Een nieuw leven beginnen is moeilijker dan ik dacht.
Ik kijk naar buiten en zie dat er donkere wolken de hemel verduisteren en het begint te regenen.

Wat zou Jasper reageren als ik tegen hem mijn gevoelens zou vertellen?
Zou hij die gevoelens gebruiken?
Zou hij me uitlachen?
Zou hij ook van mij houden?

Waarschijnlijk niet, en de twee andere opties wil ik koste wat kost ontwijken.

Ik kan het dus beter niet zeggen.
Besluit ik.

Ik kijk naar heeft chinees restaurant.
Jasper blijft nu wel erg lang weg.
Misschien moet ik toch gaan kijken.
Ik weet wel dat hij het alleen af kan, maar als er nu een mooi meisje is kan Jasper snel afgeleid zijn.
Ik doe mijn deur open en stap uit de auto.

Ik ga gewoon even kijken, als er echt een ander meisje is loop ik wel naar huis. Het is toch niet zo heel ver.

Als ik halverwege ben zwaait de deur open en Jasper komt grimmig het restaurant uit lopen met een gevulde zak in zijn hand.

'Lena, wat ben je aan het doen? Ik heb toch gevraagd om in de auto te blijven.' Zegt hij kwaad.

'Sorry, ik wou even komen kijken of er iets aan de hand was. Je bleef lang weg.' Zeg ik bescheiden en ga terug naar de auto.

Hij stap in aan de bestuurderskant en slaat zijn deur dicht.

'Als ik vraag dat je blijft zitten, dan blijf je zitten. Begrepen?' Zegt hij geïrriteerd als hij zijn auto start.

Hij zwiert het eten op mijn schoot.

'Wat is er daarbinnen gebeurd?' Vraag ik.

'Niets, het duurde gewoon wat langer.'
Zoekend kijk ik hem aan.
Er klopt iets niet, Jasper zijn stemming is helemaal omgeslagen.

Dan valt er iets op aan de linkerkant van zijn hoofd.

'Jasper wat is dat aan je hoofd.'
Hij gaat met zijn hand naar zijn hoofd en als hij het terug trekt zie ik dat eer bloed aan hangt.
Jasper vloekt binnenmond.

'Mij God, je bloeit. We moeten dat verzorgen.' zeg ik bezorgt.

'Het is maar bloed, dat stopt wel.'

'Wat, nee ga aan de kant staan dan verzorg ik het snel.' Ik wil het handschoenenkastje openen, maar Jasper grijpt mijn pols.

'Het is niet nodig, laat het gewoon.'

'Hoe is het gebeurd?'

'Ik ben tegen een deur gelopen, het zijn daar lage deuren.' Liegt hij.
Ik snuif.

'Eet je chinees op.' Beveelt hij.
Ik zucht.

'Ik heb geen zin.'

'Dat is jammer, eet het op. Ik ga niet voor de lol naar een chinees restaurant.'

'Het was jou idee.' Reageer ik fel.

'Weet je wat, dit heeft geen zin meer, ik zet je thuis wel af.' Hij draait de eerste straat in dat hij tegenkomt.
Het is dan ook nog de juiste.

'Jasper, ik kan nog niet naar huis.'

'Dat kun je wel, je bent er namelijk bijna al.'

'Hoe weet je waar ik woon?' Ik kijk hem met grote ogen aan.

'Er zijn wel meer dingen dat ik weet.'
Waarom moet hij nu weer zo mysterieus praten.

Dan stop hij op de hoek van mijn straat.

'Mijn spullen liggen nog bij je thuis.' Zucht ik.

Die krijg je wel terug.' Zegt hij nog kwaad.

'De taak is nog niet af.'

'Die maken we een andere keer af.'

'Wat is er gebeurd is dat chinees restaurant?'

'Niets waar jij je zorgen om moet maken. Ik ben tegen een deurpost gelopen.'

'Mag ik je wond is een keer zien?
Hij zucht, maar draait toch zijn hoofd om.

De wond, dat blijkbaar een snee is, is nu nog harder aan het bloeien.

'Jasper, weet je zeker dat ik het niet moet verzorgen. Je kunt wel even binnenkomen.'

'Daar heb ik jou hulp niet bij nodig. Praat er gewoon met niemand over dat is al goed genoeg voor mij.'
Ik stap uit de auto en zet de chinees op de stoel.

'Neem maar mee en ik zal morgen je tas meenemen.' Hij geeft de zak aan mij en ik sluit de deur.

Wat een ingewikkelde jongen.
Denk ik bij mezelf.


BadboysWhere stories live. Discover now