Deel 10

18 0 0
                                    

"Rose, ga staan. Natuurlijk wil ik de andere zoon van Adam redden. Ik zal mijn legerofficier de opdracht geven hem morgennacht te bevrijden, vannacht redden we niet meer." antwoordt Aslan. Ik slaak een zucht en sta op. "Kom maar mee naar jullie tent." zegt een mens gemixd met een geit. We volgen hem en gaan naar onze tent. Als we bij onze tent zijn trekken we onze kleding uit en gaan in de hangmat liggen. Al snel vallen Suzan, Lucy en Peter in slaap, maar ik kan niet slapen. Ik blijf maar rollen in mijn bed. Wat gaat er gebeuren met Edmund? Hoe gaat het nu met hem? Zou de koningin hem nog steeds slaan?  Ik besluit om te gaan kijken bij Peter en stap uit mijn hangmat. "Peter? Kun jij wel slapen?" fluister ik zachtjes. "huh?" en Peter kijkt met slaperig aan. Wat is hij toch schattig, denk ik. "Kom er maar bij liggen hoor." zegt hij als hij beseft dat ik het ben. Hij schuift een stukje opzij en ik ga naast hem liggen. Ik leg mijn hoofd op zijn borst en hij slaat zijn armen om mij heen. Ik voel me veilig en kan eindelijk slapen. 

De volgende ochtend krijgen we Narniaanse kleding om aan te trekken. Ik krijg een lange jurk en doe mijn dolk en hoorn om mijn middel. Peter wordt uit de tent gehaald om te leren zwaardvechten. Suzan, Lucy en ik gaan de was doen. We lopen met onze kleding naar het dichsts bij zijnde riviertje en beginnen te wassen. Ineens voel ik spetters over me heen. "Hey, wie was dat?" vraag ik. En Lucy kijkt verdacht de andere kant op. Suzan moet lachen en spettert ons allebei nat, al snel hebben we een watergevecht. Suzan wil een handdoek pakken van de waslijn die we hebben gemaakt, maar als ze de doek weghaald staat daar een wolf. 
"Zo en wie gaat jullie nu beschermen?" vraagt de wolf uitdagend en de andere wolf komt tevoorschijn en moet lachen. Ik kijk naar Lucy en Suzan en dan naar de boom. Ze begrijpen de hint en we klimmen zo snel we kunnen in de boom. Als we op veilige hoogte zitten in de boom blaas ik zo hard als ik kan op mijn hoorn. Suzan valt bijna uit de boom en de wolven zien de kans om te proberen haar benen te pakken. Op dat moment komt Peter aan rennen. Hij heeft zijn zwaard getrokken en loopt op de wolven af. Aslan komt aan rennen en springt op een van de wolfen; "1-tegen-1, anders is het oneerlijk." Peter en de wolf lopen rondjes, Peter heeft zijn zwaard nog niet getrokken. Maar de wolf valt ook niet aan. "Mietje!" schreeuwt de wolf onder Aslan dan. Dan ziet de wolf een kans om aan te vallen. De wolf springt bovenop Peter. 

Peter leeft nog! Hij had zijn zwaard in de wolf gestoken waardoor de wolf niks meer bij hem kon doen. Suzan, Lucy en ik springen uit de boom en omhelzen Peter. Aslan laat de andere wolf gaan en die rent bang weg. "Je leeft nog!" breng ik blij uit. "Wat had je dan verwacht?" glimlacht Peter. We kijken elkaar in de ogen en ik wil hem zo graag een kusje geven. Maar Aslan is er nu bij, dus ik druf niet. Ondertussen hebben mensen zich om ons heen verzamelt en hebben gezien wat er is gebeurt. "Vanavond bevrijden we jullie broer." zegt Aslan dan en loopt weg. 

De rest van de dag zitten we in onze tent. Suzan en Lucy gaan wat water halen, waardoor Peter en ik nu alleen zijn. We kijken elkaar in de ogen en zonder dat ik door heb wat ik doe ga ik op zijn schoot zitten. Ik voel de vlinders kietelen in mijn buik. Peter pak mijn kin vast. Hij drukt zijn lippen op die van mij. Ik open mijn mond een stukje en geef met mijn tong en tikje op zijn lip waardoor zijn mond opent. Ik schiet met mijn tong naar binnen en onze tongen beginnen een hevig gevecht. Mijn armen gaan naar zijn nek en ik wiebel een beetje met mijn heupen. Ik merk dat Peter het fijn vindt en na een tijdje stoppen we. "Suzan en Lucy kunnen elk moment binnen komen, we moeten voorzichtig zijn." zegt Peter buitenadem. 

Narnia - NederlandsWhere stories live. Discover now