1. De jongen en zijn broer

23 2 2
                                    

Dat Harry's elfde verjaardag vreemd was verlopen kon je wel zeggen. Midden in de nacht kwam hij erachter dat hij een tovenaar was, dat zijn ouders niet door een auto-ongeluk overleden waren, en dat hij blijkbaar ontzettend beroemd was vanwege iets dat hij zich niet eens kon herinneren! Die ochtend daarna kwam hij erachter dat hij blijkbaar rijk was, en ging hij toverspullen kopen op een magische straat genaamd de Wegisweg. Ja, vond Harry, dit was een vreemde verjaardag. Op dit moment liep hij samen met Hagrid naar 'Madames Mallekin, Gewaden voor Alle Gelegenheden', om zijn gewaad te kopen. Dat was blijkbaar normaal in de tovenaarswereld, bijna iedereen die hij zag op de Wegisweg droeg een gewaad.

"Hoor es Harry, vind je 't erg als ik effe een hartversterkertje neem in de Lekke Ketel? Ik word altijd hondsberoerd van die karretjes van Goudgrijp", zei Hagrid. Harry knikte, en liep alleen en nogal nerveus de zaak van madame Mallekin in. Een volledig in lila gehulde, opgewekte heks, die madame Mallekin bleek te zijn, zei tegen Harry: "Is het voor Zweinstein, liefje? Ik heb alles op voorraad - bij twee andere leerlingen wordt net de maat opgenomen". Achter in de zaak zaten twee jongens, beide met witblond haar. Een van de twee leek rond de vijftien, en de andere leek Harry's leeftijd. "Hallo", zei de jongere jongen. "Ga je ook naar Zweinstein?".

"Ja", zei Harry. "M'n vader is hiernaast boeken aan het kopen en ma is verderop in de straat op zoek naar een goede toverstaf", zei de jongen. Toen fluisterde de oudere jongen tegen hem: "Rustig aan, je hebt je nog niet eens voorgesteld". De jongere jongen zei toen tegen Harry: "Ik ben trouwens Draco Malfidus, en dat is mijn oudere broer, Alexander Malfidus". Harry zei daarna: "Ik ben Harry Potter". Draco leek daar nogal van onder de indruk, maar Alexander vertrok geen spier. "Dus je gaat naar je eerste jaar op Zweinstein?", vroeg hij doodnormaal door, waar Harry blij mee was. Hij hield er niet van als mensen hem aanstaarden en als een soort held behandelden. Hij knikte. "Dan kom je dus bij Draco in het jaar. Ik hoop dat je in Zwadderich komt, ik ben klassenoudste daar". Even aarzelde Harry, maar toen vroeg hij: "Wat is Zwadderich?".

"Hoe weet je niet wat Zwadderich is! Je bent toch geen mod- uhm, dreuzelgeborene", reageerde Draco verbaasd. Alexander snauwde tegen Draco: "Natuurlijk is hij dat niet, hij is Harry Potter!". Toen keek hij naar Harry, en vroeg: "Waar ben je opgevoedt? Bij dreuzels?". Harry knikte. "Bij mijn oom en tante", legde hij uit. "Het is een schande. Harry Potter door een stel dreuzels opgevoedt", mompelde Draco. "Geen zorgen", verzekerde Alexander Harry. "Ik en Draco hebben beiden een uil, die gebruik je om brieven mee te sturen, dus we kunnen contact houden. Dan leggen we je wel meer dingen uit over de tovenaarswereld. En wat betreft Zwadderich, het is een afdeling op Zweinstein. Er zijn er vier in totaal. Huffelpuf is voor mietjes die in geen van de andere afdelingen passen, Griffoendor is voor de dappere mensen, Ravenklauw voor de slimme mensen, en Zwadderich voor de sluwe mensen", legde hij verder uit.

Draco vervolgde: "Zwadderich is natuurlijk de beste afdeling, en Griffoendor is voo-". Hij stopte toen Alexander hem een blik toewierp. "Let maar niet op Draco, iedere afdeling is een prima afdeling om in te zitten. Zelfs Huffelpuf". Madame Mallekin zei toen: "Zo, ik ben klaar, liefje". Harry stond haastig op van zijn kruk, en Draco zei snel: "Ik stuur je morgen wel een brief, tot ziens". Harry knikte, en liep naar Hagrid toe, die buiten op hem wachte.

Harry Potter en de afdeling ZwadderichWhere stories live. Discover now