Gegroeid

By Princess_Sugar1

705 99 50

Deel 3 in de Avatar-serie. Water. Aarde. Vuur. Lucht. Na een zenuwslopende ontsnapping komt Cassandra aan in... More

Inleiding
Hoofdstuk 2: Op slot
Hoofdstuk 3: Storms geheim
Hoofdstuk 4: De Luchttempel, deel 1
Hoofdstuk 4: De Luchttempel, deel 2
Hoofdstuk 4: De Luchttempel, deel 3

Hoofdstuk 1: Zijn we er bijna?

83 13 8
By Princess_Sugar1

Ik zie mezelf niet als een angstig persoon. Ik ben niet bang voor het donker, niet bang voor monsters, spinnen, hoogtes, mensen of kleine ruimtes. Ik ben niet bang om dood te gaan en ik ben niet bang voor pijn, voor zover dat mogelijk is. Ik ben niet bang voor zombies, dieven of criminelen, en niet voor spirits - niet meer. Ik ben niet bang voor spoken en niet bijgelovig. Ik ben niet bang om op te staan en mijn mening te vertellen.

Er zijn maar twee dingen die ik koste wat het kost vermijd. Eén angst is dat mensen me niet aardig vinden, niet van me houden, me niet willen of nodig hebben. De andere angst is dat ik de controle verlies.

Tijdens ons gevecht op de boot waren we de controle compleet verloren.

Ik wierp een schuine blik op Yoru. Ze liep onrustig over het dek. Sinds het gevecht, een week of zo geleden, leek ze geen kalmte te kunnen vinden, parelgroene ogen rond flitsend en handen altijd frutselend met iets. Ze wilde er niet over praten, niet eens behoorlijk onze dank aannemen, en bleef herhalen dat ze zich niet zo had moeten laten gaan. Ik gaf het maar wat tijd. Uiteindelijk moesten de positieve reacties wel aankomen, toch?

Een vreemde sensatie ging door me heen, een soort gewaarwording. Zij was de enige reden dat we hier nog stonden. Zonder Yoru hadden we het niet gered. Zonder Yoru had Shu ons allemaal gevangen genomen. We waren de situatie ingesprongen, zonder na te denken. Zonder een goed plan.

Ik zuchtte en wreef door mijn ogen.
Onder me deinde het dek op en neer, op en neer. Touwen kraakten en golven klotsten tegen de romp van de boot. Het zeil klapperde boven ons, een trotse groene rechthoek doorstreept met dwarslatten.

Om me heen weerklonk het geroezemoes van de rest van de passagiers. Ze zaten verspreid over het houten dek, spelend, lachend en pratend. Af en toe klotste een grote golf tegen de boeg en verspreidde zich een fijne witte nevel over het dek, om na een paar seconden weer te verdwijnen.

Het was magisch.

Kyo stond bij de stuurman op het achterdek en bekeek nauwkeurig hoe die het roer met kleine bewegingen bijstuurde. Hij zei niks, maar zijn ogen waren versmald en zijn vingers trommelden op de reling. Hij stond altijd open om nieuwe vaardigheden te leren op het gebied van zeilen en had de stuurman, die blijkbaar heel goed was, al vanaf dag één achtervolgd.

Ik glimlachte lichtjes. Zijn donkere ogen hadden even hun harde blik verloren en waren zacht en nadenkend, alle informatie opnemend zonder te oordelen of zich zorgen te maken over de wereld om hem heen.

De volgende in de rij was Storm. De beer van een jongen stond bij de reling, uitstarend over de golven. Zijn donkere wenkbrauwen en sluike haar zaten vol druppels, alsof ze versierd waren met duizend kleine parels, en zijn kleding was doorweekt. De opspattende golven sloegen nog weleens over hem heen. Het leek hem niet te deren.

Volgende. Tess. Ze speelde met een vuurtje in haar hand, wat haar een waarschuwende blik van het personeel opleverde. Maar Tess maakte geen fouten, zeker niet als het vuursturen betrof, en ze worp de kritische bemanning een spottende glimlach toe. Het vuur groeide en zwakte af in haar handpalm. Kleine, mensachtige vlammetjes vochten met elkaar en spatten uiteen in vonken. Het licht weerspiegelde in haar donkerbruine ogen.

Oh, en kijk, daar was Fu. Hij las in mijn nieuwe mytheboek, waar hij uitermate beleefd de vorige avond om had gevraagd. Natuurlijk had ik het hem gegeven. De tengere jongen verslond elk stukje informatie waar hij zijn handen op kon krijgen. Zijn smaragdgroene ogen vlogen vluchtig over de letters en zijn lippen mompelden geluidloze woorden. Af en toe klonk het ritselende geluid van een pagina die gehaast om werd geslagen. Ook hij vermaakte zich prima, op zijn eigen manier.

Laatste. Yoru. Ze was ondertussen weer naar het voordek gelopen en ging naast Fu zitten. Vragend tikte ze op zijn schouder. Hij keek op, een lichte tegenzin in zijn ogen. Yoru's lippen bewogen en hij knikte als antwoord. Ik kon het niet verstaan. Verveeld keek ik weer naar de deinende zee.

Een moment stond ik stil bij hoe veel ik van mijn team hield. Ze waren allemaal zo prachtig op hun eigen manier en ze droegen allemaal iets unieks bij. Kyo: structuur en leiding. Storm: betrokkenheid en een fijne sfeer. Tess: enthousiasme en avontuur. Fu: analytisch denken en wijsheid. Yoru: kalmte en onzelfzuchtigheid.

Allemaal prachtig op hun eigen manier. Ik glimlachte. Toen duwde ik mezelf weg van de reling en liep naar het trappetje dat het ruim in leidde.

Langzaam wenden mijn ogen aan het donker, en de spaarzame olielampen aan de muren. Vaag vroeg ik me af of dat handig was. Zouden ze niet het risico op brand vergroten? Ik haalde mijn schouders op en liep door, de slaapzaal in.

Er zaten een paar mensen op de bedden, maar verder was het vrijwel leeg. De patrijspoorten onthulden een prachtige blauwe lucht en het donkere oppervlak van de zee. De bedden leken leeg en kaal zonder de irritante drukte die het in de avond was. Dan was de slaapruimte volgepakt met chagrijnige mensen die probeerden te slapen en huilende kinderen en uitgeputte ouders en liep iedereen elkaar voor de voeten, wat vaak alleen maar tot meer ergernis leidde.

Maar meestal waren de passagiers echt wel een lieve groep. De kinderen waren schattig en de volwassenen behulpzaam. Kyo had ze een deel van de ontsnapping en het gevecht op het dek verklaard, en ze leken ons eindelijk een beetje te accepteren.

Ik slofte naar mijn harde bed en viel neer op het matras. Ik had net zo goed op een blok hout neer kunnen vallen en ik had dan ook meteen spijt van mijn beslissing. Met een pijnlijk gezicht rolde ik om en grabbelde naar mijn rugzak, die onder het bed was geschoven. De verveling dwong me de laatste tijd om te gaan tekenen of iets anders mentaals wat de tijd verdreef te gaan doen.

Mijn handen sloten zich om de gelakte koker en ik trok hem uit de tas. Binnenin hoorde ik de papieren ritselen. Tevreden ging ik zitten en trok de dop eraf.

Een waterval aan opgerolde papieren stroomde op mijn bed, maar ik had het vaak genoeg meegemaakt. Onaangedaan graaide ik tussen de vele papieren die bekladderd waren met boter-kaas-en-eieren, galgje en kamertje verhuren totdat ik een vers, sneeuwwit papier in mijn handen hield.

He he, eindelijk. Nu nog een pen. Ik pakte het potje inkt, dat zorgvuldig dicht was geschroefd en beschermd werd door een cocon van lappen - stel je voor dat het barstte in mijn tas! - en een penseel, balanceerde de inkt op de rand van mijn bed en doopte mijn penseel in het vloeibare donker.

Even stopte ik mijn beweging. Wat wilde ik eigenlijk doen? In mijn eentje kon ik niet zo veel. Ik kon gaan tekenen, maar... meh. Ik kon naar boven gaan naar het dek, maar daar was de sfeer alleen maar lamlendiger. Misschien kon ik iets schrijven. Maar wat?

Een dagboek was het eerste wat in me opkwam. Mensen schreven altijd dagboeken en hielden ze nauwgezet bij. En dan honderd jaar later werd dat dagboek dan gevonden en door miljoenen geadoreerd. Het was een idee...

Of ik dat dagboek bij kon houden was de vraag. Over mijn saaie dagen vertellen zou me totaal niet blij maken. Met een hoofdschud verwees ik dat idee naar de prullenbak.

Maar wat dan? Wat kon ik in spiritsnaam bedenken?

Gelukkig kostte het me nooit lang om inspiratie te vinden. Ik zou gewoon iets moois schrijven. Iets over mij, iets kleins. Woorden begonnen zich in mijn hoofd te vormen, mijn gedachten omzettend in tastbare passie. Misschien was het wel de enige manier om mezelf te vinden. Het enige wat de onrust in mijn binnenste kon verlichten. Streken nacht op het papier.

Ik bleef de zinnen herhalen in mijn hoofd terwijl ik mijn penseel pakte en haastig in de inkt doopte. Ik schreef snel. Had ik altijd al gedaan. In vloeiende, besliste streken pende ik de karakters neer op het papier.

Ik haat dagboeken. Natuurlijk, als kind heb ik het geprobeerd. Maar de dagelijkse activiteiten waren niet iets wat ik wilde opschrijven. Mijn leven was geen avontuur. Het was een nooit-eindigende routine van poseren, studeren, eten, slapen, vergaderingen en handjes geven.

Er is genoeg gebeurd de laatste tijd om op te schrijven. Kenji, Kyo, de gevechten, al het drama. Maar het doet pijn. Het laat de gevoelens terugkomen. Ik haat verzwelgen in mijn gevoelens. Ik haat het om de pijn te ervaren.

Ik zou over de schoonheid kunnen schrijven om me heen. De mensen om me heen. De mysterie van de wereld, het geweld van de natuur. Ergens draait mijn leven om de mensen om me heen. Mijn relatie tot en liefde voor hen is wat mij mij maakt. De blijdschap die ik ervaar in praten met hen, ze helpen, ze ontdekken.

Ik zou kunnen beschrijven hoe ik naar ze luister, en hun schoonheid bewonder. Maar mijn haren gaan recht overeind staan als ik eraan denk dat iemand dat zou lezen. De schaamte. Soms denk ik dat ik op iedereen verliefd zou kunnen worden, puur omdat ik zo van mensen houd. Ik ben bang dat iemand het als echte aantrekkingskracht zou opvatten en dan zou ik het uit moeten leggen.

Nee, dagboeken zijn niet mijn ding. Daarom schrijf ik liever over het etherische. Ideeën die in me opkomen. Meningen die ik moet articuleren. Diepe waarheden die ik vind over de mens en over mezelf. Patronen in het gedrag van de mens en de wereld.

Een reis van zelfontdekking.

Ik legde mijn pen neer en zoog mijn adem in. Het was niet perfect, maar het zou genoeg moeten zijn. Het was dichtbij genoeg. En het voelde goed, hoe ik mijn ogen over het papier liet glijden en besefte dat het klopte. Dat het mijn gevoel reflecteerde zoals het was, dat het tastbaar en grijpbaar was geworden. Een klein deeltje van mij dat ik nog niet kende. Zoals er nog zovelen verborgen zaten.

Tevreden en vreemd opgelucht schroefde ik de dop weer op de inkt.

Continue Reading

You'll Also Like

14.6K 682 23
De 22 jarige Isabella is een van de meest populaire youtubers van Nederland. Ze staat bekend om haar looks, humor en succes. Maar wat als ze door een...
2K 106 13
matthyas het lam, mijn aller eerste vriendje. in de 2e van de middelbare kregen we wat, ik hield zoveel van hem. in de 4e hadden we nog steeds, maar...
4.4K 373 17
"It's a solo song and it's only for the brave." Zielsverwanten, soulmates. Bijna iedereen heeft wel iemand die zijn soulmate is. Je wordt geboren met...
11.6K 409 30
Een nieuw jeugdzorg project, waarbij tieners uit jeugdzorg worden geplaatst bij BN'ers die hier aan meewerken. Zo ook de 17 jarige Mila ,die al sind...