Hoofdstuk 14

5 0 0
                                    

  'Wakker worden.' zeg ik in het tuitje van de olielamp terwijl ik met mijn nagel tegen de zijkant tik. Vandaag ga ik Naveen een rondleiding geven door mijn woonplaats. Aangezien ik vannacht toch niet kon slapen heb ik mijn tijd maar besteed aan het maken van een dagplanning. Ik wrijf over de zijkant van de lamp en al snel verschijnt Naveen, gehuld in paarse rook, tegenover me.

   'Godverde... wil je dat niet meer doen! Weet je wel hoe hard dat echoot door mijn kamer?' vloekt Naveen die met dichtgeknepen ogen en een van pijn vertrokken gezicht zijn vingers uit zijn oren trekt. 'Ik denk dat je mijn trommelvliezen permanent hebt bescha...' zijn stem sterft weg op het moment dat zijn blik zich op mij richt... of beter gezegd op de onderste helft van mij. Ik heb voor de gelegenheid mijn shorts uit de kast getrokken. Het leek me een goed idee gezien het weer. Daarnaast hebben mijn benen de hele zomer nog geen zon gezien waardoor er voor mijn gevoel niet meer dan een stel witte melkflessen onder de korte pijpen van mijn broek uitsteken. Even durf ik te geloven dat ik een zweem van bewondering in de ogen van Naveen betrap, maar al snel besef ik me dat hij het waarschijnlijk niet is gewend om zo'n wit stel stelten te zien. Hoe dan ook, ik voel me niet bepaald gemakkelijk onder zijn taxerende blik en steek hem ten afleiding mijn dagplanning toe terwijl ik overweeg om alsnog een lange broek aan te trekken.  

   'Je ziet er...' Naveen neemt het blad aan zonder zijn blik ook maar een seconde los te maken van mijn benen.

 'Hou je mond!' Onderbreek ik hem in een reflex. Altijd wanneer iemand me een compliment dreigt te maken val ik erop terug zonder dat ik er iets voor hoef te doen. Het is alsof de woorden zitten voorgeprogrammeerd in mijn hoofd om automatisch over mijn lippen te rollen in een ongemakkelijke situatie. Naveen is duidelijk geamuseerd door mijn ongemak. 

   'Ik wilde alleen maar zeggen dat je er leuk uit ziet.' zegt hij onschuldig. 

   'Niet waar! Hou stil!' Ik gris het vel weer uit zijn hand en probeer de aandacht te verleggen naar de activiteiten die ik voor ons heb gepland. Mijn blik valt op het item 'zwemmen in het Golfslagbad', maar als hij al zo idioot reageert op een stel blote benen dan wil ik niet weten wat de aanblik van mij in een bikini voor reactie oproept. Ik besluit dat we dat vooralsnog maar even overslaan. 


Het is stil in huis. Mama en Megan slapen uit op hun kamers en dus kost het me geen enkele moeite om Naveen het huis uit te smokkelen. Met Naveen op mijn bagagedrager fiets ik naar het centrum. De tocht is dramatisch en levensgevaarlijk! Naveen, die nog nooit op een fiets heeft gezeten, blijft er maar op aandringen dat ik sneller ga. En nóg sneller! En wanneer ik niet snel genoeg voldoe aan zijn wensen priemt hij met zijn vingers in mijn zij waardoor ik gevaarlijk begin te slingeren over het fietspad. Pas na een bijna aanrijding met een scooter kalmeert hij een beetje. Even sta ik stil bij wat tegenliggers waarschijnlijk over ons denken als ze ons zo zien. Waarschijnlijk vermoeden ze dat we een stel zijn, op weg om samen een romantische zomerdag met elkaar door te brengen. Ik schud mijn hoofd om de gedachte van me af te zetten, als ze al iets denken dan is het waarschijnlijk: 'Wat moet zo'n knappe jongen met zo'n mollig, onaantrekkelijk meisje.' In plaats van dat ik me daar druk om ga maken richt ik me op de route voor me, en voor dat ik het weet parkeer ik mijn fiets in de bewaakte fietsenstalling vlak bij de Hema. We beginnen de dag met een beetje window-shoppen in het centrum. Eten tussen de middag een broodje bij mijn favoriete lunchroom en vervolgens neem ik hem mee naar de bioscoop. Om vier uur is het meestal niet druk, en gezien het prachtige weer is het nu zelfs helemáál uitgestorven. We hebben een hele bioscoopzaal voor ons tweetjes, wat achteraf maar goed ook blijkt te zijn... want Naveen heeft zijn reacties niet altijd even goed onder controle en dankzij de drie dimensionale effecten vliegt hij een paar keer vloekend op uit zijn stoel. Meerdere malen moet hij zijn 3D-brilletjes een paar rijen voor de onze op gaan rapen omdat hij hem van schrik van zijn hoofd heeft gegooid. Het is hilarisch! Bij het romantische gedeelte van de film voel ik me wel een beetje ongemakkelijk. Terwijl de held het gezicht van het meisje omvangt met zijn grote, grove handen voel ik mijn hart tegen mijn ribben bonzen als de dreunende basklanken in een discotheek. Ik houd mijn blik angstvallig op het scherm gericht, maar voel Naveen naast me verstarren nu hij beseft wat er op het punt staat te gebeuren op het witte doek. Onder de aanzwellende, romantische muziek drukt de held zijn lippen op die van het meisje en ik heb me nog nooit in mijn leven zo ongemakkelijk gevoeld, want naast me voel ik Naveens blik van het scherm naar mij verschuiven. Een stemmetje in mijn achterhoofd dringt erop aan dat ik mijn gezicht naar hem toe moet keren. Dat hij me absoluut zal kussen als ik dat doe.., maar ik doe het niet. Zelfs niet wanneer Naveens zijn hand over de mijne schuift, en zijn vingers om de mijne wikkelt. Zo'n simpel gebaar, en toch lijkt het alsof er tweeduizend volt door mijn lichaam wordt gejaagd. Maar geen haar op mijn hoofd die ook maar overweegt om mijn hand terug te trekken. Na de film gaan we weer terug naar huis en zelfs zonder de lijst besef ik me dat we nog niet eens de helft hebben gedaan van de dingen die ik had gepland. Kennelijk is mijn geboorteplaats toch niet zo suf als ik in eerste instantie dacht. 


Er staat een vreemde auto op de oprit wanneer ik weer thuiskom, maar het komt zelfs niet in me op om me daarover te verwonderen. Mama heeft vast een van haar vriendinnen gebeld om haar te troosten. Bij de poort stappen we af. Ik weet mezelf geen houding te geven. Ik heb het gevoel dat ik iets moet doen of zeggen, maar kennelijk zit er ergens een kortsluiting tussen mijn hersenen en de rest van mijn lichaam want ik sta alleen maar een beetje op mijn benen te schommelen en af te wachten of Naveen iets zal zeggen of doen om de ongemakkelijke stilte te doorbreken. 

   'Ik vond het een fijne dag.' zegt hij uiteindelijk. Dankbaar, stort ik me op dat ene zinnetje. 

   'Fijn. Ik ben blij dat je het leuk vond. Ik had nog veel meer dingen op mijn lijst staan, maar die komen wel een ander keertje. Morgen gaan we in ieder geval naar mijn vrienden. We hebben een LAN-party dus dan kun je laten zien hoe goed je hebt getraint op die laptop van je. Of deed je eigenlijk geen spelletjes? Oh, wat stom dat ik een computer automatisch in verband breng met gamen. Ik kan het je wel leren. Als je da...' 

   'Sorry.' zegt Naveen verontschuldigend terwijl hij zijn hand laat zakken van mijn mond. 'Maar ik kreeg er anders geen woord tussen.' 

   'Sorry.' stamel ik beschaamd. 

   'Nee, jij hoeft geen sorry te zeggen.' 

   'Sorry.' Het floept er automatisch uit. Als de hoofdpersoon in één van mijn moeders verschrikkelijke, romantische comedy's strekt Naveen zijn hand naar me uit om een pluk haar die voor mijn gezicht is gevalllen achter mijn oor te strijken. Oh mijn god, dit is allemaal zo cliché dat ik het liefst door de grond wil zakken om het feit dat ik er zodanig door wordt geraakt.

   'Heel erg bedankt voor vandaag Felicia.' Ik voel mijn lichaam trillen. Kippenvel staat op mijn onderarmen en mijn knieën dreigen het elk moment te begeven. In gedachten spreek ik mezelf berispend toe. Herinner ik mezelf aan het feit dat het geen zin heeft om te verlangen naar de jongen voor me. Probeer ik mezelf ervan te overtuigen dat ik de jongen, die zijn gevoelens nauwelijks een dag geleden zo openlijk voor me uitstortte, niet goed genoeg ken om mijn verliefde gevoelens te rechtvaardigen. Ik ben verstandiger dan dat. Ik weiger om gereduceerd te worden tot een Mary Sue in mijn eigen verhaal. Ik vertik het om me net als Bella te laten verleiden tot een onmogelijke liefde. Niemand. Niemand zal mij ooit reduceren tot het zielige hoopje ellende wat mijn moeder was na het vertrek van mijn vader. 


Naveen kijkt gekwetst wanneer ik hem vraag om terug te keren naar zijn lamp. Met mama en Megan, en een nog ongeïdentificeerde gast in huis gaat het me immers niet lukken om hem de trap op te smokkelen naar mijn kamer. Wanneer ik de laatste pluim paarse rook door mijn slaapkamerraam naar binnen zie kringelen duw ik de achterdeur open en loop ik naar binnen. In de keuken spits ik mijn oren, om te controleren of ik ons bezoek misschien kan identificeren aan de hand van zijn of haar stem. Maar al snel wordt duidelijk dat mijn moeder het gesprek domineert. Ze klinkt verrassend opgewekt voor een vrouw die een dag eerder nog ten midden van tientallen lege snoepwikkels, met uitgelopen mascara naar Colin Firth op de televisie gilde dat alle mannen eikels waren en dat Elizabeth maar beter kon vluchten zolang het nog kon. Nieuwsgierig steek ik mijn hoofd om de hoek van de kamer. Op de bank, met zijn rug naar me toe zie ik een stel brede schouders boven de rugleuning van de bank uitsteken met daarboven een bos gitzwarte, fijne krullen. Zijn arm ligt nonchalant over de rugleuning gedrapeerd en mijn blik wordt onmiddellijk getrokken door een opvallende ring met een schitterende groene steen die zijn hand siert. 

   'Ah lieverd!' kirt mijn moeder overdreven vrolijk wanneer ze me opmerkt. Met een zwierige beweging van haar arm wuift ze me de kamer binnen. 'Je hebt bezoek schatje.' De man in de bank draait zich om, en wanneer mijn ogen die van hem ontmoeten is het even alsof de muren van het vertrek op me afkomen. Ik weet al wie de man voor me is, nog voordat hij opstaat om me zijn gebronsde hand toe te steken en zich voor te stellen. 

   'Mevrouw Dubbel?' vraagt hij, met één wenkbrauw opgetrokken alsof hij me uitdaagt om hem tegen te spreken, om te ontkennen. Ik kijk naar zijn aangeboden hand alsof hij me vraagt zijn dodelijke gifslang over zijn koppie te aaien. Maar een strenge blik van mijn moeder dwingt me om beleefd zijn hand te schudden. 'Mijn naam is Dejan Jarrah.'

OngewenstWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu