11

417 23 6
                                    

17 augustus 2025
Koen

De jongen zit aan de grote eettafel. Noud zit op zijn schoot en snikt een beetje in Koen zijn shirtje. Niemand heeft Koen ingelicht. James en Lieke weten ook van niks. Ze willen Noud het zelf laten vertellen aan de man. 

Raoul en Lieke waren even naar het stadje gegaan en familie Het Lam waren met zijn drietjes naar het zwembad. Koen mocht ze allemaal bellen als er iets aan de hand was. Het was Koen niet ontgaan dat Matt en Raoul angstig keken naar de jongen die alleen achter blijft met hun broertje. 

"Noudje toch," zucht Koen, "ben je zo moe?" 

Koen was wel op de hoogte van de aanval en had tot elke god gebeden dat Noud niet nog een aanval kreeg als hij alleen was met Koen. De jongen kon dat simpelweg niet aan. Twee dagen geleden was de eerste keer dat hij überhaupt een aanval had gezien van het ventje.

"Koen ben ik anders?" Hij blijft snikken wanneer zijn kleine armen om Koen zijn torso worden gebonden. De jongen slikt hoorbaar en wrijft over Noud zijn ruggetje. "Hoezo denk je dat Noud?"

De jongen kijkt met traanogen omhoog. Hij vond het moeilijk om toe te geven dat hij stemmen had in zijn hoofdje. Stemmen die hem vertelde dat hij anders was. Dat hij niet goed genoeg was. Noud wist niet beter dan naar deze stemmen te luisteren en begon steeds minder plezier te beleven aan dingen zoals voetbal en zijn broers. 

"Stemmen in mijn hoofd doen zeggen."

Koen zijn wereld lijkt even stil te staan. Hij sluit zichzelf af van de buitenwereld. De jongen verkeerde weer in zijn eigen bubbel en wilde echt niet weten of hij het goed heeft verstaan. Hoorde hij het nu goed? Noud had stemmen in zijn hoofd? 

Bij de roodharige vallen de tranen ondertussen over zijn wangen. Noud had hem verteld dat hij waarschijnlijk net zo ziek zou zijn als hij zelf. Koen weet hoe het voelt maar weet ook waartoe het allemaal kon lijden. Koen wilde de jongen in ieder geval behoeden voor de hoeveelheid zelfmoordpogingen die hij zelf had ondergaan. 

"Noudje toch." Noud blijft snikken en Koen vertellen dat hij het niet meer wist. Dat de stemmen in zijn hoofd deden vertellen dat hij dom was. Dat zijn papa's niet van hem hielden.

"Luister maatje," snikt Koen als hij Noud gebroken ziet tegen zijn borstbeen, "ik heb ze ook gehad. De stemmen in mijn hoofd. Ze vertelde me dat ik dik was. Dat niemand mij mocht. Maar jouw papa's hebben mij geholpen. Jouw broers stonden altijd voor me klaar dus we gaan het gewoon samen oplossen Noudje. We gaan ervoor zorgen dat we die stemmen wegkrijgen. Ik hou zoveel van je vriendje. Vergeet dat niet!"

Noud knuffelt nog even stevig met zijn broer. Hij geloofde Koen. Hij heeft zich altijd fijn gevoeld bij de man waar hij nu aan het huilen was. Hij zag hoe Sam zich voelde bij Koen en wist dat die jongen nooit zou liegen tegen hem. 

"Noud houdt ook van Koen!"

Hij tovert een kleine glimlach rond zijn mond en geeft Koen een kusje op zijn wang. Hij voelde zich toch iets beter. Koen niet. Hij voelde zich verschrikkelijk. Noud hoefde zich niet zo te voelen en Koen wilde er alles aan doen om Noud van het gevoel af te krijgen. 



Het hele gezelschap zit aan de eettafel in het restaurant. Noud en Hugo waren in de binnenspeeltuin aan het spelen en zouden terugkomen wanneer het eten geserveerd zou worden. Na de uitbarsting van Noud heeft het kind er geen last meer van ondervonden. Hij was weer, voor heel eventjes, de vrolijke Noud die iedereen kende. 

"Ben je oké Koen?" Raoul reikt over de tafel heen en wrijft even over Koen zijn arm. De jongen zat zo in zijn gedachtes dat hij helemaal niet mee had gekregen dat iemand zijn naam had geroepen. 

De man wist ook niet wie er wel van Noud afwist en wie niet. Gelukkig lijkt de geschiedenisdocent dit op te pakken en wisselt een korte blik met Matthyas. "Is het Noud?" Koen kijkt nu angstig naar de man wanneer hij knikt. Ja het was hun broertje en alles wat hij hem had verteld. Waarom kon het nu nooit eens goed gaan bij hun in het huis? Waarom moest er wel altijd iets zijn dat tegen stond? 

"Ja het is Noud," zucht Koen, "hoe gaan we het Frank en Jonathan vertellen? Je kind is nog zieker dan we denken en hij zal niet meer beter worden? Waarom kan het niet voor een keertje normaal gaan hier!" 

Lieke lijkt de context te missen, net zoals James. Ja Noud was ziek en zou niet beter worden maar aan de frustratie van Koen te horen was dat niet hetgeen waar nu over werd gediscussieerd door de drie heren aan de eettafel. 

"Ehm Noudje heeft vanochtend gevraagd waarom hij anders was. Waarom hij dom was en waarom hij naar een andere school ging dan Sam. Wij dachten dat hij dit op had gevangen in de wandelgangen maar het probleem ligt veel dieper. Hij heeft stemmen in zijn hoofd en is heilig van die stemmen overtuigd." 

Lieke kijkt verschrikt terwijl James zijn tranen alweer wegveegt. "Dus wat gaan jullie doen? Jonathan en Frank moeten dit weten." De drie jongens zuchten op de vraag die werd gesteld door de vriend van Matt. Hij had gelijk maar het was niet zo makkelijk als dat men dacht. 

"Noud lijkt het zelf te hebben geaccepteerd maar we moeten oppassen dat het niet de pan uit reist bij de jongen. Hij is zeven he jongens. Zeven verdomme die niet hoeft te dealen met stemmen in zijn hoofdje."

Raoul stopt met zijn betoog als hij twee kinderen hun kant op zien huppelen. De een met een brede glimlach. De ander met een nog bredere glimlach. 

Hugo klimt op de bank en helpt zijn neef niet veel later. Als Noud wat vermoeid was had het ventje geen enkele vorm van energie meer in zijn lichaampje. "Papa Matt!" lacht Hugo, "Noud en ik hebben echt heel goed speelt. Ik hou van Noud papa!"

Die woorden zouden Noud goed moeten doen. Zo onwijs goed. En dat blijkt ook uit de glimlach van de jongen. De woorden deden hem ook goed.

mi casa es su casaNơi câu chuyện tồn tại. Hãy khám phá bây giờ