'Hoe moet ik nu weten wat ik denk? Ik zie jouw met je ex. Die toevallig hier is opgedoken en die jij ook nog eens beschermd.' Zegt Jasper kwaad.

'Denk is na, je weet hoe hard ik hem haat. Ik hoop dat hij rot in de hel, maar daarvoor ga ik er niet mee bezig zijn om zijn leven nu tot hel te maken. Daar steek ik mijn verdomde tijd niet in.' Zeg ik kwaad.

Ik loop naar de deur en wil hem open gooien, maar hij zit op slot.

'Godverdomme, geef me die klote sleutel.' Zeg ik geïrriteerd.

Ian gooit me de sleutel toe en ik loop kwaad weg uit de kleine ruimte.

Ik ga direct naar mijn volgende les en ik ben de hele namiddag pissig.

Alice begint over galakleding en hoe ze de perfecte avond ervan gaat maken met haar vriendje.

Ik word er eerlijk gezegd best depri van.
Bij Alice is alles perfect.

En bij mij...
Ik heb een leuke familie, maar we leven niet een een kasteel van een huis.
Ik heb een super vriendje, maar die is soms een arrogante klote maffia zoon.
En ik heb een leven dat altijd veranderd.

Ik zucht.
Ik wil ook een perfect leven.

Als mijn laatste lesuur voorbij is prop ik mijn boeken in mijn tas en ga traag naar de uitgang.

Wil ik wel nog iets met Jasper gaan doen?
Ik had echt geen idee dat hij zoiets van me dacht.
Hij weet hoe ik over Taylor denk en dan durft hij nog zoiets te zeggen.

Als ik Ellen zie in de gang zie ga ik even naar haar toe.

'Lena. Waar was je plots, deze middag? Ik wou nog met je praten.' Zegt ze en knuffelt me.

'Ja, ik moest even weg.'

'Heb je Taylor nog gezien? Blijkbaar was hij zo onherkenbaar door wat Jasper met hem had gedaan.' Zegt ze grijnzend.

'Nee, ik heb hem niet gezien. Waar ik blij om ben, maar wat ga je nu doen?'

'Max heeft iets leuks gevonden dat we gaan doen.'

'Oké, wel ik zie je thuis dan wel, zorg dat je veilig aankomt.'
Ellen kijkt me doordringend aan.

'Gaat alles wel goed met je, je kijkt zo... Droevig.' Ze kijkt me onderzoekend aan.

'Niets ergs, ik heb een klein discussie gehad met Jasper. Het was niet belangrijk.' Zeg ik en schud met mijn hoofd.

'Dat zien ik, hoor. Je moet gewoon bellen als er iets is. Ik stuur Max wel om je op te halen en dan gaan we samen naar huis en kijken een film.'
Ik lach.

'Ik kom niet tussen jou en Max. Ik wou eigenlijk weten hoe het met jou is? Heb je nog hoofdpijn of zo?'

'Nee ik voel er nog amper iets van.'

'Dat is goed, ik ga dan maar. Veel plezier met Max.'
Ik zwaai even als afscheid en loop naar de parking.

Ik zie Jasper niet meteen, maar zie hem daarna met Ian praten.

Jasper staat met zijn rug naar me toe dus hij heeft me nog niet gezien.
Als ik nog een keer overweeg of ik toch mijn papa zou bellen, wijst Ian naar mij en Jasper draait zich ook snel om.

Hij loopt snel naar me toe en ik verwacht een preek.
Over wat, dat weet ik niet, maar hij word gemakkelijk kwaad over kleine dingen.

Als hij voor me staat trekt hij me direct naar me toe en kust mijn voorhoofd.

'Waar was je nu. Ik wou naar je lokaal gaan, maar daar was je niet en bij je kluisje ook niet.' Zegt hij ongerust.

'Had je geen schrik dat ik met Taylor was weg gegaan.' Zeg ik droog en maak we los uit zijn omhelzing.

Ik ben nog steeds kwaad op hem.

'Het spijt me Lena, nadat ik het een paar keer had bekeken zag je duidelijk dat het een oude foto was.'

'Daar gaat het helemaal niet over. Ik ben kwaad op je omdat je me niet vertrouwt.'
Hij wil er iets tegenin brengen, maar ik ben hem voor.

'Ik vertrouw je in alles wat je doet. Ik vertrouw je, zelfs nadat ik wist dat je verdomme bij de maffia zat.' Het laatste sis ik meer.

'Het spijt me oké, wat wil je dat ik anders doe?' Zegt hij gekwetst.
Ik zucht en zeg: 'laat het maar zitten.'
En stap in zijn auto.

Als ik zit stapt hij ook in en start zijn auto.

'Wil je nog met me mee of moet ik je thuis afzetten.'

'Ik ga wel mee, maar ik zweer het je. Als je nog een keer zoiets denkt over mij dan zal het de laatste keer zijn dat ik in deze auto stap.' Zeg ik fel.

We gaan langs allemaal bedrijven of afspreek punten.

Ik verstop me op de achterbank achter verduisterd glas terwijl Jasper het werk doet.

Als we stoppen bij een bosrand kijk ik rond.

'Is dit wel een veilig afspreek-punt? Wie weet wie zich verstop in dat bos.' Zeg ik argwanend.

Jasper snuift.

'Wat gebeurd heus niet hoor liefje. Hadden we het daarstraks niet over vertrouwen?' Zegt hij eng een grijns en stapt uit zijn auto.

Ik zie niet veel omdat ik weggedoken zit achter de zetel, maar wat ik zie is al verontrustend.

Er staan twee dikke landrovers.
Allebei zwart en verduisterd.

Er zijn drie mannen die met Jasper aan het praten zijn.

Ik zie geen wapens dus ik vind het veilig genoeg.
Ik ontspan me wat meer er leun tegen de zetel.

Dan hoor ik een luide klap.
Alsof twee hout-paletten op elkaar vallen.
Ik heb het duizend keer gehoord in de drukkerij, maar dit is anders.

Dit is het geluid van een ...

'Een pistool.' Zegt Jasper gefrustreerd als hij de auto in vliegt.

Hij zeg zijn auto in de vooruit en racet weg.

'Natuurlijk hadden die hufter pistolen bij, verdomme.' Zegt hij kwaad.
Terwijl hij de twee landrovers kwijt probeert te raken.


BadboysWhere stories live. Discover now