Hoofdstuk 6: What Are You Saying!?

28 4 0
                                    

Denise

Ik loop de trap op naar Carly haar kamer, ze is zich vast aan het klaar maken. Want deze hele week is ze bij mij thuis, nadat Diana en haar ouders waren gekomen had de moeder van Diana verteld dat haar vader (de opa van Carly in Frankrijk) heel erg ziek was. De ouders van Diana en Carly vertrekken vanavond samen naar Frankrijk, dus Carly moet ergens blijven. En als goeie vriendin moest het of bij mij of bij Jane zijn. Ze wilden allebei bij mij blijven, want ze wouden mijn oma ook nog zien. Wat ik hier mee probeer te vertellen is: Jane en Carly verblijven één week lang bij ons thuis, natuurlijk moeten we Jeroen ook niet vergeten..

Ik open haar deur en ze staat voor mij, we lachen omdat we bijna tegelijkertijd de deur openden. "Ik wist niet dat je er al was." Zegt Carly en loopt samen met haar koffer de trap af. "We waren al snel klaar, want ik heb niks gekocht." Ze stopt en kijkt mij raar aan. "Je gaat mij alles vertellen!" Ze keek mij voor even nep-boos aan waarop ik haar alleen een glimlach gunde. Carly riep Stella en zei: "Zeg tegen de chauffeur dat hij deze koffer in de auto moet zetten." Stella knikte en liep weg. We liepen naar de woonkamer waar haar ouders allebei aan de telefoon zaten. Ze moesten natuurlijk alle convergentie en afspraken afzeggen. Carly haar vader hangt de telefoon op en komt onze kant op. "Bella, we gaan om tien uur weg. Als je iets nodig hebt bel ons maar, oké?" Carly knikt. "Ik ben toch bij Denise, er kan niks gebeuren." Philip glimlacht naar mij. "Daar heb ik geen vermoeden van." Ik glimlach terug en dan komt Fleur er bij. "Als er iets gebeurt, maakt niet uit om wie moeten jullie gelijk bellen. We willen dat er niets gebeurt met onze dochters." Zei ze en liep naar ons toe om ons te knuffelen. Ik straalde helemaal toen ze dat zei, Philip en zij zagen mij altijd als een dochter en dat lieten ze ook merken. Ik knuffelde haar stevig terug. Daarna knuffelden we één voor één Philip en liepen naar buiten. Carly haar auto stond al klaar en we stapten meteen in. We rijden richting mijn huis, maar stoppen als we Austin zien. Ik stap uit en na mij volgt Carly we lopen hem achterna, hij merkt ons niet op want hij is druk aan de telefoon. Met wie praat hij toch? Ik probeer mee te luisteren, maar echt lukt het niet. Opeens stopt Austin met lopen, Carly trekt mij meteen achter een auto. We kunnen nu wat meer horen. "Angel, je snapt mij niet. Waarom ben je zo negatief, hoe weet je dat ik wil praten om het uit te maken..? Ik wilde het niet uitmaken, alleen een tijdje een stop zetten. Maar nu is het eigenlijk precies wat ik ga doen, ik maak het uit Angel. Het is over..! Nee, het licht volkomen aan jou. Ik ben je gedrag zat, terwijl jij elke dag rondhangt met allerlei jongens die je niet kent, mag ik niet eens met mijn beste vriendin omgaan..! Ja je kende wel één iemand en dat was Cody, ook al heb ik zo vaak gezegd niet om te gaan met hem doe je het nog steeds!" Hij frustreert zich zolang ik kan zien. Hij mompelt nog wat en hangt dan op. Hij loopt dan weg, Carly grijnst naar mij. "Hij snapt uiteindelijk dat Angel een kreng is." Ik knik blij en geef haar een high-five. "Het was toch onbeleefd jou telefoon gesprekken te beluisteren? Wat doe jij dan?" Ik en Carly draaien ons voorzichtig om en daar staat Austin met zijn armen over elkaar naar ons te kijken, boos. "Wat jou telefoon gesprek beluisteren? W-wij zijn hier om... Om deze auto schoon te maken?" Vraagt Carly en ik rol met mijn ogen. Austin staat nog steeds boos voor ons. "Oké, broertje. Het spijt mij maar, maar we zagen je lopen en we vroegen ons af wat je zat te doen. We wilden naar je toe komen maar zagen dat je aan de telefoon zat dus deden we niks, je was boos en we hoorden je Angel en zo zeggen. We vroegen ons af wat er was en ja het is wel onbeleefd, maar ik ben ook een mens! Ik heb ook mijn fouten..." Zeg ik en gooi mijn handen in de lucht. "Oké, dan maar. Waar gaan jullie heen kan ik meteen meekomen." Austin, hij vergeeft mij natuurlijk meteen. "Naar huis." Zegt Carly en gebaart hem dat hij ons moet volgen. We lopen naar de auto en stappen in. Waneer we thuis aankomen zien we een papiertje hangen op de deur. Er staat: Ik ben bij Tess, Ik zal er een week niet zijn omdat ze ziek is. Het spijt mij jongens, veel groetjes Oma...

Ik kijk ze aan en schud mijn hoofd. "Lekker dan, Tess gaat weer alles aan mijn oma overlaten." Ik haat mijn tante met heel mijn hart, want ze is een grote trut. Als mijn moeder dit zou horen zou ze heel erg boos worden omdat ik haar net zoals mijn Tante Natasja moest zien. Als ik aan mijn moeder denk vormt er een glimlach om mijn lippen, ze was altijd zo aardig. Zelfs tegen mensen die ze haatte was ze een goed mens, zoals haar was er maar één!

I'm So Sorry... (Niall Horan)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu