hoofdstuk 19

222 22 0
                                    

Koen haalt diep adem en loopt naar de ingang van de woonkamer en keukenruimte en dan weer terug naar zijn slaapkamerdeur, meerdere keren, terwijl hij zichzelf probeert op te peppen voor wat hij gaat vragen. Uiteindelijk verzamelt hij al zijn moed en probeert hij het gerommel in zijn maag te negeren terwijl hij de keuken binnenstapt.

Niemand merkt hem eerst op. Raoul zit op een van de krukken met Milo op zijn schoot, de negenjarige ziet er iets minder bleek uit dan de afgelopen dagen en eet daadwerkelijk zijn toast zonder te klagen dat hij niet door zijn neus kan ademen. Mat zit ook aan het aanrecht, gebogen over een boek zoals gewoonlijk, bijna zijn mond missend terwijl hij een plakje appel naar binnen brengt.

Zijn vader staat bij de koffiemachine, trommelend met zijn vingers op het aanrecht terwijl hij wacht tot de drank is gezet, zijn wangen opblazend. Om te zeggen dat hij gestrest lijkt, is een understatement. Het is een andere uitdrukking dan de boze die hij de avond ervoor had toen Koen hem eindelijk over de berichten en alles had verteld.

"Um. Goedemorgen," zegt hij, iedereen attent makend op zijn aanwezigheid. Mat biedt een bezorgde glimlach aan, Milo kauwt gewoon door op zijn toast.

Raoul zwaait een beetje. "Goedemorgen, jongen."

"Hé, vriend. Hoe voel je je?" vraagt papa zacht.

Koen haalt zijn schouders op en steekt zijn handen in de zak van zijn hoodie. "Prima. Eh, kan ik wel even met je praten?" Vraagt hij, rondkijkend naar de drie andere aanwezigen in de kamer. "Privé, bedoel ik?"

Papa ziet er een beetje verrast uit, maar knikt onmiddellijk, drukt op de knop die de koffiemachine stopt en volgt hem de gang in, draait zich naar hem om met bezorgdheid wanneer ze voor zijn slaapkamerdeur stoppen.

"Wat is er aan de hand? Stuurt hij nog steeds berichten?" Vraagt hij meteen.

Koen grimast, schudt zijn hoofd en zucht dan. "Nou, ja, maar daar wilde ik het niet met je over hebben. Ik - ik heb erover nagedacht, toen ik wakker werd. Gisteravond ook. Eigenlijk al een tijdje, maar het was niet echt een optie omdat je toen nog niet van dit alles wist, dus kon ik het niet vragen."

"Kleintje, adem," zegt papa zacht, zijn hand naar hem opheffend. Koen volgt de instructie en neemt een diepe adem, laat het langzaam los in de hoop zijn bonzende hartslag te kalmeren.

Hij slikt.

"Wat - wat ik wil vragen is... wees alsjeblieft niet boos," zegt hij in plaats daarvan.

Papa ziet er nu gewoon bezorgd uit, zijn wenkbrauwen fronsen terwijl hij het gezicht van de jongen met vriendelijke ogen scant. "Dat zal ik niet zijn, jongen. Wat is er mis? Je kunt me alles vertellen," verzekert hij met de zachtste stem, terwijl zijn hand naar de bovenkant van Koen's arm gaat om hem geruststellend te wrijven.

Het contact verlicht hem een beetje en eindelijk slaagt hij erin zichzelf net genoeg op te bouwen om de woorden eruit te krijgen.

"Ik wil hem zien," stamelt hij, eindelijk zijn papa recht aankijkend om te zien dat de man hem gewoon een moment in shock aanstaart voordat hij een paar keer knippert en dan fronst. Hij gaat verder voordat de man kan tegenwerpen. "Niet - niet lang. Gewoon, gewoon een uur of minder, hier, met jou en misschien Miel. Ik wil met hem praten en horen wat hij te zeggen heeft zodat hij kan stoppen met al die berichten en zo. En dan wil ik hem nooit meer zien."

Papa pauzeert even, ziet er meer verward uit dan iets anders.

"Je... wilt hem een uur zien vandaag en dan nooit meer? Jongen, ik denk niet —"

"Alsjeblieft, papa. Ik - ik moet hem zien," dringt hij aan, zijn woorden doordrenkt van wanhoop.

Hij had urenlang liggen draaien en woelen gisteravond toen hij hieraan dacht. Het is ook een paar keer eerder bij hem opgekomen. Een bezoek onder toezicht, zogezegd, om eindelijk antwoorden te krijgen van de man die hem al die jaren geleden in de steek heeft gelaten omdat hij van zulke dingen is beroofd voor zo lang. Hij verdient het om te weten waarom hij vertrok en nooit meer terugkwam. Hij wil gaan zitten, met de man praten, en er dan voor zorgen dat hij begrijpt dat hij geen plaats meer heeft in hun leven. Dan wil hij hem nooit meer zien.

samengesteldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu