From bullied to loved

Door Maartjehofsinkx

432 29 22

Thijs de vriend van Amanda ligt in het ziekenhuis. Amanda komt hem elke dag opzoeken. Dan krijgt Amanda een o... Meer

2. De eerste schooldag na het ongeluk
3. de vertrouwde omgeving.
Dat ene telefoontje kan alles veranderen...
Te laat? Of op tijd?
What happened ???
Het leven stopt niet

1. Het ongeluk

143 6 4
Door Maartjehofsinkx

Weer zat ik op school net als ieder ander meisje, maar achter mij verscholen zat een heel verdrietig verlaten maar ook sterk persoon. Ik was, zoals altijd, weg gedroomd tot ik op schrok van een harde stem “Amanda waar zit je met je gedachten?” “S...sorry...i...ik..eh zal opletten” stamelde ik. Toen hoorde ik de zoemer, yes dacht ik, pauze. ik liep de trap af en liep eerst naar een lokaal waar bijna nooit iemand was, dat was voor mij een gewoonte geworden sinds mijn vriend ziek was geworden van kanker, ik toetste het nummer van zijn mobieltje in die ik inmiddels wel kon dromen. de telefoon werd al opgenomen nadat hij voor de eerste keer over ging, ik hoorde een zwakke stem aan de andere kant van de lijn           “hé liefje, hoe is het met jou?” “Goed, maar ik wil eerst weten hoe het bij jou gaat. Ik maak me de hele tijd zorgen om je ik kan je niet vergeten.” “Amanda... ik red het wel jij zorgt zo goed voor me net als alle dokters” De vorige keer werd zijn mobiel overgenomen omdat hij te zwak was, dat had me heel erg gestrest gemaakt, ik had hem gelijk opgezocht. Maar toen werden mijn gedachten onderbroken. “Hé, meis...vertrouw me ik word beter...wil je me vandaag nog komen opzoeken?” “Ja ik kom vandaag nog wel even langs, zo vaak als ik kan kom ik langs.” Ja ik kwam graag bij hem en dan troostte hij me omdat ik het buitenbeentje in de klas was, dan kon ik mijn tranen op de vrije loop laten stromen zelfs als ik het niet wilde dan trok Thijs ze nog wel uit me en legde mijn hoofd altijd op zijn borst en hij wiegde me dan altijd heen en weer. ik was gelijk in klas één al gepest omdat ik klein was, soms was ik er best blij mee, ik wist niet waarom ze mij moesten hebben. Weer kwam ik erachter dat ik te lang stond te dromen. “Hé, ik ben er voor je als je vanmiddag bij mij bent mag je weer in mijn armen liggen” En dat gaf mij de rest van de schooldag genoeg moed om het nog vol te houden tot ik bij hem was.

De verpleegster wist al wie ik was en zei dat Thijs een nieuwe kamer had gekregen dus liep ik nieuwsgierig achter haar aan, tot ik opeens verstijfde toen ik Thijs zag, hij rende naar me toe en toen hij mij omhelsde kon ik weer bewegen. Ik liep met hem mee naar zijn kamer en de zuster zei dat ik op z'n laatst tot zes uur mocht blijven. “Vertel me alles wat er gebeurt is” Zei hij toen hij zag dat ik moeite moest doen om me tranen in bedwang te houden. Ik liep naar het raam keek doelloos naar buiten, hij ging achter me staan en sloot zijn armen om me heen, toen begon ik mijn verhaal te vertellen, mijn tranen voelde ik rollen over mijn wangen en ze vielen op de armen van Thijs zachtjes duwde Thijs me tegen zich aan en hij draaide me om. Ik lag met mijn hoofd, omdat ik klein was, op zijn borst en hij wiegde me heen en weer en ik wou mijn tranen stoppen maar dat lukte niet. We hadden nog, nadat ik was uitgehuild, gepraat en rondgelopen door de afdeling en met kinderen gepraat die ook kanker hadden en hier ook lagen met kale hoofdjes net als Thijs.

Ondertussen was het al donker geworden. Ik liet Thijs z’n hand los. “Ik moet echt naar huis, anders wordt mijn moeder ongerust.” “Wacht Amanda, blijf nog heel even.” Thijs greep me bij mijn arm.”Thijs laat me los ik kan mama dit echt niet aandoen!” Ik schudde zijn hand van me af. Gelukkig liet hij het toe. “Sorry” Zei ik zacht. Thijs keek me verloren na. Met grote passen stak ik de weg over, niet wetend wat er om me heen gebeurd. Alles ging in een flits. Thijs die mijn naam schreeuwde, een roekeloze auto, achtervolgd door politie en de klap dat dreunde door mijn hoofd. Plots werd het zwart voor mijn ogen. Ik hoorde mensen schreeuwen, huilen, mijn naam roepen, sirenes. En toen was het stil.

Uiteindelijk werd ik wakker uit de nachtmerrie, badend in het zweet. Ik wilde opstaan maar mijn lichaam werkte niet mee. Voorzichtig deed ik mijn ogen open en in een waas zag ik Thijs z'n gezicht. Ik knipperde een paar keer om het beeld scherper te zien. “Hoi Amanda.” Zei hij lief. “Hé.” Zei ik zachtjes. Ik wou meer zeggen maar het praten deed erg veel pijn. “Waar ben ik?” Vroeg ik met een zachte stem. Ik keek onderzoekend rond. “In het ziekenhuis, je moeder komt zo.” “In het ziekenhuis?” Op mijn gezicht stond paniek te lezen. Ik begon zachtjes te huilen. “Stil maar. Blijf maar liggen ik blijf bij je”

Thijs  streelde me over mijn haar. “Er is veel gebeurt afgelopen nacht.” Pas nu zag ik dat Thijs er slaperig uitzag en zijn haar door de war zat. “Wat heb ik je aangedaan?”        

Thijs gaf geen antwoord en speelde met mijn haar. Ik begon te huilen, tot ik te moe was om wakker te blijven. Toen ik mijn ogen open deed zag ik Thijs niet meer en schrok, opeens merkte ik dat hij bij mij in bed was blijven liggen. Thijs, die wakker werd, streelde me over mijn haar en toen zag ik in een hoekje mijn moeder ook zitten zat ze daar te huilen?

“mam?”

“Ja lieverd?”

“Is alles goed met je?”

Toen kwam er een lachje om haar en Thijs z'n monden en zeiden tegelijk “Dat moeten we aan jou vragen” toen lachten we alle drie alleen mijn hoofd deed zeer, echt zeer, dus Thijs legde zijn hand zachtjes op mijn hoofd. En mijn moeder voelde dat we even met z'n tweeën wouden zijn.

“Wat is er precies gebeurd?” vroeg ik toen mijn moeder weg was. Thijs was even stil en zei toen “Je liep zonder te kijken de straat over op dat moment kwam er een auto aan die je heeft aan gereden, je hebt het net overleefd en nu lig je in de kamer naast mij. Speciaal met een deur tussen onze kamers.” zei hij rustig. “Ik was ook zo dom ik moest gewoon naar jou luisteren dan was alles goed gegaan” Zei ik verdrietig “Nee zo moet je niet praten jij kunt er ook niks aan doen.” Ik wou opstaan maar het lukte niet alleen dus vroeg ik om hulp aan Thijs die behulpzaam mijn hand beet pakte en mij ondersteunde “Ik wil even naar mam toe” Toen we naar de wachtkamer liepen zag ik mam staan huilen en de grond zakte onder mijn voeten weg en ik zakte in elkaar. Wat heb je nou gedaan dom kind, kun je niks beters doen dan alleen maar mensen verdrietig maken vloog er door mijn gedachten. Toen zag ik in een flits opeens alles van de vorige avond voor me de hand van Thijs die me had vastgehouden, de lampen van de auto en ik voelde de dreun weer alsof het echt was. Toen ik weer bijkwam voelde ik regendruppels op nee het waren tranen, veel tranen en ik zag dat mam en Thijs huilden. Ik huilde automatisch mee tot er een verpleegster kwam. Ze wou mij optillen maar dat liet Thijs niet toe, hij tilde mij voorzichtig op en bracht me naar mijn bed, ik lag op bed naast Thijs en hij had een arm om me heen geslagen. Ik viel inslaap tegen Thijs.

Opeens schrok ik wakker, badend in het zweet, ik had het heet en koud tegelijk, heet door mijn droom maar ook koud want ik lag op een harde kussen, helemaal alleen. Ik hoorde een harde schreeuw, pas later merkte ik dat het mijn schreeuw was. Op dat moment kwamen Thijs, de zuster en mijn moeder eraan, ik had zo'n hoofdpijn. “Liefje alles oké?” Was de lieve maar ook bezorgde stem van Thijs. “Nee” kon ik alleen uitbrengen. En ik zat helemaal stil op bed, ik kon me niet bewegen door de pijn die door mijn hoofd schoot. Toen hoorde ik de stem van de zuster “Thijs ga jij maar even weg. Amanda wil je nog wat pijnstillers?”

Toen hoorde ik Thijs weglopen en de zuster ook. Toen fluisterde ik zachtjes "Thijs" En hij draaide zich om "Kom alsjeblieft terug ik heb je nodig" Fluisterde ik zo zacht dat je me bijna niet horen kon, hij lachte lief en kwam terug. Hij ging naast me op bed liggen en toen de zuster terug kwam met pijnstillers vroeg ze mij "Zal ik jullie maar alleen laten?" Zei ze met een onderdrukt lachje omdat Thijs weer was terug gekomen."ja, graag" En ik lachte naar Thijs en hij begreep dat ik het fijn vond als hij er was. "Oké maar vanavond kan dat niet zo hè?" Zei ze waarschuwend en ze gaf mij mijn pijnstillers. "Kun je ze zo weg krijgen?" Maar de vraag was al te laat ik had ze al op. En de zuster lachte. "Jij bent de eerste die het kan" prees ze mij vrolijk aan. Ik was echt blij dat zij ook mijn zuster was ze was vrolijk, aardig, en soms als het moest serieus. Ik ging liggen en vroeg aan Thijs "Slaap jij als je bij mij bent of ben je dan wakker?" het bleef even stil tot hij antwoordde

"wakker, je hebt steeds nachtmerries." "Dus ik houd je wakker met mijn nachtmerries?"

"Ja" was het enige wat hij antwoordde.

“Ben je nu moe?"

"Beetje"

"Je mag wel gaan slapen in je eigen kamer hoor" Zei ik.

"Nee, jij was er altijd voor mij nu kan ik iets terug doen voor jou. Deze kans zal ik niet laten lopen." "Maar je hebt slaap nodig" Zei ik "Jij hebt meer slaap nodig" Zei hij.

Dus legde ik me bij het antwoord neer en wou genieten van het moment dat wij hier samen lagen. Ik wou niet in slaap vallen zodat hij slaap kon inhalen en dat lukte, toen hij wakker werd was het al twee uur later en hij voelde zich schuldig dat hij had geslapen en bood meteen excuses aan "Sorry ik had nooit in slaap mogen vallen ik moest op je passen" Ik wou hem geruststellen dat het goed was maar hij liet me niet praten. "Het spijt me zo ga maar liggen en slapen" Hij ging zo op het bed liggen zodat ik alle ruimte had. Toen het vijf uur was kwam het eten speciaal had ze ook het eten van Thijs hier gebracht.

Omdat mijn kamer de grootste was zaten we elke dag hier op mijn kamer. De drie weken die ik hier moest blijven vlogen voorbij en voor ik het wist moest ik afscheid nemen van mijn vertrouwde kamer en Thijs, de zusters maar ook de aardige kinderen waar ik mee was omgegaan. Ik was liever hier dan thuis of op school. Op school had ik maar één vriendin Rosalie ze was mijn alles zonder had ik het op school nooit uitgehouden. Ik werd wakker uit mijn dromen gehaald, ik stond voor het raam naar buiten te kijken en Thijs sloeg van achteren zijn armen om me heen ik draaide me om en nu moest ik huilen. Ik dacht aan alles wat ik nu weer moest missen: Thijs en alle tijd die we voor elkaar hadden we stonden lang samen toen mijn moeder mij kwam ophalen. Het werd me te veel en de grond leek wel onder me weg te zakken het werd zwart voor mijn ogen. Toen ik weer bij kwam lag ik op de schoot op de grond in de armen van Thijs. "Wat is er gebeurt?" Vroeg ik verbaasd en ik voelde me zwaar en uitgeput alsof ik een marathon had gerend. "Je bent flauwgevallen meid" De eerste vraag die in me opkwam was "Moet ik nu nog een paar dagen of weken hier blijven?" Vroeg ik hoopvol. Mijn moeder en Thijs begonnen hard te lachen omdat ze wisten dat ik het graag wou. "Sorry liefje dat kan niet het is niet nodig dat je voor flauwvallen in het ziekenhuis blijft" Zei Thijs ik voelde me waardeloos waarom kon ik niet gewoon nog een keer een ongeluk krijgen dan kon ik hier blijven en hoefde ik

niet naar school maar ik wist dat de tijd om was en dat ik nu weer naar huis moest en naar school om niet meer te missen dan de ik al had gedaan in de drie weken in het ziekenhuis. Omdat ik niet goed meer kon lopen tilde Thijs me op, hij bracht me naar de auto en zette me voorzichtig in de auto en gaf me een afscheid kus en zwaaide naar ons tot we de bocht om gingen.

Toen voelde ik me verlaten en leeg. De rest van de rit keek ik stil naar buiten en staarde om me heen naar de zo vertrouwde omgeving waar ik het zo gezellig had gehad, ondanks het ongeval, met Thijs. Hij had me goed geholpen en ’s avonds was hij stiekem naar mij toegegaan en bij me gelegen en toen ik ’s ochtends wakker werd lag zat hij alweer naast mijn bed. Nooit was er een verpleegster achter gekomen dat we dat deden.

Toen we thuis kwamen had ik snel mijn spullen uit de kofferbak gehaald naar boven gerend en geroepen “Ik ga slapen, ik kom niet meer beneden” en ik haalde mijn mobieltje uit de koffer en belde meteen Thijs, die blijkbaar op een telefoontje had gewacht, en direct opnam. Zijn stem klonk zo vertrouwd voor mij. Toen het bijna half elf was, was ik net klaar met bellen en moest ik mijn spullen nog uitpakken. Ik rook in mijn kleren de ziekenhuis geur nog. Ik was nog maar net thuis en miste nu alles al. Ik had zo’n mooi uitzicht gekregen over de hele tuin en ik was blij met mijn kamer naast Thijs. Allen nu moest ik weer naar school gelukkig was het donderdag en hoefde ik maar één dag naar school tot het weekend. Nadat ik was uitgedroomd en alle kleren in mijn kast had gelegd, ging ik in bed liggen. Slapen kon ik niet de gedachten raasde door mijn hoofd. Ik baalde ervan dat ik morgen weer naar school moest en dat iedereen zou vragen hoe het met me ging. Ik hield er niet van in het middelpunt te staan.

Ga verder met lezen

Dit interesseert je vast

171K 8.3K 53
ငယ်ငယ်ကတည်းက ရင့်ကျက်ပြီး အတန်းခေါင်းဆောင်အမြဲလုပ်ရတဲ့ ကောင်လေး ကျော်နေမင်း ခြူခြာလွန်းလို့ ကျော်နေမင်းက ပိုးဟပ်ဖြူလို့ နာမည်ပေးခံရတဲ့ ကောင်မလေး နေခြ...
3.3M 80.1K 141
Soon to be Published under GSM Darlene isn't a typical high school student. She always gets in trouble in her previous School in her grandmother's pr...
88.2K 5.6K 31
{مُكْتمِلة} {مترجمة} كِيمْ تَايْهِيُونْغْ فِي عَلَاقَةٍ سِرِّيَّةٍ مَعَ الْمُدِيرِ التَّنْفِيذِيِّ الَّذِي يَعْمَلُ لَدَيْهِ. جِيُونْ جُونْغِكُوكْ...
157K 7K 59
ခွန်းသမိုးညို × သစ္စာမှိုင်းလွန် အရေးအသားမကောင်းခြင်း၊[+]အခန်းများမြောက်များစွာပါဝင်ပြီး ကိုယ့်အတွက်ဘာအကျိုးမှရမည်မဟုတ်တဲ့စာဖြစ်သည်နှင့်အညီ မကြိုက်လျ...