Mat kauwt op zijn lip bij die opmerking, niet wetend wat hij moet zeggen omdat hij niet zeker weet of Koen geërgerd is door hem of gewoon geërgerd door alles in het algemeen. Ze hebben nog nooit echt ruzie gehad, Mat is niet bepaald het type om ruzie te maken met iemand, en voor zover hij weet, mag Koen hem wel. Hij en zijn vader verblijven hier nu al meer dan een week en de twee tienerjongens hebben nauwelijks meer dan een paar gesprekken gehad; als een uitwisseling van twee of drie zinnen als een gesprek kan worden beschouwd.

Toch voelt het niet goed voor hem als iemand hem maar een beetje minder leuk vindt. Hij wil door iedereen leuk gevonden worden, of tenminste, hij wil dat ze denken dat hij goed is zoals Rob dat doet.

Rob slaat geen acht op de woorden van zijn oudere zoon, schudt gewoon zijn hoofd en neemt Mat's bord van hem over en zet het boven op de anderen voordat hij glimlacht naar de veertienjarige. "Maak je geen zorgen over de afwas, jongen, Maria komt vandaag langs, zij zal ervoor zorgen," zegt hij, verwijzend naar de huishoudster die het gezin een paar keer per week inhuurt.

Matthy werpt een blik op de stapel borden en voelt zich schuldig omdat hij zo'n rommel achterlaat voor de vrouw, maar Rob helpt Milo al om zijn rugzak over zijn schouders te krijgen en begeleidt hen allemaal naar de deur, dus er is niet veel dat hij kan doen.

De rit naar school is net zo anders als de rest van de ochtend. Het huis van Rob ligt verder weg dan het appartement van hem en zijn vader, dus het is een langere reis, om te beginnen. Bovendien is het geen reis waarbij hij en zijn vader rustig voorin praten. In plaats daarvan zit hij achterin bij Milo die liedjes verzint met irritante rijmpjes over Koen, terwijl Koen voorin zit en luid neuriënd bewijst dat hij niet naar zijn jongere broer luistert, terwijl Rob af en toe iets in zijn oortje zegt over werkgerelateerde zaken, waarbij hij de twee ruziënde jongens af en toe tot stilte maant.

Matthy glimlacht telkens als de man zijn ogen in de achteruitkijkspiegel vangt, niet willen lijken alsof hij ongelukkig of ondankbaar is of zoiets.

Zijn maag zit in de knoop en hij weet eigenlijk nooit waarom, want alles is altijd in orde zodra hij daadwerkelijk op school is. Hij veronderstelt dat vandaag bijzonder moeilijk is omdat het niet alleen het schooljaar is dat anders is, het is zijn hele ochtend ook geweest. Hij kan niet goed omgaan met verandering.

Toch worden al zijn zorgen bij aankomst op school zoals altijd weer irrelevant, omdat Frank hem onmiddellijk overvalt met een knuffel en zijn haar door elkaar schudt.

"Mat! Ik heb je de hele zomer niet gezien, man! Hoe gaat het met je stiefgezin? Is het rijke leven alles wat je ervan had gedroomd?" vraagt hij schertsend, en Matthyas is verrast te ontdekken dat hij nu naar zijn vriend moet opkijken, omdat blijkbaar iedereen behalve hijzelf meerdere centimeters is gegroeid in de zomer.

Hij grijnst en schudt zijn hoofd bij de stroom vragen, terwijl ze samen door de drukke gangen lopen. "Ik heb je een paar weken geleden gezien, Frank," merkt hij met een lach op, terwijl hij de adem uitblaast die hij blijkbaar de hele ochtend heeft ingehouden. "En het is wel goed. Ik bedoel, goed. Het is goed geweest," corrigeert hij, knikkend naar zichzelf.

Frank stopt hem dan, kijkt hem met een opgetrokken wenkbrauw aan en schudt zijn hoofd. "Maat. Je weet dat ik kan vertellen wanneer je liegt," zegt hij doodserieus.

Matthyas lacht, schudt zijn hoofd. "Ik lieg niet! Echt, het is goed geweest. Gewoon... anders. Hun huis is enorm en luidruchtig, maar ik denk dat dat komt omdat ik gewend ben dat alleen ik en pap zijn. Het is geen slechte zaak. Gewoon iets waar ik aan moet wennen tot we terug naar huis kunnen," legt hij uit, zijn schouders ophalend.

Zijn vriend knikt, terwijl ze stoppen bij hun kluisjes. "Denk je dat je dat zult doen? Teruggaan naar huis, bedoel ik, naar het appartement?" Vraagt hij.

Terwijl hij een paar lege mappen in zijn kluisje duwt, pauzeert Mat even om naar Frank te kijken, zijn maag knoopt zich samen. "Waarom zouden we dat niet doen?" Vraagt hij voorzichtig.

Frank haalt zijn schouders op. "Ik dacht alleen dat je vader en zijn vriend behoorlijk serieus werden. Wat is het nut om terug te gaan naar huis als het zo'n beetje onvermijdelijk is dat jullie allemaal op een bepaald moment permanent samen zullen wonen?" Hij vraagt, en krabbelt dan terug als hij lijkt te registreren welke uitdrukking Mat moet hebben. "Maar ik weet zeker dat je dat zult doen. Je vader zou het hebben gezegd als je daar zou blijven. En al je meubels en spullen zijn toch nog in het appartement? Ik neem aan dat je daar toch nog voor terug zou moeten gaan."

Mat kauwt op zijn lip, knikt een paar keer. "Ja. Ja, bedoel... Ik vind het leuk bij Rob thuis, ik... het appartement is mijn thuis, Frank, je weet dat. Daar waren we allemaal samen," mompelt hij, het van zich afschuddend.

Zijn beste vriend zucht bij dat, steekt zijn hand uit om zachtjes zijn knokkels tegen zijn schouder te stoten, zijn ogen verliezen voor een moment hun speelse glans. "Ik weet het. Je zult teruggaan, Mat. Ik was gewoon stom bezig," zegt hij zacht.

Zijn hoofd schuddend, glimlacht Matthyas naar de langere jongen. "Je bent niet stom," zegt hij, bukt zich snel om een paar boeken op te pakken die een voorbijganger laat vallen, geeft ze aan haar terug als ze een stille 'dank je' aanbiedt en zich haast. Wanneer hij weer opkijkt, kijkt zijn vriend hem aan met een brede glimlach, zijn ogen allemaal zacht en vreemd. "Wat?" Vraagt hij.

Frank lacht gewoon en stoot nogmaals zijn schouder aan voordat hij een arm om zijn nek slaat en hem dicht tegen zich aantrekt terwijl ze richting hun klaslokaal beginnen te lopen. "Niets, man. Verander alsjeblieft nooit."

samengesteldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu