Voor je gaat van liene-liene

20 1 0
                                    

Dit is het kortverhaal "Voor je gaat" van liene-liene, die geschreven is voor de Dutch Awards 2021. Dit gedicht heeft de prijs "Beste kortverhaal" gewonnen!

"Nog nooit hadden we zo erg ruzie gemaakt,

nog nooit heb ik zo veel spijt gehad van wat ik gezegd heb.

Die avond liep ze huilend het huis uit,

ze is nooit meer teruggekomen."


i.

De ijskoude wind raast over het eindeloze veld en de donkere lucht past bij het grijze graf voor me. Dat ze echt weg is, dringt nu pas tot me door. Dat ik haar nooit meer zal zien lachen, is de harde realiteit. Dat haar leven haar is afgenomen, is mijn schuld.

Een eenzame traan rolt over mijn wang, terwijl ik het opschrift voor de zoveelste keer lees.

Thana Nerezza.

20.06.1953 — 19.11.1970

Ze is dood, ik ben de dader.

Als we nooit ruzie gemaakt hadden, als ik nooit was beginnen schreeuwen, dan was ze niet weggelopen. Dan had ik haar nu nog naast me.

"Sorry, Than," fluister ik zacht voor me uit. Mijn woorden worden meegenomen door de wind. Mee het bos in, mee over de weide, mee over heel de wereld, waar iedereen ze kan horen. Iedereen behalve Thana.

Verkleumd van de kou sta ik op. Ik weet niet hoe lang ik hier heb gezeten, maar de schemering geeft aan dat het bijna avond is, dus ik ga beter naar huis. Alleen. 's Nachts is het hier niet veilig, dat weet iedereen. We leven in een afgelegen dorp, ver weg van de bewoonde wereld. Sommigen beweren dat dit het land van de dood is, omdat er amper mensen wonen. De enigen van de buitenwereld die hier komen, gaan er nooit meer weg. De rust en stilte die je hier vindt, de eenzaamheid die hier rondhangt, de koude winters en donkere dagen. Voor de mensen die hier komen, is het perfect.

Ik werp een laatste blik op het graf en bijt op mijn lip. Ze is dood. Voor altijd.

Mijn ogen vallen op het bos aan de rand van het veld, de bomen lijken bijna zwart. Misschien is het wel het land van de dood. Misschien zijn we allemaal vervloekt omdat we in eenzaamheid willen leven, zonder massa's mensen om ons heen. Zonder steeds te moeten letten op wat anderen vinden van je daden. Of misschien is het een geschenk.

Een glimlach verschijnt op mijn gezicht bij de gedachte aan Thana, die er nooit in durfde gaan. Om eerlijk te zijn ziet het er ook angstaanjagend uit, alsof je opgeslokt wordt door de bomen en er nooit meer uit komt, maar dat past wel bij mij.

Er gaat een gerucht rond dat er een bibliotheek is, midden in het bos. Een klein gebouw, waarschijnlijk al jaren onbewoond. Het zou er gevaarlijk zijn. Iemand zei ooit dat alle wezens in de boeken die daar waren, tot leven gewekt konden worden. Of het echt waar is, is tot op de dag van vandaag onbekend. Het enige wat ik weet is dat iemand het uitgeprobeerd heeft. Hij schreef een boek en ging naar binnen. Niemand weet wat hij geschreven had, niemand weet of het echt gewerkt heeft.

Niemand heeft hem daarna ook teruggezien. Zijn lichaam is voor altijd verdwenen.

Voorzichtig zet ik een stap naar het bos toe. De natte bladeren kraken onder mijn schoenen en langzaam dringt het water naar mijn voeten, maar dat maakt me niet uit. Pasje voor pasje wandel ik naar de rand van het bos, tot ik er eindelijk ben en ik probeer door de bomen heen te gluren, maar de duisternis is te sterk. De avond is gevallen en de wind is gaan liggen. Het lijkt wel alsof heel de wereld verlaten is.

WinnaarsbundelWhere stories live. Discover now