01. Ontmoeting.

37 2 0
                                    

Neveah.

'Ik ben niet te laat thuis vannacht.' Tess omhelst me kort. 'Jij doet morgen boodschappen toch?'

'Ja, dat weet je. In het weekend doe ik boodschappen.'

'Waarom ga je niet mee uit? Je hebt maandag geen afspraken dacht ik?'

'Nóg geen afspraken. Maar het is morgen zaterdag en dan kunnen klanten ook bellen. En ik moet nog nieuwe foto's uploaden op mijn blogs.'

'O ja, soms ben ik wel jaloers op je talenten. Je hebt er zó veel. Je kan elk kapsel dat je wil in elkaar zetten en de mooiste foto's maken.' Ze lacht vriendelijk naar me.

'Jij hebt ook genoeg talenten, hoor. Je kan goed zingen en dansen en met je uiterlijk, met en zonder make-up, laat je het hoofd van elke jongen op hol slaan. Maar ga nu maar snel, je lover wacht vast op je.'

'Kay, dan zie ik je morgen wel weer. Love you.' Mijn beste vriendin drukt een kus op mijn wang en sluit de voordeur achter zich. Goed, wat ga ik nu doen? Dawn komt meteen vrolijk blaffend naar me toe gerend als ik de woonkamer in loop.

'Jij moet ook nog uitgelaten worden.' Wiens idee was het ook alweer om een hond te nemen? Tess natuurlijk. Ik pak de riem en klik die aan de halsband van Dawn vast. 'Kom popje.'

~

Een lange tijd zit ik met Dawn op een bankje aan het meer in het bos en kijk naar de weerspiegeling van de laatste zonnestralen die langs de bomen schijnen. Ik vind het heerlijk om hier te zitten. De rust, het golvende water dat tegen de rand klotst en de wind die tussen de bomen raast. Na een lange werkdag ga ik hier vaak heen om tot rust te komen. En ik laat de hond hier altijd uit. Ik schrik op van vreemde geluiden, alsof er bomen geraakt worden door bliksem en kijk om me heen. Dawn ligt nog met haar ogen dicht in het gras, het zal wel niks zijn. Niet veel later hoor ik hetzelfde weer en besluit dat het tijd is om weg te gaan. Ik wil niet weten wat het is.

'Kom, Dawn. We gaan naar huis.' Ik loop weg en voel dat de Shiba Inu pup achter me aan komt huppelen. Als ik voor het dichte bos sta twijfel ik of ik hier wel langs moet gaan. Het is nu al helemaal donker omdat de zon onder is. Dawn loopt dapper voor me uit. Ik volg haar, in de hoop dat haar instincten al werken en er niets aan de hand is. Af en toe doet ze een plasje en gaat ze vrolijk verder. Zonder reden begint ze te rennen en moet ik ook rennen om haar bij te houden. Wat zou er zijn? Zou het iets met de rare geluiden te maken hebben? Ik hoop maar van niet.

~

Na een tijdje achter Dawn aanrennen, met korte pauzes omdat ze aan het snuffelen was, komen we op een kleine open plek. 'Dawn, wat is er toch met je?' Alsof ze dat ooit begrijpt. 'What the f-' Er ligt een man aan de andere kant van het veldje en ik ren er heen. Ik schrik als ik alle wonden zie die de man heeft. Grote, diepe sneeën en wonden alsof hij door een wild dier aangevallen is. Zijn borstkas ligt open en ook zijn armen en benen zijn flink toegetakeld. Het waren vast wolven. Was dit wat Dawn rook de hele tijd? Ik kniel naast de persoon neer en kijk of ik een hartslag kan vinden of dat de man al overleden is aan zijn verwondingen. Bij zijn polsen voel ik geen hartslag en voel bij zijn hals. Ook niets. Hij is inderdaad al overleden. Wat erg dat weer iemand slachtoffer is geworden van een aanval van wilde dieren. Dat gebeurt vaker de laatste tijd. Af en toe lees ik er iets over in de krant of is het te zien op het nieuws. Er zijn al vele onderzoeken geweest in het bos, maar er is geen enkel wild beest dat zoiets kan aanrichten gevonden. Alleen nog meer opengereten lichamen van onschuldige mensen. Zou ik de politie hiervoor moeten bellen? Ik denk het wel. Dan kunnen ze het lichaam onderzoeken en kijken of het inderdaad weer een wild dier was. Er zal dan ook wel een nieuw onderzoek komen en wordt er weer gezocht naar de beesten die dit kunnen doen. Ik sta op en ga met Dawn naar huis.

Schemering. [OP16+]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu