan ng mga kuwento. Tumuklas ngayon