Oh.

46 4 12
                                    

"Hallo. Mijn naam is Elizabeth, en ik ben negentien jaar oud. Ik woon in Perth, Australie. Ik woon op een kangoeroe boerderij, en hebben ook koala's. Verder zijn mijn hobby's paardrijden en onze wilde paarden hoeden. Ik heb gekozen voor deze opleiding, omdat ik veel plezier heb om met dieren te werken, en wil ze daarom ook zo goed mogelijk helpen. En hiervan maak ik mijn beroep. Ik, wil dierenarts worden." zeg ik entousiast. Ondanks dat ik me nooit echt comfortabel voel om voor grote groepen mensen te spreken, was ik zo opgewonden dat ik dan eindelijk naar deze universiteit mocht, dat het me vandaag echt even helemaal niet kon schelen. Vandaag, was ik als nieuw!

"Dus, Elizabeth was het dus..." hoor ik van achteren. Als ik me omdraai, zie ik Logan staan, met zijn brede schouders en uitdagende houding. "Wat ben ik toch weer verbaasd om jou hier te zien Logan." zeg ik zuchtend. Ik had Logan ongeveer een jaar geleden ontmoet, op een beurs van deze universiteit. Hij had toen in het eerste jaar gezeten, en aangezien dat hij hier vanavond was, betekende dat daar nog niets aan veranderd was. "Hee, doe nou niet alsof je verbaasd bent, je weet toch best dat ik voor jou wel een jaartje over zou willen doen." zegt hij, en stapt op me af. Dat was ook nog iets. Logan had na onze eerste ontmoeting eigenlijk geen tijd verspild aan kletspraatjes zou je kunnen zeggen. De eerste dag had hij daar al voor me gestaan. "Je weet toch hoe veel ik van je houd." zegt hij. Aha, nog steeds dat ene zelfde zinnetje. "Ja Logan, dat weet ik helaas maar al te goed." glimlach ik, en loop verder. "Oh kom op, Ely!" roept hij me na, en komt naast me lopen. "Wanneer houd je nu toch eens op met me Ely noemen? Ik ben toch geen eland of zo?" lach ik weg. Door hem noemde zowat iedereen me zo. Nog zoiets wat hij als sinds de eerste dag had opgepikt. "Kijk, Logan. Je kan hier lastig de hele nacht voor mijn deur staan wachten, dus laat me nu maar gewoon met rust oke?" zeg ik, en wuif hem weg. "Tot morgen!" roept Logan nog snel tussen de deurspleet, en dan is het eindelijk rustig. Of niet... Op de deur klinkt een geklop. Ik negeer het, Logan zal nu toch echt geduld moeten tonen. En daar is het geklop weer. "Niet nu Logan!" roep ik door de deur. "Ik ben het niet die op de deur klopt hoor!" roept hij terug. Tuurlijk. Maar om de een of andere reden begin ik mee te spelen. Normaal zou ik dit nooit doen, dat komt vast door hoe opgewonden ik vandaag wel niet was. Met een grote glimlach -waarom ook niet, als je het doet moet je het goed doen- open ik de deur. Mijn glimlach verstomt snel weer, als ik zie wat er voor mijn deur staat. Een jongen, ongeveer even groot als mij, ongelofelijk bruine ogen, en een zwart shirt. Met een steek in mijn buik van schaamte, bevries ik. "Zie je wel, ik klopte echt niet!" zegt Logan euforisch naast me. God zij dank wekte dat mij weer op uit mijn bevrorenheid, en ik schraapte mijn keel. "Em, hallo." zeg ik met een rood hoofd. "Hoi." antwoord de jongen. Man, het zou illegaal moeten zijn om op zo'n manier te kijken, ik zou bijna in drilpudding willen veranderen. Gelukkig doet de jongen verder al het praten, wat alles een stuk makkelijker maakt. "Ik ben geloof ik je kamergenoot." zegt hij, en kijkt me vragend aan. "Oh! Sorry hallo welkom! Kom binnen." begrijp ik plotseling zijn hint. "Ah, bedankt!" roept Logan, en glipt onbeleefd ook mijn, of nee sorry, onze, kamer binnen. "Eh," begin ik, maar de jongen lijkt het al in de hand te hebben. "Sorry, ik vrees dat ik nog veel moet uitpakken enzo, en ehh-" de jongen kijkt me vragend aan. Gelukkig was ik dit keer wel bij zinnen. "Elizabeth." soufleerde ik hem. "en Elizabeth vast ook, dus het zou leuk zijn als je een ander keertje langs zou kunnen komen, maar op het moment zijn we namelijk wat druk. Sorry!" Zegt hij, en loodst Logan de deur uit. "Poeh." zucht hij. "Wie was die gast?" vraagt hij. "Oh, dat is Logan. Een oude kennis van me zou je kunnen zeggen." antwoord ik dankbaar. "Is hij altijd zo opdringerig?" vraagt hij, en zakt naast me op de bank. "Jup. Hij laat nooit een dag voorbij gaan zonder iemand volledig door te laten draaien." zeg ik. "Dus, ehh, kennen jullie elkaar al lang?" informeert hij. "Nee, nouja ongeveer een jaar geleden werd ik voor het eerst aan hem voorgesteld, maar ik heb ondertussen zoals je wel zult begrijpen hem voorzover mogelijk proberen te vermijden." grap ik, hoewel dit eigenlijk wel de waarheid was. "Dus ehh, er is niets tussen jullie?" zegt hij. "Wat?" zeg ik verbaasd. "Nee! Absoluut niet!" roep ik geschokt. "O. Aha, sorry." zegt hij. "Ik dacht zelf ook al dat je niet echt zijn type was." wat was dat nou weer? Wat bedoelde hij daar in hemelsnaam mee? "Zeg heb jij al uitgepakt?" vraagt hij dan ineens. Overspoeld door deze onverwachte wending, stotter ik een paar keer voor ik kan antwoorden. "Ja, zo goed als." zeg ik uiteidelijk. "Klinkt het dan heel raar als ik je vraag of je me heel even een handje zou kunnen helpen?" verbaasd schud ik mijn hoofd. "Nee, tuurlijk niet." even later zitten we beide puffend op zijn bed. "Man, ik heb echt geen conditie." zegt hij. alles wat we tot nu toe gedaan hadden, waren zijn tassen van de woonkamer naar zijn slaapkamer slepen. "Nou, ik anders net zo erg." zeg ik naar de waarheid. Ik zat daar tenslotte ook. "Zeg, wat is jou naam nou eigenlijk?" vraag ik me ineens af. Vanwege Logan's voorgeval wist hij mijn naam al wel, maar had hij zichzelf nog niet voorgesteld. "Daniel." zei hij. "Maar iedereen noemt me eigenlijk Dan. "aha. "Leuk je te ontmoeken."

Oh.Where stories live. Discover now