deel 1

765 11 0
                                    

Eva:

'Ik plof op bed en staar met mijn rug naar het plafond terwijl ik de dag nog een keer in mijn hoofd afspeel. Ik weet ook wel dat ik mijn werk niet mee naar huis moet nemen maar zaken die met jonge kinderen te maken hebben kan ik niet goed loslaten. Toen Wolfs en ik het meisje uit de handen van die gek bevrijdde, was ik zo opgelucht dat er een ik een traan over mijn wangen voelde glijden. Wolfs keek heel lang naar me toen ik het meisje vasthield. Ik zag het niet maar ik voelde het wel. Als Wolfs naar me kijkt ben ik altijd bang dat ik iets doms doe of zeg. En als ik dat dan doe kan ik mezelf wel voor mijn kop slaan. Maar Wolfs lacht me nooit uit. Hij zet me nooit voor gek. Wat lief eigenlijk. Ik denk dat Fleur denkt dat Wolfs en ik wat hebben samen. Ze komt ook steeds op van die ongelukkige momenten binnenvallen. Vorige week nog. Er waren wat vervelende dingen gebeurt en Wolfs wilde me troosten door zijn arm om me heen te slaan. Hij trok me naar zich toe en terwijl hij met zijn vingers door mijn haren ging legde ik mijn hoofd op zijn borst. Ik bewoog mijn gezicht een beetje naar hem toe en keek toen ineens recht in zijn ogen. Hij kwam steeds iets dichterbij met zijn gezicht en op het moment dat onze lippen elkaar bijna raakte kwam Fleur de trap af stormen. Snel gingen Wolfs en ik weer recht zitten, maar Fleur had het natuurlijk allang gezien. "ik zag het wel" zei ze met een glimlachje op haar gezicht. "Eet je mee?" had Wolfs snel gevraagd. "Nee, ik eet met wat vrienden in de stad, maar zo te zien vinden jullie dat niet zo erg" Ze keek naar me en ik probeerde mijn gezicht zo snel als ik kon op het glas chocomel te richten zodat ze niet zou zien dat ik bloosde. "Nou, ik ga. Veel plezier vanavond." Ze knipoogde naar me, gaf Wolfs een kus op zijn wang en liep de trap op. Ik voelde me zo ongemakkelijk. En Wolfs ook, ik zag het aan hem. Ik voel altijd van die kriebels als hij me aanraakt, naar me kijkt en zelfs als ik aan hem denk kan ik de kriebels in mijn buik voelen. Ik zal toch niet verliefd zijn? Wat zou Frank ervan gevonden hebben? Zou hij kwaad worden of zou hij me begrijpen? Ach, het maakt ook niet uit. Frank is dood en hij komt nooit meer terug. Je zou denken dat ik er wel aan gewend zou zijn, na al die tijd. Maar nee, nog iedere dag denk ik dat hij de trap af kan komen lopen, in de keuken bezig kan zijn of met Wolfs aan de tafel een wijntje zit te drinken. Ik hield van Frank, en nog steeds. Maar verliefd ben ik niet meer, eigenlijk was ik al heel lang niet meer verliefd. Ik was de laatste tijd meer hele goede vrienden met Frank. En over vrienden gesproken, dat kunnen Wolfs en ik ook beter blijven. Het is onhandig om met iemand waarmee je werkt iets te beginnen. Stel nou dat de verliefdheid overgaat, dan is het niet zo gemakkelijk om net zulke goede vrienden te blijven als daarvoor. Niet dat ik daar ervaring mee heb, maar dat stel ik me zo voor. Er zal dan altijd iets tussen ons in staan. En dat wil ik niet, ik wil Wolfs gewoon zoals hij nu is. En hoe zullen ze op het bureau gaan reageren? Zullen ze het afkeuren of juist leuk vinden? Ik denk dat ik het antwoord al wel weet. Ze weten allang dat Wolfs en ik eigenlijk wel meer dan collega's zijn. Maar hoe dan ik, ik heb honger.' Ik loop de trap af en zie Wolfs in de keuken staan en Fleur aan tafel zitten met haar script in haar handen. Ik pak een glas en een pak chocomel en ga ook aan tafel zitten. "Waar gaat het over?" vraag ik aan Fleur. "Over een man en een vrouw die elkaar niet willen zeggen dat ze zielsveel van elkaar houden, maar aan het einde geven ze het toch toe. En dan leven ze nog lang en gelukkig." Ik kijk naar Wolfs en ik zie dat hij snel wegkijkt. Ik kijk ook snel weer weg, terug naar Fleur. Ze kijkt me recht in mijn ogen aan en glimlacht. " De 23ste tot de 29ste spelen we. Komen jullie kijken? Misschien steken jullie er nog wat van op." "Zo is het wel weer genoeg geweest, Fleur." "Pap, kom op zeg, jullie zijn gek op elkaar, dat weet jij, dat weet ik en dat ziet iedereen van een kilometer afstand." "Ja nou, we gaan eten." Wolfs zet de borden op tafel en ik geef toe dat het er goed uit ziet. Tijdens het eten hangt er een beetje een ongemakkelijke stilte, althans dat vind ik. Fleur en Wolfs hebben daar zo te zien helemaal geen last van.

Fleva (flikken Maastricht)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu