De tijd gaat snel, heel erg snel. Het is rustig op het gebied van de activiteiten van de Sheriff en Julia. De kampen zijn weg, en we kunnen niet echt nieuwe activiteiten ontdekken. Alsof ze schrik van ons hebben gekregen, maar ik weet zeker dat het niet zo is.
De buik van Sayen begint steeds dikker te worden, en ik laat haar zo veel mogelijk genieten van haar zwangerschap. Ik laat haar doen wat ze wil doen, maar ik toom haar activiteiten wel een beetje in. Ze wil af en toe nog te veel doen, in plaats tijdig haar rust te nemen. Dat geeft wel eens wat wrevel, maar ze weet dat ik enkel bezorgd ben.
Sesi en Tail groeien als kool en zijn al stuk groter geworden. En ze beginnen ook een duidelijk karakter te krijgen. Het verrassende is, dat Sesi duidelijk minder angstig is, en zich niet meer erg veel van Tail laat gevallen. Ze zijn behoorlijk gelijkwaardig, wat soms wel eens leidt tot vechtpartijen. Maar meestal is een woord van ons beiden meer dan genoeg om de ergste vechtpartij te doen stoppen.
Vandaag sneeuwt het, dat doet het al enkele dagen. Normaal zou hier nu het leven stil liggen, maar doordat de wegen nu vrij gehouden worden, is er toch nog behoorlijk veel activiteit. Wat ook komt, omdat morgen de verkiezingen zijn, en we doen er alles aan om het kieslokaal zo vrij mogelijk toegankelijk te laten zijn.
Als ik door het dorp loop, dat doe ik vaak samen met Sesi en Tail, wensen de mensen me veel succes. Zo ook vandaag. Sesi en Tail lopen trots met me mee. Ik hoef ze eigenlijk niet meer aan te lijnen, maar tegenwoordig rijden er meer voertuigen rond in het dorp, en ik wil niet dat ze betrokken raken bij een ongeluk.
Ze vinden het eigenlijk niet leuk dat ik ze aan de riem houd, maar vaak loop ik dan naar het vliegveld, om ze daar los te laten. En soms ren ik met ze mee. In de hangar kleed ik me dan uit en transformeer me als wolf. Vandaag loop ik ook weer naar het vliegveld en besluit lekker met ze mee te rennen door de sneeuw.
Ze zien me naar de hangar lopen en Sesi en Tail kwispelen en huilen al van plezier, ze weten dat ik met ze ga spelen. Dat vinden ze echt geweldig leuk. Als ik de hangar weer uitloop, herinner ik me aan de woorden van Akiak. Dus ik vraag aan Yakome: 'Denk je eigenlijk nog dat je met Sesi en Tail zou kunnen praten? Akiak meende dat je de taal nog wel zou moeten kennen.'
Yakome is even stil en zegt: 'Dat is al weer even een tijdje geleden, Mark. Maar ik zal het eens proberen.'
Eerst huilt hij om Sesi en Tail naar zich toe te roepen. Die komen al snel op hem af, en kijken hem gespannen aan. Dan hoor ik Yakome opeens wat kefjes en wat gehuil maken. Sesi en Tail kijken hem verwonderd aan en schijnen hem te antwoorden.
Dan zegt Yakome: 'Mark, het is gelukt! Het is nog wel wat moeilijk, maar ik kan met ze praten. Ik zal je nu laten delen in wat we zeggen.'
Dan zegt Yakome tegen Sesi en Tail: 'We gaan nu proberen of ik Mark mee kan laten luisteren naar wat ik zeg en wat jullie horen.'
Sesi keft terug: 'Echt waar? Dat zou ik erg leuk vinden.' Ze kijkt Yakome hoopvol aan.
Ik antwoord Yakome: 'Yakome, ik kan ze horen. Hoe uniek is dat? Ik kan horen wat jullie zeggen!'
Yakome zegt dan: 'Het is gelukt, hij kan jullie horen. Maar direct met jullie praten, dat lukt nog niet.'
Dan keft Tail: 'Jippie! Nu kan hij ons eindelijk horen. Ik wil hem zeggen, dat hij de beste en de sterkte Alpha is, die ik ken. Ik ben trots dat ik in zijn roedel zit. Ik wil later net zo groot en sterk worden als hem!'
Het maakt me trots, dat Tail zo over me denkt, en Yakome voelt mijn gevoelens. Ik hoef niet te antwoorden om hem een antwoord te geven. 'Mark vindt dat heel erg lief van je, en is ook heel erg trots op jullie. Ik trouwens ook. Jullie luisteren goed naar hem, en jullie geven hem veel plezier. Dat heeft hij hard nodig, want hij werkt heel hard voor zijn roedel. Jullie helpen hem heel goed, door hem af en toe de ontspanning te geven, waardoor hij de energie heeft om door te gaan.'
Ik sta versteld van het antwoord van Yakome. Ik heb het inderdaad erg druk, en heb echt niet altijd de tijd om hem ook te laten rennen. Maar Yakome klaagt niet, hij weet waarvoor ik het doe. En ik doe mijn best om hem toch zijn tijd te geven en hem wolf te laten zijn.
Sesi kwispelt en zegt: 'Maar ik ben ook heel erg trots op Sayen. Ze doet zoveel om Mark te ontlasten, zodat Mark ongestoord kan werken. En daarbij is ze zo erg lief, en maakt altijd tijd voor ons. En ook jou vind ik lief.'
Ik zeg tegen Yakome: 'Zeg ze alsjeblieft dat ik ze allebei heel erg lief vind, en dat ik veel van ze houd.'
Yakome vertelt het voor me, en de pups komen naar hem toen om hun genegenheid te tonen.
Al snel gaat het over in stoeien, en dartelen we over het vliegveld. We rennen als wolf terug naar huis, en als Mary ons ziet aankomen, doet ze de deur open. We stormen binnen, en springen tegen haar op, zodat ze achterover valt en dan likken we haar hele gezicht.
Ze gilt eerst, omdat ze schrikt, en dan begint ze hard te lachen. 'Oké, ik geef me over', lacht ze.
Sayen komt op het gegil af, en dan overvallen we haar. Sesi en Tail vinden het een prachtige streek, en al snel hebben we Sayen ook al op de grond liggen, en likken haar helemaal af.
Ze schatert het uit en roept: 'Af, in je mand!'
We laten haar met rust en Sayen zegt tegen Sesi en Tail: 'Nu is het genoeg geweest, jullie bengels. Hup naar jullie mand, anders krijgen jullie dadelijk geen eten!'
En tegen mij zegt ze: 'En als jij niet snel naar mens transformeert, krijg je geen kusje van mij.'
Ik transformeer direct terug naar mens, en loop op haar af. Ik heb een brede grijns op mijn gezicht, in deze streek die we geleverd hebben, hadden we veel plezier.
Sayen lacht en zegt: 'Wat hebben jullie toch weer vreemde streken.' Ze steekt haar armen uit om me te omhelzen en me een zoen te geven. Maar in plaats daarvan likt ze met een natte tong mijn gezicht. Dan slaat ze me op mijn blote kont en zegt: 'En kleed je eens aan, wat moeten Mary en Richard van je denken?'
Ik veeg mijn gezicht droog met mijn hand en met een brede grijns loop ik de slaapkamer binnen om me aan te kleden. Even later kom ik aangekleed en wel terug. Ik heb nog steeds een brede grijns op mijn gezicht. Sayen zegt: 'Ja, nou is het wel weer genoeg geweest, Mark. Je hebt je plezier gehad.'
'Maar dat is niet de reden dat ik grijns, Sayen. Ik ben blij, ik heb vandaag door Yakome met Sesi en Tail kunnen spreken. Het was maar kort, maar voor mij meer dan genoeg. Ze houden echt van ons, en dat gaf me zo'n goed gevoel, dat ik het wel moest delen.'
Sayen zegt: 'Is het je gelukt? Dat had ik niet meer gedacht, dat het je nog zou lukken. Dus Yakome kon dus nog wel hun taal? Dat is echt fantastisch. En nou ben ik wel een beetje jaloers op je, want White kent die taal niet. Ze is er niet mee opgegroeid.'
'Hoe heb je dan eigenlijk overleefd met die oude wolf? Daar zal je toch ook wel met hem gesproken hebben?'
'Nee, eigenlijk niet. Het was gewoon goed opletten wat de ander deed. Dat werkte perfect. Hij deed het voor en dan deed ik het na. Volgens mij wist hij heel goed, dat ik anders was, maar hij was vooral blij met het gezelschap.'
'Op die manier. Ja, daar zit wat in. Maar eigenlijk wel zonde, want ze vinden je best wel lief, net als mij overigens. Ze zijn trots op ons.'
'Dat is leuk om te horen. Ik zal ze dadelijk eens extra knuffelen.' Ze kijkt over haar schouder naar de pups, hoewel, echt pups kun je ze al niet meer noemen, ze groeien als kool. Ze zijn nog duidelijk jong, maar echt klein kun je ze niet meer noemen.
Dan kijkt ze me weer aan en zegt: 'Ik vind het nog steeds een goed besluit, dat we ze mee genomen hebben naar hier. Ze hebben ons leven al zo verrijkt.'
'Dat is waar. Het is nooit saai met ze. Bovendien houden ze me scherp, doordat ze zo actief zijn. En ze nemen soms ook verborgen tekens waar, zoals bij Mike. Ze voelden al veel eerder aan, dat Mike ons verraden had.'
'Ja, dat had je me verteld.'
Ik roep Sesi en Tail, die kwispelend naar ons toe komen. We krabbelen ze lekker achter hun oren, en ze zijn duidelijk blij met de aandacht die we ze geven. We gaan zitten op de bank en spelen met hun. Ze vinden het heerlijk en ze zijn zeer duidelijk al een stuk energieker dan ze hier kwamen. Nu zijn ze amper moe te krijgen.
Opeens spitsen ze hun oren, en een moment later klopt er iemand op de deur. Het is Yves. Ik laat hem binnen en zeg: 'Wat kom jij doen? Ik had je niet verwacht.'
'Ik wou je even doorgeven, dat Cleve zich terug trekt, omdat hij betrokken is bij een schandaal. De politie heeft een arrestatiebevel tegen hem uitgevaardigd, en de belasting zit ook al achter hem aan. Hij had geen andere keuze, dan zich terug te trekken. En naast Joe Sparrow is er geen enkele andere kandidaat. Ik denk dat je de verkiezingen zo goed als gewonnen hebt.'
'Dat is goed nieuws. Maar ik wacht toch gewoon de uitslag van morgen af, al is de spanning er nu wel af.'
'Dat weet ik wel zeker, Joe Sparrow is echt niet populair. Zelf in Feadow Hill is hij niet zo populair als jij. Ik heb gisteren nog met de stamoudsten gesproken daar.'
'We zullen zien, Yves. Pas als de laatste uitslag bekend is, zal ik pas gaan feestvieren.'
Yves staat dan op en zegt: 'Nou, ik wens je in ieder geval succes morgen. Als het goed is, hebben we zo rond 10 uur 's avonds de uitslag. Zoveel stemmen zijn het nu ook weer niet om te tellen. Uit Fairbank komen toezichthouders om toe te zien, dat alles goed verloopt.'
'Dank je Yves. Hoe dan ook, ik ben er toch een beetje zenuwachtig voor, al moet het nu nog gek gaan, als ik het niet word. Zie je morgen!'
Ik laat Yves uit, en zie dan Dave met een vreemde man komen. Ik blijf wachten bij de deur en begroet de beide mannen. Ik zeg tegen Dave: 'Wie breng je nu weer mee, Dave?'
'Dit is de man, waarover ik je verteld had. Juan Natly. Hij is de piloot die we willen aannemen, en die hier wil komen wonen.'
Ik bekijk de man. Het is een man van middelbare leeftijd van maar net 170cm. Hij is niet heel erg groot, maar ziet er toch behoorlijk krachtig uit.
Hij stelt zich voor: 'Aangenaam kennis met u te maken, Alpha Carlsson. Ik ben Juan Natly, en ik zou graag met u willen praten of ik hier mag komen wonen en mag toetreden tot uw roedel.'
'Kom binnen, dan gaan we even in mijn kantoor zitten. Dan bespreken we een en ander.'
Ik laat ze binnen en roep naar Mary, of ze voor wat drinken wil zorgen. Ze knikt en we lopen dan mijn kantoor binnen. Ik wijs Dave en Juan een stoel toe, en ga zelf achter het bureau zitten.
'Nou, Juan. Ik heb al een en ander over je gehoord, en ik heb zelfs al met je Alpha gepraat. Maar ik wil de precieze reden waarom je daar weg wil. Ik heb het nu alleen nog maar van horen zeggen. Daar doe ik niet aan. Als je met een goed verhaal komt, dat ik kan geloven, dan wil ik misschien wel overwegen om je toestemming te geven.'
'Met genoegen, Alpha. Zoals ik al zei, ik ben Juan Natly. Ik ben getrouwd met mijn vrouw Rose en ik heb een zoontje van 7 jaar oud. Ik ben piloot bij KodAir.
Daar werk ik nu al 5 jaar, maar het gaat nu slecht met mijn baas, en ik heb al enkele maanden geen loon gehad.
Daarnaast heb ik ruzie met een van de Bèta's, dat is een neef van mijn baas. Toen ik een tijdje geleden verhaal ging halen bij mijn baas, omdat ik al een tijdje niets uitbetaald heb gekregen, begon hij er zich mee te bemoeien.
Ik snap wel, dat hij zijn oom probeert te helpen, maar dat doe je niet door iemand te mishandelen. Hij heeft me letterlijk het huis uit geslagen. Maar hij is er ook niet zonder kleerscheuren vandaan gekomen, hij moest ook naar de dokter, en daarna heeft hij op zijn flikker gehad van de Alpha.
Maar mij heeft dat niets geholpen, de problemen bleven en worden steeds erger. En daarom wil ik daar ook weg. Ik ben bang voor de veiligheid van mijn vrouw en zoon.'
'Je bent tenminste wel eerlijk, Juan. Zo vertelde je Alpha het mij ook. Maar ik moet je wel eerlijk vertellen, dat je mogelijk hier ook niet veilig bent. Je hebt ongetwijfeld wel al gehoord, dat ik verwikkeld in een strijd ben met Sheriff Bulovski. De eerste confrontatie is er al geweest. Die heb ik wel gewonnen, maar ik denk niet dat hij zomaar op zal geven. Er komt nog meer, en nog veel heftiger. Dus er zit een kans in, dat je daarmee te maken krijgt.'
'Dat had ik ook al van Dave gehoord. Dat risico wil ik wel lopen. Hier zal ik op zijn minst gewoon vrij kunnen zijn. Daar moet ik op iedere beweging die ik maak letten.'
'Dan heb ik in dit geval geen problemen om je op te nemen. Maar we zitten nog wel met de huisvesting. Huizen zijn hier nu nog wel schaars. Daar moeten we dan nog wel een oplossing voor vinden. Zou je het een probleem vinden om in een prefab huis te wonen?'
'Nee, ik heb nu ook niet veel meer dan een klein schamel huisje met 2 kamers en een badkamer.'
'Dan ga je er in ieder geval op vooruit. Die prefabhuisjes zijn zo slecht nog niet. Maar nu kunnen we nog niet bouwen. Maar volgens de weersvoorspellingen, gaat het nog wel wat warmer worden. Misschien als de sneeuw smelt, kunnen we nog enkele woningen plaatsen.'
'Als u me opneemt in uw roedel, dan zou me dat al voorlopig genoeg zijn. Want dan kan Cummings me niet meer direct aan. Ik hoef hem dan niet meer te gehoorzamen.'
'Ik snap je. Ik zal even met je Alpha bellen. Eens kijken wat we kunnen regelen.'
Ik pak de telefoon en bel zijn Alpha op. Het blijkt helemaal geen probleem te zijn, dat ik Juan in mijn roedel opneem. Zijn Alpha is er zelfs blij mee, omdat hij ook niet direct een oplossing zag voor dit probleem. Hij verliest nu wel enkele roedelleden, maar wint er de rust in de roedel mee terug. Ik bespreek met hem, dat Juan en zijn familie daar blijven tot zijn woning hier klaar is. En zijn Alpha staat in voor zijn veiligheid tot die tijd.
'Zo, Juan. Dat is dan geregeld. Zodra we een woning voor je hebben, kun je gaan verhuizen. Tot die tijd blijf je waar je nu woont. Alpha Custers staat persoonlijk in voor je veiligheid. Mocht je alsnog problemen hebben, ga je direct naar hem toe en je laat mij ook wat weten.
Over 3 weken wil ik jou en je gezin hier zien, dan is er hier een ceremonie, waardoor je voorgesteld wordt aan de roedel en je ook officieel lid bent van de roedel. Dat ben je nu ook wel, maar wij maken er een feestje van.'
'Dank u, Alpha Carlsson. Daar ben ik heel erg blij mee.'
'Dan mag je allereerst beginnen me gewoon bij mijn naam te noemen. Ik heet Mark, en bij informele gelegenheden mag je me gerust zo aanspreken. Zijn er vreemden bij, of bij officiële gelegenheden is het Alpha Carlsson. En natuurlijk spreek je me altijd aan met mijnheer Carlsson als er mensen bij zijn.'
Juan kijkt me vol ongeloof aan, hij kan niet geloven, dat hij me met mijn voornaam mag aanspreken. 'Dat heb ik nog nooit gehoord, dat ik mijn Alpha met zijn voornaam mag aanspreken, Alpha Carlsson.'
Dave zegt dan: 'Toch is het echt zo, Juan. Onze Alpha is van nature een eenvoudige man. Al is hij stinkend rijk en hij zal morgen ongetwijfeld onze burgemeester worden, hij blijft een man, die met beide benen op de grond blijft staan.'
Ik geef de man een hand en zeg: 'Gefeliciteerd. Dan zie ik je weer, samen met je gezin over drie weken. Mocht er zich iets voordoen op Kodiak, dan wil ik dat meteen horen.'
'Daar kunt u zeker van zijn. Zou u me een papier mee kunnen geven, dat ik nu bij uw roedel hoor? Want ik denk dat de Bèta me eerder met rust laat, als hij een papier met uw handtekening zal zien.'
'Dat wou ik ook al doen. Ik zal je twee brieven geven, een voor Alpha Custers en een die je bij je draagt. Van de laatste zal ik je kopieën geven, zodat je die ook aan je vrouw en kind kan geven.'
Ik pak een bloc en begin in een sierlijk handschrift te schrijven. Dat is me altijd goed afgegaan, en ik ben ook trots op mijn mooie handschrift. Ik heb bij Gino een stempel laten maken met een logo van onze roedel. Gino heeft daarvoor ook een mooi kistje laten maken, en daarmee plaats ik een zegel op de brief. Dat doe ik ook op de andere brieven. Het ziet er indrukwekkend uit, ik weet heel zeker dat Juan nu geen problemen meer zal krijgen. Ik pak een aantal enveloppen en doe de brieven erin. De brief voor Alpha Custers verzegel ik nog een keer. Dan overhandig ik de brieven aan Juan.
'Veel succes, en ik ga mijn best doen om je zo snel mogelijk hier te krijgen. Maar ik kan niets beloven.'
Juan staat met tranen in zijn ogen. Hij kan het bijna niet geloven, dat het allemaal zo gemakkelijk gebeurd is. De opluchting valt hem uit zijn ogen te lezen. Ik zeg dat tegen Dave: 'Ik vertrouw er nu wel op, dat je hem ook een baan gaat geven. Want ik heb hem op jouw voorspraak toegelaten.'
'Dat is vanzelfsprekend, Mark. Ik heb het al uitvoerig met Stanley besproken en uiteraard ook al met Juan. Volgende week halen we al wat van zijn spullen op, die zetten we zolang in de hangar neer. Al moet ik wel nog even kijken waar ik dat allemaal ga laten, want zoveel plaats is daar ook weer niet.'
'Zet het maar zolang in mijn hangar. Zorg wel dat het goed afgedekt is, want de hangar is voorlopig ook bedoeld voor noodopvang, zolang mijn vliegtuig er nog niet is.'
'Dat aanbod neem ik graag aan, Mark. Dat zou echt perfect zijn. Zoveel is het ook weer niet, want ik kan toch niet alles meenemen. Bovendien blijft Juan nu vaker bij mij slapen, want hij zal vanaf hier moeten vliegen. Het zal voor hem even behelpen zijn, maar het is even niet anders.'
Ik zeg tegen Juan: 'Vind je het niet erg, dat je dan zo lang van huis bent?'
'Natuurlijk is het minder leuk, maar ik weet dat het maar tijdelijk is. Dat overleef ik wel. Bovendien kom ik toch nog regelmatig in Kodiak om vracht op te halen.'
'Ik hoor al dat jullie het goed geregeld hebben. Dan blijft er niets verder over dan jullie succes te wensen.'
Juan en Dave nemen afscheid, en ik laat ze uit. Ik loop de keuken in, waar Sayen samen met Mary en Richard aan de thee zitten. 'Hoi Mark, wil je wat thee?'
'Ja, graag. Dank je Mary.'
Sayen vraagt: 'Was dat die man, waar Dave over gesproken had?'
'Ja, ze blijven voorlopig nog op Kodiak Island, maar zodra er hier weer woonruimte is, verhuizen ze naar hier. Ik heb dat net met zijn Alpha geregeld.'
'Dus hij wordt ook de nieuwe piloot van Dave en Stanley. Het gaat goed met hun.'
'Dat kun je wel stellen. Zoals ze nu bezig zijn, moeten ze misschien nog wel een derde toestel gaan kopen. Stanley heeft het goed gezien, er was een stevige behoefte aan transport door de lucht.'
'Ze kunnen nu wel alles kopen, maar ze moeten ook nog een hoop terug betalen.'
'Dat doen ze ook al, als ze in dit tempo doorgaan, hebben ze alles binnen drie jaar terug betaald. Dat is erg snel. Maar ze hebben ook geluk gehad met de vliegtuigen, die waren relatief goedkoop en nog heel goed in orde.'