⚜️𝕳𝖊𝖇𝖟𝖚𝖈𝖍𝖙

20 1 0
                                    

Een kille wind raast door de duistere kamer. De glazen, rijkelijk gedecoreerde tafel kraakt ritmisch. Op zijn moeizame adem na is het stil in de slecht verlichten zaal. Een zwoele geur van geroosterd varken en diverse specerijen plaagt haar hongerige maag.
Hebzucht was behoorlijk trots op zichzelf. Hij had Alana verrast. Ha! Haar gezicht. Ze had nooit verwacht dat er een demon in de inkomhal rond zou dwalen. Alana daarentegen voelde zich dom en schaamde zich. De niet zo pientere demon verraste haar. En er was niemand anders dan zijzelf die de schuld kon krijgen. Ze was zo dichtbij... Ze had bijna haar grote ontsnapping waargemaakt. Maar ze heeft het zelf verpest. Waarom kan ze niets goed doen?!
Luid snikkend jankt Alana.
"Hebzucht alsjeblieft, ik smeek je", vraagt ze nogmaals. Maar uiteraard komt er geen antwoord. Hoe dom kan zij ook zijn. Ze probeert te onderhandelen met een demon. Een gemeen monster, net als Haat. "Het is onmogelijk dat Haat alle mooie meisjes voor zichzelf kan houden", zei hij terwijl hij haar de kamer in trok. "Ik wil ook iets", zei hij. Langzaam trekt alle kleur uit Alana haar gezicht. Haar hele lichaam trilt als ze voelt dat haar angsten de overhand krijgen. "Ik heb nog nooit zo graag iemand gewild" hoort ze weer in haar hoofd. Op zijn kaak prijkt een lange rode kras. Alana vocht terug. Maar ze was natuurlijk geen partij voor de goed getrainde demon. Walgend aanhoort Alana zijn gekreun.
"Alsjeblieft, stop hebzucht", roept ze wanhopig.
"Ik ben net begonnen lieverd", gromt hij diep tussen zijn tanden. Hij duwt haar verder op de tafel. De greep om haar polsen wordt strakker. Ze voelt haar botten kraken. Keer op keer duwt hij zichzelf dieper terwijl hij telkens luider kreunt. Er gaat een vurige pijn door haar maag. Nog een laatste keer stort hij zich zo hard als hij nodig heeft in haar terwijl hij luid gaspend kreunt.
"Nee" huilt Alana angstig als hij in haar klaarkomt. "Awh" jammert ze. De rode afdruk op haar pols gloeit onheilspellend in het donker terwijl een verwoestende pijn door haar organen raast.
"Je bent van mij" blaft Hebzucht en sleurt haar overeind.
"Nee" roept Alana. Grinnikend veegt hij de tranen van haar kaken.
"Oh ja, je bent van mij. En je kunt er maar beter van houden. Want ik weet zeker dat ik dat doe. Wanneer ik je naar mijn kamer breng, doe je alles wat ik je zeg. Of je het leuk vindt of niet."
'Ik zal het nooit doen', sneert ze.
"Dat zullen we nog wel eens zien", grinnikt hij.
Met een snelle beweging trekt hij haar voor zich uit. Nooit eerder heeft Alana zich zo kwetsbaard gevoeld. Ze probeerde weg te komen van de gekke demon, maar ze had hem gewoon veruild voor de maniakale demon. Ze weet niet zeker wat erger is. Sinds ze met Mauger naar bed ging, heeft niemand haar meer zo aangeraakt. Nu maakte deze smerige demon misbruik van haar. Het maakt haar ziek tot in haar kern.
"Ahh" schreeuwt ze terwijl Hebzucht brutaal in haar nek bijt. Hij strijkt met zijn vingers over haar lichaam. Van haar borsten tot haar heupen terwijl hij al haar bloed zuigt.
"Hebzucht", smeekt ze. Haar benen beginnen te bezwijken. Haar hoofd bonkt hevig. Haar ogen worden zwaar. Hebzucht blijft haar bloed zuigen. Zijn lichaam trilt weer. Even zweert ze dat ze hem zachtjes kan horen kreunen. En even wenst ze. Ze hoopt dat hij haar zal vermoorden. Hier. Direct.
Zijn rechterarm om haar lichaam duwt alle zuurstof die ze nog had naar buiten. Zijn linkerarm streelt haar intiem.
Alana wordt slap in zijn armen. Als ze op het punt staat toe te geven, klinkt er een luid gebrul in haar oren.
Haar huid scheurt wanneer de demon van haar lichaam wordt gerukt. Roerloos valt ze op de koude vloer.
Alana, zich niet bewust van het wrede gevecht rondom haar, opent verdwaast haar ogen. De kamer draait voor haar ogen.
Jaloezie duwt zijn bebloede pols tussen haar lippen. "Zuigen" beveelt hij met een zacht gefluister. Een combinatie van diep gegrom en metaal op metaal vult haar oren. Mannen roepen dingen die zij niet kan horen.
Wonder boven wonder verdwijnen haar verwondingen als sneeuw voor de zon. Het demonenbloed neemt haar pijn en gekwelde gevoelens weg, maar niet haar schaamte. Haar schuldgevoel, haar mentale angst.
Voorzichtig tilt Jaloezie haar in zijn armen, weg van het gevecht tussen Hebzucht en zijn meester.
Haat blokkeert de sterke middenslag van Hebzucht. Woede is op zijn gezicht te zien terwijl hij aanvalt met een bovenslag. Razernij flikkert door Hebzucht ogen. Er worden vier bovenslagen toegekend. Steeds harder, sneller en meedogenlozer.
Een krachtige bovenslag laat Haat op zijn rechterknie vallen. Maar de jonge demon stopt niet. Hij geeft een klap van onderen, draait zich om en duwt Haat met een diagonale klap van bovenaf tegen de grond.
Haat ontwijkt haastig de aanval van de demon. Sneller dan de lichtsnelheid springt hij op, valt opnieuw aan en duwt Hebzucht terug. Hebzucht gromt diep en blokkeert verticaal zijn volgende aanval. Opnieuw belandt de demon op zijn knieën. Gevoed door woede schopt Haat de demon in het gezicht.
Hebzucht valt terug en maakt zoveel lawaai dat in een oogwenk alle demonen hen omsingelen. Niemand durft zich ermee te bemoeien. Of het nu ernstig is of niet. Ze wisten allemaal dat wanneer Haat aanviel, dit zijn redenen had. En als je je ermee bemoeit, word jij de volgende.
Zweet en bloed parelen over Hebzucht zijn gezicht.
In een oogwenk blokkeert hij een nieuwe aanval van Haat. Hun zwaarden blijven een paar seconden aan elkaar plakken. Maar voor iedereen om hen heen voelt het als minuten. Beiden grommen diep.
"Je denkt dat je mij kunt beheersen" brult Hebzucht. "Dat kon je nooit doen!" Haat knarsetandt. Hij duwt zijn wapen weg van hebzucht en slaat met zijn vuist op zijn neus. Hebzucht brult diep en gooit zijn vuist naar Haat. Goed getrainde Haat kan dat uiteraard voorkomen. Hebzucht grijpt Haat bij de nek. Een ogenblik worstelen de demonen met elkaar. Vechten om controle. Dan breekt Haat eindelijk los en schopt Hebzucht door de kamer.
"Je bent een teleurstelling" beledigt hij. Diep hoestend kruipt Hebzucht naar boven. Bloed druppelt uit zijn neus en lippen.
Hebzucht valt opnieuw aan met een rechte slag, niet zo gemakkelijk geblokkeerd door Haat met zijn bovenarm. Zijn maliënkolder rinkelt luid.
Hebzucht zijn lippen trillen als hij opnieuw aanvalt. Hij geeft Haat een klap op de schouder. Een hoog, doordringend geluid ontsnapt uit zijn maliënkolder. Grommend duwt Haat zijn ellenboog in Hebzucht zijn maag en valt opnieuw aan met zijn zwaard.
Hij snijdt in Hebzucht zijn onderbeen. De demon valt op de grond.
"Arrghh" brult hij. Hij gooit zijn dolk naar Haat. De demon ontwijkt gemakkelijk, maar valt op zijn knieën.
De twee demonen kijken elkaar in de ogen. Als twee boze leeuwen die vechten om een bot. Haat geeft Hebzucht een harde klap op de borst met zijn linkervoet, waardoor de demon op zijn rug wordt gegooid. Het zwaard van Hebzucht stuitert weg.
De twee demonen staan op en kijken elkaar aan. Hebzucht en Haat hun blik kruist elkaar. Hebzucht kijkt een paar seconden naar zijn wapen. Haat grijnst kwaadaardig.
"Je weet wat er gaat komen. Er zijn genoeg hoeren in het kasteel. Maar zij... Niemand raakt haar aan." Alana knabbelt aan haar onderlip. Waarom is hij tegelijkertijd zo beschermend en zo gemeen?
Haat gooit zijn zwaard weg.
Al snel ontstaat er een oogverblindend vuistgevecht. Zo nu en dan trappen de demonen elkaar.
Haat grijnst zegevierend terwijl Hebzucht op zijn buik valt.
Hij hoest en spuugt bloed uit. Hij draait zich langzaam op zijn rug.
"Haat, hij heeft genoeg", zegt Jaloezie stoutmoedig. Haat kijkt naar jaloezie. Jaloezie zucht diep.
Hebzucht kruipt langzaam omhoog. Haat loopt naar hem toe, klaar om de genadeslag uit te delen.
Hebzucht pakt haastig zijn zwaard en snijdt het over Haat zijn kaak. Haat pauzeert even, veegt het bloed van zijn wang en gromt. Een dunne rode lijn siert zijn gezicht.
"Ah, het spijt me... Meester" grapt Hebzucht en maakt een diepe buiging.
Hij springt op net voordat Haat opnieuw aanvalt. Er worden zeven bovenslagen toegekend. Nog een trap van Haat. Vier middenslagen.
Het gevecht lijkt nooit te eindigen.
Hebzucht is uitgeput. Maar hij wil niet toegeven.
De mannen draaien zich om terwijl het gevecht steeds agressiever wordt. Hebzucht grinnikt als Haat op zijn rug valt. Hij trapt Hebzucht in de ballen en springt op. Het zweet druppelt van hun voorhoofd.
Haat slaat zijn zwaard tegen het al hevig bloedende hoofd van Hebzucht. Grommend valt hebzucht op zijn rug. Hij brult luid terwijl Haat zijn zwaard door zijn bovenarm steekt.
"Je kende de regels" zegt Haat.
"Alsjeblieft nee" smeekt Hebzucht. "Het spijt me," schreeuwt hij.
"Het spijt mij niet" zegt Haat.
"Kijk weg" fluistert Jaloezie, terwijl hij haar tegen zijn borst draait.
Alana rilt en sluit haar ogen. Jaloezie legt zijn handen op haar oren.
Haat steekt zijn zwaard in de borst van Hebzucht. De jonge demon hoest en gromt. Zijn adem stokt. Zijn mond en ogen gaan wijd open. Alles doet pijn. Maar bovenal wordt alles zwart.
Hebzucht, de jonge demon had een dodelijke fout gemaakt. En zo werd zijn einde bezegeld.
Tranen bungelen over Alana's gezicht. Dit was haar schuld. Zij was hiervoor verantwoordelijk.
Haat gromt diep en valt op zijn knieën. Een zwak licht schijnt door zijn kleding.
Wat is er verdomme aan de hand?
"Haat" gromt Wraak. Hij en Woede steunen hun meester.
"Haat" vraagt Woede bevestigend, terwijl hij zijn gesloten oogleden opheft. Hijgend opent Haat zijn ogen.
"Godverdomme man, doe dat niet" vloekt Wraak. "Wat ter wereld" vraagt Jaloezie. Haat gaat rechtop zitten.
"Doe dat nooit meer" vervloekt Wraak en overhandigt hem zijn zwaard. Zonder een woord te zeggen krabt Haat als een gek op zijn schouder. Hij strompelt door de gang naar de kelders.
"Haat" schreeuwt Jaloezie, maar de demonenmeester reageert niet.
"Laat hem een tijdje met rust, als je wilt leven," beveelt Wraak.
Haat strompelt de trap af. Het bloed druppelt langs zijn been.
"Stomme hebzucht," vloekt hij. Hij legt zijn vingers onder zijn wapenrok. Rood bloed siert zijn hand. De maliënkolder op zijn schouder rinkelt bij elke stap die hij zet. Grommend baant hij zich langzaam een weg door de koude hal van de dood.
Zijn sleutels rinkelen luid als hij de deur opent.
"Jij" blaft hij en leunt tegen de deur.
Katara kijkt op naar de demon die haar gevangen houdt.
"Mijn oh mijn, heb je gekregen wat je verdient?" vraagt ze lachend.
"Hou je mond en neuk me," blaft hij. Katara snuift geamuseerd.
"Je maakt een grapje," spot ze. Haat strompelt naar voren.
"Doe ik dat ooit?" Hij gromt en pakt haar stevig vast. "Haat, durf het niet" vloekt ze. Ze probeert haar krachten te gebruiken, maar de ijzeren kettingen om haar polsen blokkeren elk magisch bot in haar lichaam. "Haat genoeg" schreeuwt ze. Opnieuw bevindt ze zich in de strijd tegen de sterke ridder. En opnieuw merkt ze dat ze... de strijd verliest om hem uit haar te houden.
Terwijl hij haar nogal ruw penetreert, bijt hij haar huid open. "Haat" schreeuwt ze luid. Zijn wonden verdwijnen langzaam terwijl haar bloed hem voedt. Hij gromt en duwt haar tegen de muur. Katara kreunt zachtjes terwijl hij ruw in haar stort.  

𝕳𝖆𝖆𝖙 ⚜️𝕷𝖎𝖊𝖋𝖉𝖊 𝖎𝖘 𝖟𝖜𝖆𝖐𝖙𝖊Wo Geschichten leben. Entdecke jetzt