De onbekende jongen die toch ook weer bekend is

En başından başla
                                    

Eerder:

Adolpha pov.

Ik ren alsof mijn leven er vanaf hangt. Ik word nu al dagen achtervolgt door iets waarvan ik niet weet wat het is. Het rent niet sneller dan mij maar het heeft een verdomd goede conditie. Wat ik ook weet is dat het graag vers mensenvlees eet. En laat ik dat nou net in de "aanbieding" hebben. Echt, karma en alle andere pech-goden haten mij. Wat moet ik doen om het goed te maken? Elke week een offer brengen? En ik weet wat jullie denken: Waarom veranderd ze niet gewoon in haar wolf? Simpel, daarmee zou ik teveel tijd verliezen en dan dood zijn. Plots verschijnt er veel rook voor me waardoor ik slippend op de grond val. De rook lost op en er verschijnt een gedaante. Het is een jongen, een nogal knappe jongen. Waarom kom ik ook alleen maar knappe jongens tegen?! Bestaan er ook nog normale, neutrale, niet zo knappe jongens?! Verward krabbel ik omhoog en wil weer weg rennen als de jongen mijn pols trekt. 'Waarom gaan wij niet eens wat plezier maken schatje?' Ugh, zó knap ben ik nou ook weer niet hoor! Ik probeer me los te trekken maar de jongen is nogal euhm... sterk... Ik bekijk hem vluchtig. 'Jij bent geen weerwolf.' Constateer ik. 'Dat klopt, en jij ook niet.' Ik schiet in de lach. 'En waarom weet je dat zo zeker?' 'Je ruikt naar mens.' 'En dan? Dat is toch niet alles? Dat zijn niet genoeg bewijzen.' Zeg ik spottend. 'Je bent anders niet veranderd toen ik achter je aan zat.' Weer grijns ik, echt wat een sukkel is hij. 'Wil je weten wat ik ben?' 'Ik denk dat ik dat wel weet.' Ik trek een wenkbrauw op en kijk hem aan. 'Wat ben ik dan?' 'Mijn lunch.' Ik verstar en begin gelijk weer aan mijn pols te trekken. Waar ben ik nu weer in verzeild geraakt? Misschien is dat wekelijkse offer toch een goede overweging... Dan begin ik te grijnzen en stop met trekken. 'Waarom grijns je zo belachelijk?' 'Hier om.' Gelijk verander ik en ik kan je vertellen zijn gezicht is meer dan goud waard, het is diamant waard! Geschrokken laat hij mijn poot los en struikeld verward wat passen achteruit. Ik maak van zijn toestand gebruik om me om te draaien en weg te rennen. Nu ben ik een stuk sneller. In de verte hoor ik de jongen vloeken en grijns, ookal ziet dat er belachelijk uit. Weer verschijnt er rook voor me, gelijk maak ik een bocht naar links en ren verder. Die jongen is iets waarvan wij het bestaan niet weten. Weer rook, ik sla af naar rechts, weer rook, scherpe bocht naar schuinachter en zo gaat het nog een tijdje door. Dan kom ik bij een kloof en kan ik niet verder. In de verte zie ik wel een pleintje maar het ziet er nogal uitgestorven uit. Bang kijk ik naar de rook die voor me verschijnt. De jongen stapt met een grote grijns uit de rook en sist dominant: 'Verander!' Ik blaf kort en schud mijn kop. Ik wil dus echt niet naakt voor hem zijn! Never!  'VERANDER!' Schreeuwt hij nu. Ik piep en ga liggen maar verander niet. 'Watte...' momelt de jongen terwijl hij me versuft aankijkt. 'Waarom wil je niet veranderen? Het is toch niet dat je naakt bent ofzo?' Zegt hij lacherig. Ik knik met mijn kop en verstop mijn snuit in mijn poten. De jongen stopt met lachen en kijkt me nu grijnzend aan. 'Dat vind ik niet echt een probleem.' Zegt hij luchtig. Woest spring ik op en kijk hem vernietigend aan. 'Wat? Ik ben ook maar een jongen!' Zegt hij schijnheilig. Ik grom. Zijn ogen veranderen naar rood en hij brult: 'VERANDER!' Het lijkt op een alpha-toon die ik moet gehoorzamen en ik kan je vertellen, dat ben ik niet gewend. Piepend verander ik en dat gepiep gaat over in gejammer. Zijn ogen scannen mijn lichaam terwijl ik met opgetrokken knieën voor hem zit. 'Hier.' Hij gooit een deken naar me toe. Verbaasd kijk ik hem aan. 'We moeten nog ergens anders naartoe... Mijn lunch zal nog even moeten wachten...' zegt hij gemeen grijnzend. Snel pak ik de deken die ik snel om me heen sla. Hij is zo groot dat hij tot de grond komt en mijn hele lichaam bedekt. 'Oké, we gaan.' Zegt hij kortaf. Gelijk tilt hij me in bride-style op en begint te rennen. Na ongeveer en halfuur lopen komen we bij het pleintje. Niemand merkt ons op. 'Oké, it's dinnertime.' Zegt hij onheilspellend. Gelijk wil ik op springen en wegrennen maar hij houdt me stevig vast. Zijn hoofd begraaft hij in mijn zij. Ik voel tanden over mijn huid schrapen en bevries. Ik voel zijn tanden langer en puntiger worden. Héél even  verlaten zijn tanden mijn huid en gelijk daarna zinken ze diep in het vlees. Ik slaak een ijselijke kreet die volgens mij nog in Arabië te horen is.

(Nog) onbekende jongen pov.

Al dagen ren ik achter haar aan. Ze is snel maar ze weet dat ik hoor ooit ga inhalen. Ze weet alleen niet wanneer. En ze weet ook niet wat ik ben. Haar zwarte haren wapperen als vlaggetjes achter haar aan. Mijn maag rommelt en ik rol met mijn ogen. Ik moet nu in actie komen. Gelijk teleporteer ik me voor haar. Angstig kijkt ze me aan en krabbelt overeind. Haar zwarte ogen met rode spikkeltjes kijken me angstig aan. Ze wilt weer wegrennen maar ik grijp haar pols. 'Waarom gaan wij niet eens wat plezier maken schatje?'  Ze begint te trekken en bekijkt me vluchtig. Ze stopt met tegenstribbelen en zegt: 'Jij bent geen weerwolf.' Nee duh, daarom stapte ik ook uit rook hè? Weerwolven kunnen dat niet, dom wicht. Maar ze weet wel over het bestaan van weerwolven af. Misschien is ze de mate van een weerwolf. 'Dat klopt en jij ook niet.' Zeg ik, ze schiet in de lach. Waarom lacht ze? 'En waarom weet je dat zo zeker?' 'Je ruikt naar mens.' 'En dan? Dat is toch niet alles? Dat zijn niet genoeg bewijzen.' Zegt ze spottend alsof ze een politiechef is en ik net heb verteld wie de dader is en maar 1 bewijs heb. 'Je bent anders niet veranderd toen ik achter je aanzat.' Zeg ik koppig. Ze begint weer te grijnzen en haar ogen zeggen: wat ben jij een idioot. 'Wil je weten wat ik ben?' 'Ik denk dat ik dat wel weet.' Zeg ik mysterieus. Ze trekt een wenkbrauw op. 'Wat ben ik dan?' 'Mijn lunch.' Ze verstart en begint weer aan haar pols te trekken. Dan stopt ze met trekken en kijkt me grijnzend aan. 'Waarom grijns je zo belachelijk?' 'Hier om.' Het volgende moment heb ik dat meisje niet vast maar een wolf. Verschrikt laat ik haar poot los en struikel wat passen naar achteren. Waarom ruikt ze nu naar normale wolf en daarnet naar een normaal mens?! Dan merk ik dat ze weg is en begin te vloeken. Snel teleporteer ik me voor haar maar voor ik er echt sta is ze al afgeslagen. Weer teleporteer ik me voor haar en weer slaat ze rechts af. Ik merk dat ik hier nogal pissig van word. Na zo nog een tijdje door te zijn gegaan, zit ze vast. Ze kan geen kant op en achter haar is een kloof. Ik grijns en stap de overgebleven rook uit. 'Verander!' Zeg ik tegen haar terwijl ik haar strak aankijk. Ze schud haar kop en blaft kort. 'VERANDER!' schreeuw ik pissig. Ze piept en gaat liggen maar ze veranderd niet. Oké, wat is dit? Ze geeft zich aan me over maar veranderd niet? 'Watte... Waarom wil je niet veranderen? Het is toch niet dat je naakt bent ofzo?' Ze knikt van ja. Gelijk groeit er een grijns op mijn gezicht. 'Dat vind ik niet echt een probleem.' Zeg ik luchtig. Daar kan ik niks aandoen! Ik ben ook maar een jongen met hormonen! 'Wat? Ik ben ook maar een jongen.' Zeg ik schijnheilig. Ze gromt. Ik voel mijn bloeddorst stijgen en brul: 'VERANDER!' Ze piept en dat gepiep gaat over in gejammer. Voor me ligt ze nu, naakt. Ik stel mezelf nu al voor hoe ik mijn tanden in dat sappige vlees laat glijden en grijns. 'Hier.' Ik gooi een deken naar haar toe. Snel pakt ze hem aan en wikkelt zich erin. 'We moeten nog ergens anders naartoe... mijn lunch zal nog even moeten wachten...' zeg ik grijnzend. Ik til haar in bride-style op en begin te rennen. Na een halfuurtje zijn we om de hele kloof heen en bij een pleintje met allemaal voedsel. 'Oké, it's dinnertime.' Zeg ik grijnzend. Ze verstart en wil opspringen maar ik hou haar stevig vast. Ik begraaf mijn hoofd in haar zij en haal een stuk deken weg. Mijn tanden schrapen over haar vlees en ik snuif haar geur op. Ze ruikt lekker. Ik laat mijn tanden groeien en bijt dan toe. Ze slaakt een ijselijke gil die oorverdovend is. Iedereen kijkt onze richting op en daar zie ik het meisje waarvan ik dacht dat ze dood was. Oglaya...

Heden:

Verwoed kijk ik naar alle bomen opzoek naar Oglaya. Ze is nergens meer te zien en ik word razend. Waarom rent ze ervoor weg? Ze weet dat we bij elkaar horen! We zijn niks voor niks mates...

Hey, hey! Hier weer een nieuw hoofdstukje! I hope you like it! Ik superblij met alle votes en comments! En ik mag natuurlijk ook niet klagen over de mensen die dit gewoon lezen! Allemaal HEEL ERG BEDANKT!
P.s. kunnen jullie geloven dat we morgen al weer naar school moeten? Ik niet...
P.s.s. Ik blijf het zeggen maar het is zo; Love you all guys!

Wáárom ik?Hikayelerin yaşadığı yer. Şimdi keşfedin